Oorspronkelijk één monumentaal breedhuis, negen traveeën en twee bouwlagen onder zeer steil zadeldak (leien; kunstleien over een klein gedeelte, links), uit de 17de eeuw, doch met voorgevelaanpassing uit de tweede helft van de 19de eeuw.
Bakstenen gebouw met een gecementeerde lijstgevel, voorzien van een recente dakverdieping boven nummer 4. Rechthoekige vensters in een gecementeerde omlijsting met hardstenen lekdrempels. Rechthoekige, gecementeerde deuren. In de eerste travee (thans behorend tot het hoekhuis in de Minderbroedersstraat), rechthoekige poort (tweede helft 18de eeuw), verlaagd en aangepast tot een moderne garagepoort; de beschilderde, hardstenen posten zijn versierd met ingediepte panelen. In de achtergevel bleef de oude kern duidelijk bewaard; het dak behield drie van zijn oorspronkelijke dakkapellen; de geelgeverfde, bakstenen gevel is verankerd door middel van gekrulde gesmeed ijzeren muurankers; rechthoekige vensters in een natuurstenen omlijsting met geprofileerde posten; het ontlastingssysteem is door de verflagen niet meer zichtbaar. Zijgevels met aandaken, vlechtingen, schouderstukken en muurankers.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Burgerhuis [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/84283 Geraadpleegd op 12-11-2019

In Melveren , een gehucht van Sint-Truiden, woonde een zekere X. Op zekere dag ging X met zijn vriendin naar de kermis in Kortenbos. Deze man had echter een pact gesloten met de duivel, wat betekende dat hij regelmatig enkele uren als weerwolf moest rondlopen. Omdat X op de kermis plots voelde dat dat moment was aangebroken, zei hij tegen zijn vriendin: "Als je een hond zou tegenkomen, gooi dan deze zakdoek naar zijn muil. Op die manier zal het beest je geen kwaad doen."
Omdat een weerwolf geen kruis kan oversteken, moet hij de draadjes van de zakdoek één voor één uitrafelen vooraleer hij verder kan.
Het meisje antwoordde: "Neen, blijf maar bij mij!", waarop haar vriend: "Neen, ik moet dringend even een boodschap doen."
Toen X weg was, kwam er een lelijke zwarte hond naar het meisje toe. Ze deed onmiddellijk wat haar vriend had gezegd, waarop de hond de zakdoek in stukken scheurde. Een kwartier later kwam X terug. Zijn vriendin vertelde hem dat ze doodsangsten had uitgestaan terwijl hij weg was. Wat verderop ging het tweetal iets drinken in een café. Het meisje bekeek haar vriend eens goed, en riep geschokt: "Jij smeerlap, je bent het zelf geweest, want de vezels van de zakdoek hangen nog tussen je tanden!"
X zei dat ze het zich maar inbeeldde, maar het meisje wilde hem toch nooit meer zien.
Opgetekend door F. Beckers in 1947.
Bron: volksverhalenbank.be