Romeinse weg van Widooie tot Sint-Truiden

Onderschrift bij deze fotoIn de Romeinse periode werd er een uitgebreid wegennetwerk uitgebouwd om de steden met elkaar te verbinden en de agrarische gebieden te ontsluiten. Van dit netwerk bleven verschillende delen bewaard waaronder het vermoedelijke tracé van de voormalige Romeinse weg of heirbaan die een verbinding vormde tussen Bavai (hoofdstad van de Nerviërs), Tongeren (hoofdstad van de Tungri) en Keulen. Deze weg, ook Romeinse kassei of Oude kassei genoemd, is voor het grootste gedeelte nog als weg bruikbaar en is elders nog aanwezig als perceelsgrens. Vanaf deze weg waren er vertakkingen in verschillende richtingen, de zogenaamde diverticula. In 1996 werd een beperkt archeologisch onderzoek uitgevoerd om de aanwezigheid van de Romeinse weg vast te stellen, maar dit leverde enkel een ongeveer 1 meter dik pakket colluvium op. Dit bevatte weliswaar enkele Romeinse en recentere aardewerkscherven. In het kader van de ruilverkaveling Grootloon werd de weg door de Vlaamse Landmaatschappij opgewaardeerd door een unieke wegverharding: een tweesporen betonweg met kasseien ertussen.

Op kaart gezien vormt de Romeinse weg een zeer rechtlijnig traject van oost naar west. Het doorsnijdt verschillende heuvelruggen en -toppen waardoor het op vele plaatsen ingesneden is en een holle ligging kent met hoge bermen met houtkanten. Vanaf de weg zijn vele vergezichten naar de omgeving mogelijk.


Bron     : -
Auteurs :  De Haan, Aukje
Datum  : 2015

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Romeinse weg van Widooie tot Sint-Truiden [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/300391 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

Expo 1907

De ‘Expositie’

De ‘Expositie’ in 1907 was hét supermoment voor Sint-Truiden. Sinds 1860 had het de eerste plaats in Limburg moeten afgeven aan Hasselt. Maar de provinciegouverneur kwam uit Sint-Truiden en een ambitieus team wilde hier de Luikse tentoonstelling van 1905 overdoen. 




In 1907 volgde Sint-Truiden het Luikse voorbeeld van 1905 en hield een provinciale tentoonstelling op een lange strook van de braakterreinen bij het spoorwegstation tot en met het stadspark. Een brug leidde de bezoekers over de Diestersteenweg. De volkswijk De Hel had plaats gemaakt voor het ‘klein stadspark’. Bij de paviljoenen vielen vooral het Paleis de Mijnen en het bouwsel van de steenkoolmijnen van Dahlbush op. De steengroeven van de Ourthe lieten een gedenkzuil oprichten en de oude Parkschool herbergde veilig de tentoonstelling van Oude Kunst.

Een stadsgenoot, baron Henri de Pitteurs-Hiegaerts was sinds 1894 provinciegouverneur en in augustus 1901 werd in Limburg steenkool ontdekt, waar dezelfde familie belangen had. Dokterszoon en bankier Leon Debruyn nam het voortouw. Zijn zwager was notaris Nagels. Ook de ondernemers Baltus, koloniale waren, en Claes-Lekens, bouwpromotor, waren ambitieus. Het organisatiecomité bood een model arbeiderswoning aan het Bureel van Weldadigheid (OCMW), die nog steeds bestaat in de Spoorwegstraat.




Op 28 juli 1907 kon de breedgebaarde, al oudere koning Leopold II met zijn dochter prinses Clémentine vanop de tribune de trekpaarden van Clément Peten uit Velm bewonderen. Ook prins Albert bezocht de tentoonstelling. Op 22 december was het hoogfeest van de belle époque en van de durvende ondernemers in Sint-Truiden voorbij. Meer dan een half miljoen bezoekers en ‘speelreizigers’ – de toenmalige benaming voor toeristen - bezochten expo en stad. De bebouwing in de al geplande nieuwe stationswijk kon starten. Van de expo restte later enkel nog de prestigieuze Prins-Albertlaan en de Expositiestraat, in 1930 vervangen door ‘Astrid’straat. Een gedenksteen staat ingemetseld in een hekpaviljoen van het stadspark. 

Van deze ‘wereldtentoonstelling’ voor de Truienaar bleven talrijke prentbriefkaarten en een pas in 1910 rijkelijk uitgegeven ‘Guldenboek’ bewaard. Uitzonderlijk ook persoonlijke toegangskaarten met portretfoto.


Gedenksteen als herinnering aan de Expo, gemetseld in één van de ingangspaviljoentjes van het stadspark



Kathleen DIGNEF, De provinciale tentoonstelling van 1907 te Sint-Truiden: de ‘Wereldtentoonstelling’ voor de Truienaar, in: Historische bijdragen over Sint-Truiden en omgeving, Sint-Truiden: GOKSint-Truiden. 2006, p. 115-126.