Parochiekerk Heilig-Kruis met kerkhof

Afhankelijk van de Sint-Gangulfusparochie; eerste vermelding in 1169; vanaf 1805 afhankelijk van Schurhoven. Kleine, romaanse kruisbasiliek uit de eerste helft van de 12de eeuw, gelegen op een open plek, het voormalige kerkhof, afgezoomd met een haag en een kring van populieren, te midden der velden en boomgaarden.

De plattegrond beschrijft een driebeukig schip van drie traveeën met zuidwest gerichte voorgevel, een transept van één travee, en een koor van een rechte travee met driezijdige sluiting. Het gebouw is opgetrokken uit mergelsteen en baksteen: de zijmuren van het middenschip zijn volledig van mergelsteen, de zuidwestgevel en de muren van zijbeuken en transept zijn in een latere periode hersteld in baksteenbouw met verwerking van mergelblokken; het koor, gedateerd 1769 en opgetrokken in classicistische stijl, is volledig van baksteen op een hardstenen plint.

Vierkante houten dakruiter, met leien bekleed en bekroond met een ingesnoerde naaldspits, boven de zuidwestpartij.

De zuidwestgevel heeft een gedicht, bakstenen steekboogvenster in de top, en een baksteenfries onder de dakrand.

Middenbeuk en zijbeuken, afgedekt met respectievelijk een zadeldak (leien) en lessenaarsdaken, zijn voorzien van rondboogvenstertjes, afgewerkt met negblokken in het bakstenen gedeelte. Het transept is voorzien van spitsboogvensters. Het koor heeft twee getoogde vensters in een kalkstenen omlijsting met sluitsteen; dakrand op uitgesneden houten modillons.

Het interieur is volledig van mergelsteen. Een spitsboogarcade op pijlers met imposten en vierkante sokkels tussen middenbeuk en zijbeuken. De westbouw (eerste travee) is van de rest van het schip gescheiden door een hoge, spitsboogvormige scheiboog; de zuidwestmuur is versierd door middel van rondbooglisenen. Op de sluitsteen van het bij de restauratie gedicht venster, jaartal 1768, verwijzend naar de aanpassing van dit gedeelte. Tussen schip en transept, spitsboogvormige scheiboog waarin een laag mergelsteen afgewisseld wordt met enkele lagen baksteen; de overgang van de kruising naar de transeptarmen geschiedt door middel van rondboogvormige scheibogen. De middenbeuk is voorzien van een eiken zoldering, de zijbeuken en transeptarmen hebben een houten zoldering die de dakhelling volgt. Het koor is volledig bepleisterd; kruising en rechte koortravee zijn afgedekt met een gedrukt, bepleisterd tongewelf, de sluiting met een halve koepel. De datering 1769 in het stucwerk verwijst naar de bouw van het koor.

Restauratie in 1936 onder leiding van architect P. Van Mechelen. Bij deze restauratie werden grondige herstellingen uitgevoerd aan de muren en de vensters, evenals aan het dak; plaatsing van een nieuwe zoldering, een nieuwe deuromlijsting en vensteromlijsting (transept); dichten van een venster in de voorgevel.

Mobilair: Laat-gotisch triomfkruis, eik, op Apostelenbalk. Eiken banken (eerste kwart van de 18de eeuw). Drie grafstenen (15de eeuw, 17de eeuw). Wijwatervat in romaans kapiteel, afkomstig van de abdijkerk van Sint-Truiden. Op het kerkhof, twee grafkruisen (16de eeuw en 17de eeuw).


Bron     : Schlusmans F. met medewerking van Gyselinck J., Linters A., Wissels R., Buyle M. & De Graeve M.-Ch. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs :  Schlusmans, Frieda
Datum  : 1981

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Parochiekerk Heilig-Kruis met kerkhof [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/22990 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

Brouwers, Jacques (Jean Xavier), auteur

Sittard 28.10.1912 Maastricht 25.02.2000 

Broer van de priesters Jan en Emile. Klein Seminarie, ondervoorzitter Utile Dulci 1932. Kortverhalen onder pseud. ‘Henk van Dijk’. Priester 1937. Kapelaan Membach 1937, administrator Kelmis (La Calamine) 1943 en kapelaan Welkenraedt 1944. Pastoor Bois 1949, Gelinden 1953 en Smeermaas 1966-1977. Overleden aan brandwonden bejaardenhuis Jekerdal Maastricht. Streekgeschiedenis in Limburgse tijdschriften en dagblad. 

Biografische notities in NBIOW. Lid Société d’art et d’histoire du diocèse de Liège en Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis. Voorzitter Geschied- en Oudheidkundige Kring GOSSU Lanaken 1972-1977. Prijs Gemeentekrediet van België.

Als pastoor van Gelinden bezorgde hij dit dorp een hele reeks historische bijdragen en trok de aandacht op de lokale mergelontsluiting met zijn unieke fossielen.

Lees: JORISSEN; Huldenummer E.H. J. Brouwers, in GOSSU Tijdingen, 24, 1987, p. 95-146; De verdienstelijke historicus E.H. Jacques Brouwers, in Weit was…, Sint-Truiden: Heemkring Sint-Truiden Zuid-Oost, 2, 2009, nr. 2, p. 28-29.
Publicaties, onder meer: De vrouw met de zwarte sluier, een heksenproces te Gelinden in 1667-1669, in Limburg 16, 1957, p. 263-266, 273-284 en 301-308; Feestgids bij gelegenheid van de Eerste plechtige H. Mis van de eerwaarde pater Raoul Vanswegenoven Scheutist…, Gelinden, 1963; De mergel van Gelinden, in Limburg, 44, 1965, p. 70-79; Mirakuleuze genezing van twee Gelindenaren te Kortenbos, in HBVL, 20.05.1983; Gelinden, Engelmanshoven, Klein- en Groot-Gelmen in de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748), in Limburg, 64, 1985, p. 166-174; Wederopbouw van de toren te Engelmanshoven, in Limburg, 66, 1987, p. 33-34; De heren van Brustem, in OLL, 43, 1988, p. 55-92; De Zoon van de Schrijnwerker, in Positief. Thomas More-genootschap, nr. 193, juni 1989, p. 181-186.