Voormalig seminarie van de abdij. Thans Rijksmiddelbare Meisjesschool. Oorspronkelijk bevond zich op deze plaats het Sint-Mathiasklooster, een begardenklooster, gesticht in de 13de eeuw en opgeheven in 1589 door prins-bisschop Ernest van Beieren; onmiddellijke inrichting van een seminarie; de zuidwest- en noordwestvleugel dateren van na deze datum; de noordoostvleugel werd in 1778 opgetrokken (zie gevelsteen). Het gebouw nummer 41 in de Breendonkstraat was de kapel van het seminarie.
Rechthoekig gebouwencomplex, gegroepeerd rondom een binnenkoer. Classicistische noordoostvleugel met monumentale inrijpoort, zes traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (kunstleien) met twee dakkapellen, op de gevelsteen boven de poort gedateerd 1778. Bepleisterde en gedeeltelijk witgekalkte straatgevel met een gepikte natuurstenen plint. Bepleisterde kroonlijst. De klemtoon ligt op de poorttravee, afgelijnd met brede pilasters, en bekroond door een driehoekig fronton; gevelsteen met opschrift: SEMINARIUM/ SUB PRINCIPE ERNESTO A BAVARIA / ERECTUM ANNO 1589/ REGNANTE FELICITER PRINCIPE FRANCISCO CAROLO A VELBRUCK/ ET/ JUVANTIBUS BARONUM VANDERHEYDEN A BLISIA ET DE SLUSE PROVISORUM CONSILIIS/ FUNDITUS RESTAURATUM ANNO 1778. Hoge rondboogpoort in een beschilderde, hardstenen omlijsting met geprofileerde imposten en dito booglijst waarboven een guirlande; sluitsteen versierd met rankwerk en een krans. Rechthoekige vensters in een bepleisterde hardstenen omlijsting met licht uitspringende druiplijst.
De achtergevel telt drie traveeën. Ook hier is de poorttravee geaccentueerd door een driehoekig fronton opgevangen door gekoppelde pilasters. Rondboogpoort in een beschilderde, hardstenen omlijsting met geprofileerd beloop, vlakke sluitsteen en imposten. Bovenvensters zoals in de voorgevel. Op de benedenverdieping (verhoogde begane grond) een rondboogdeur en een identiek rondboogvenster, mogelijk een aangepaste deur, beide in een hardstenen omlijsting met trapezoïdale sluitsteen en verbonden imposten.
Noordwestvleugel van tien traveeën en twee bouwlagen onder gebogen zadeldak (kunstleien) met links schild en sterk uitstekende dakrand op daklijstbalkjes; dakvenster boven de zesde travee, met gebogen fronton en een rondboogvenster in een verankerde kalkstenen omlijsting met blokwerk en sluitsteen. Datering 1692 in een wapensteen onder het dakvenster. Bak- en mergelstenen gebouw met horizontale gevelgeleding door middel van waterlijsten en muurbanden. Gesmeed ijzeren muurankers. Gevelsteen met wapenschild van abt Maurits Van der Heyden en opschrift IN NOMINE 1692 DOMINI. Vijf rechthoekige deuren in een geblokte omlijsting met smalle druiplijst, en een bolkozijn als bovenlicht.
Zuidwestvleugel van negen traveeën en twee bouwlagen onder gebogen zadeldak (kunstleien) op uitgesneden houten modillons, en voorzien van een klokkenruitertje, en negen afgewolfde dakkapellen en een getrapt dakvenster op de noordoostgevel. Datering door middel van muurankers AO 1642 op de laatstgenoemde zijde. Bakstenen gebouw op een bakstenen sokkel met kalkstenen afschuining; mergelstenen banden; gesmeed ijzeren muurankers. Twee gevelstenen met wapenschild, links dat van prins-bisschop Ferdinand van Beieren, met leus AVITA FIDE, rechts dat van abt Hubertus van Sutendael: OMNIA SUAVITER. Het dakvenster is voorzien van een rechthoekig venster in een kalkstenen omlijsting met negblokken en een sterk verweerde mergelstenen rondboognis. Van de oorspronkelijke vensters bleven slechts enkele gedichte mergelstenen kloosterkozijnen bewaard, met negblokken en een ontlastingsboog van een rollaag en een platte laag; thans rechthoekige vensters onder houten lateien. Rechthoekige, kalkstenen deur. Witgeschilderde achtergevel met dezelfde indeling. De zuidoostgevel is een trapgevel, witgeschilderd en met enkele gedichte kloosterkozijnen. De noordwestgevel heeft een in- en uitgezwenkte top.
Ten zuidoosten, recent schoolgebouw. Voormalige kapel van het seminarie, thans Breendonkstraat nummer 39 en nu 41, in gebruik als "Academie van de Beeldende Kunsten". Oorspronkelijk 16de-, 17de-eeuws breedhuis in traditionele stijl, in een latere periode (?) tot kapel omgevormd. Bakstenen gebouw onder steil zadeldak (Vlaamse pannen). Witgekalkte voorgevel op een gepikte plint; geprofileerde mergelstenen kroonlijst. Hoge rondboogvensters (19de eeuw) met metalen roedeverdeling; van de oorspronkelijke vensters bleef geen spoor bewaard. Recente, aangepaste muuropeningen op de benedenverdieping. Links bleef een gedicht deurtje bewaard: verankerd hardstenen rondboogdeurtje met negblokken; klein, rechthoekig bovenlicht in een hardstenen omlijsting met negblokken en een ontlastingsboog van een rollaag en een platte laag. Getrapte linker zijgevel (9 trappen + topstuk) voorzien van mergelstenen speklagen en gesmeed ijzeren muurankers; mergelstenen hoekbanden. De treden der rechter zijgevel werden verwijderd. Tegen de noordoostelijke zijgevel werd in de 19de eeuw een bakstenen koor van één rechte travee en een driezijdige sluiting aangebouwd, met rondboogvenster.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Seminarie van de abdij [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/22720 Geraadpleegd op 12-11-2019
Na een ongeval of moord plaatsen familie of kennissen vaak ter plekke een gedenkteken. Zogenaamde moordkruisen zijn al eeuwen bekend. Een bijzonder, zeldzaam kruis is een 'zoenkruis', opgericht door de partij van de moordenaar als verzoening met de familie van het slachtoffer. In Groot-Gelmen leunt er zo eentje nog tegen de kerkhofmuur:
Dit + staet ter memorie
van Jan Morbiers soon van
Leonard(us) Morbier(s) en Margareta
Bartole(yns) die van leve ter
doot bracht is deur Gysen
Vasoens, a(nno) 1643 ten 30 july
bidt voor
die ziele
In de zomer van 1643 werd Jan, de zoon van oud-schepen Leonard Morbiers, gedood door zijn dorpsgenoot Gijs Vasoens in Groot-Gelmen. De omstandigheden kennen we niet. Wel bleef een verslag bewaard van de bemiddelingsvergadering in herberg Het Klaverblad in Sint-Truiden. De twee broers van de moordenaar vroegen deze verzoening voor twee 'goede mannen', zijnde juristen-schepen van de stad. Notaris Van Nuyst stelde het contract op. Onder meer de vader van het slachtoffer, diens schoonzoon als secretaris van de rechtbank Gelinden en Christina Steukers, de moeder van de moordenaar, waren aanwezig. Die laatste nam de vergiffenis aan die vader Morbiers schonk aan moordenaar Gijs.
De moordenaar, zelf dus niet aanwezig, moest onmiddellijk 150 gulden laten betalen voor kosten van begrafenis en andere, en een jaarlijkse rente van 6 gulden voor een jaarmis, op een stuk akker. Gijs moest binnen het jaar een stenen kruis oprichten op het plaatselijke kerkhof van 3,5 voet boven de aarde en met daarin de naam van Jan en zijn sterfdatum gekapt. Aan de armen van Groot-Gelmen zou hij 8 vaten koren geven en gebakken brood. Het brood was uit te delen in de week van de Sint-Maartenkermis, patroon van de parochie. De moeder van de moordenaar kreeg van de vader van het slachtoffer 3 vaten koren. Waarschijnlijk was ze onbemiddeld?
Alle notaris- en verteerkosten in het Klaverblad zijn voor rekening van Gijs of Gijsbrecht voluit, die een contactverbod van drie jaar krijgt met de kinderen en bloedverwanten van de vermoorde Jan.
We schenken hier en nu nog altijd aandacht aan de vermoorde Jan. Wat bewijst dat deze eeuwenoude vorm van verzoening werkt.