Oorspronkelijk één breedhuis van vijf traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, uit de tweede helft van de 18de eeuw. Bakstenen lijstgevel op een lage plint van beschilderde hardsteen; de gevel van nummer 31 is gecementeerd en beschilderd. Rechthoekige vensters in vlakke, kalkstenen omlijstingen met doorlopende posten en zware druiplijsten. De begane grond van nummer 29 is aangepast (winkelpui); de huidige deur van nummer 31 is een aangepast venster, de oorspronkelijke deur bevindt zich in de tweede travee en is voorzien van een riemprofiel en neuten.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Burgerhuis [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/22775 Geraadpleegd op 12-11-2019
In de oudheid werden in oorlog of jacht veroverde trofeeën aan een stok opgehangen. Dit motief ging een eigen leven leiden als allegorische decoratie. Kalksnijders modelleerden in het nog vochtige stucwerk voorwerpen tussen bloemenslingers aan linten opgehangen.
In het stadhuis op de Grote Markt op het 'schoon verdiep' zijn in de hoge vestibule de vier kunsten en twee speciale thema's uitgewerkt, de zeevaart en het landleven. Die laatste werken dateren waarschijnlijk uit de Hollandse periode (1815-1830) onder burgemeester J.A.N. Van den Berck. Scheepvaart en de Nederlandse vertaling van Vergilius wijzen daarop.
