Stadswandeling

Beboomde stadswandeling op de Tiensevest en de oostelijke restant van de oude stadsvesten, met aansluitende tuinen met smeed­ijzeren hekken en poortjes, naar de burgerhuizen in de parallele Schepen Dejonghstraat.

De vesten zijn de restanten van de oude, haast vierkante stadsomwalling (zie het 303453), die tot voor enkele decennia de grens vormde tussen de stedelijke ruimte en de gordel hoogstamboomgaarden als aanzet voor 'de buiten' of het platteland. Ze werden meermaals heringericht en aangepast naar de heer­sende noden, ook rond de eeuwwisseling van 1900, toen ze met een dubbele rij linden werden beplant, aanvankelijk Hollandse linde (Tilia x vulgaris) en grootbladige linde (Tilia platyphyllos). Deze keuze werd in de loop der jaren niet aangehouden toen gesneuvelde exemplaren werden vervangen door zowel kleinbladige linde (Tilia cordata), grootbladige linde (Tilia platyphyllos) als zilverlinde (Tilia tomentosa). De lindendreef achter de Schepen Dejonghstraat verbond als wandelweg de Tongersesteenweg met Schurhoven. Haar huidige vorm kreeg de Tichelrij pas in de jaren 1960, toen naast de dreef een nieuwe, verhoogde en verharde weg werd aangelegd (de Tichelrijlaan), met nieuwe bebouwing aan de oostzijde.

De noordelijke helft van de Tichelrijlaan ligt in dolomiet, als dreef van geknotte en inmiddels uitgegroeide grootbladige linden, die samen een natuurlijke loofgang vormden. Aan de westzijde hebben de tuinen, muren, hekken en poortjes van de huizen in de Schepen Dejonghstraat een belangrijke inbreng in het groene en burgerlijk karakter van deze stadswandeling. Aan de oostzijde lagen aanvankelijk hoogstamboomgaarden, nu bebouwd met villa's.

Ook de Tiensevest maakt deel uit van het tracé van de stadsomwalling en werd meermaals heringericht en aangepast. Rond 1900 werd een dubbele rij lindebomen als dreef aangeplant. De achtertuinen van de huizen aan de Spaanse Brugstraat, de Sint-Annekestraat en de Gootstraat palen aan de Tiensevest en spelen mee in het groene stadsgezicht.

Schepen Dejonghstraat

Nummer 5. Ommuurde tuin met bakstenen zijmuren en zwartgeschilderd hek van vier traveeën met centraal poortje. Langs de tuinmuur groeien twee exemplaren van gewone es (Fraxinus excelsior), een gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) en centraal achterin de tuin een gewone taxus (Taxus baccata).

Nr. 7. Achter het nu als winkel in gebruik genomen herenhuis ligt een klein in bakstenen gelegd erf met het voormalig wagenhuis, van de 19de eeuwse tuin gescheiden door een wit geschilderd, fraai hek van giet- en smeedijzer. Het spijlenhek met lanspunten tussen boven- en onderregel met gepunte onderspijltjes, staat op een gecementeerde voet met deksteen en eindigt op twee ronde zuilen van gietijzer met geprofileerde sokkel, versierd kapiteel en gestileerde vaasbekroning. Het poorthek is van dezelfde makelij, maar met dubbele onderregel en met een versiering van krullen ter versteviging van de met een vuurpotje bekroonde makelaar. De tuin, een ovaal grasveld met rondweg en bomenrand, is rechtstreeks vanaf de Tichelrij toegankelijk via een hekje.

Nr. 13. Grotendeels vernieuwd tuinhek met hergebruikte poortpijlers bekroond met eikel.

Nr. 17. Vernieuwde tuin tussen de oude bakstenen muren met behoud van de oude exemplaren tamme kastanje (Castanea sativa) en gewone taxus (Taxus baccata). Deels vernieuwd, deels hergebruikt zwartgeschilderd hek op een bakstenen plint met ezelsrug.

Nr. 19 en 21. Eenvoudig groen geschilderd hekje van twee brede traveeën met een centrale poort. Gecementeerde vierkante hekpijlers met geringde bolbekroning, als beëindiging van de tuinmuren. Vierkante stijlen en regels, en overhoeks geplaatste spijltjes en spijlen met decoratieve lanspunten. Vernieuwde tuin in gras.

Nr. 23-25. Nieuwe tuin tussen de oude bakstenen muren, eindigend op pijlers. Groen geschilderd hek van vijf traveeën en een poortje, identiek aan nr. 27.

Nr. 27. Zwart geschilderd hek van zes traveeën en centraal poortje. Ontdubbelde stijlen, bovenaan halfrond verbonden, eenvoudige gepunte onderspijltjes en spijlen tussen onder, dubbele tussen en bovenregels. Poortje met klimmend beloop en bekronende krul. Mooie tuin tussen twee bakstenen muren met gewone hazelaar (Corylus avellana), kerspruim met bruinrood blad (Prunus cerasifera 'Atropunicea') en gewone taxus (Taxus baccata). Open prieeltje met een cirkelvormige vloer van breuksteen en een dunne structuur van bovenaan gebogen ronde spijlen.

Nr. 29 tot 33. Mooie tuin met bakstenen muur met ezelsrug op de linkerscheiding. Langs de Tichelrij, wit geschilderd poortje van smeedijzer in een gemengde tuinhaag van haagliguster (Ligustrum ovalifolium), gele kornoelje (Cornus mas) en gewone taxus (Taxus baccata). Dubbele vierkante hekstijlen met onder-, dubbele tussen- en bovenregel en unieke spijl met onderspijltjes en krulmotief. Gelijk­aardig hekje met krulbekroning. Tweede poortje, eveneens van witgeschilderd smeedijzer, met stijlen, onder-, dubbele tussen-, en bovenregel, gepunte spijltjes en spijlen, klimmend naar het midden. Bovenregel geaccentueerd door een ruitvorm met ingeschreven krulwerk. Zijstangen als steun. Verder recente draadafsluiting. Eén monumentaal exemplaar van bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atro­punicea'), naast Himalayaceder (Cedrus deodora), gewone hazelaar (Corylus avellana), gewone taxus (Taxus baccata) en treurbeuk (Fagus sylvatica 'Pendula').

Nr. 37 en 39. Zwart geschilderd L-vormig tuinhek van smeedijzer, van twaalf plus zes traveeën op een plint van blauwe hardsteen, naast de recente voetgangersdoorgang. Dubbele stijlen met krulverankering naar de uitspringende deksteen, met tussenspijlen via gekruld V-motief verankerd in de ­ boven- en onderregel, de middelste hoger doorlopend en gevat in gespiegielde C-motieven. Gepunte onderspijltjes en spijlen met lanspunten, verankerd aan de stijlen en de bovenregel met hetzelfde C-motief. Gelijkaardig poortje van twee vleugels.

Nr. 43 a. Groen geschilderd tuinhek tussen vierkante pijlers van baksteen met vierkante, gepunte dekplaat van blauwe hardsteen. Gepunt spijlenhek met in een laag gecementeerde bakstenen verankerde onderspijltjes, met onder-, tussen- en bovenregel. Poortje tussen slanke gietijzeren kolommen met basis, geringde schacht en acanthusknopbekroning.

Nr. 45. Behouden, kakigroen geschilderd oud poorthekje in een recente draadafsluiting. Gietijzeren kolommen met gladde basis, gecanneleerde schacht en siervaas ter bekroning. Smeedwerk van vierkant stijl- en regelwerk met gepunte onderspijltjes en spijlen met lansbekroning. Mooie, grote tuin tot achter de buurhuizen (nr. 47 tot 53).


Bron     : DE MAEGD C. & VAN DEN BOSSCHE H. 2003: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 1: Gingelom, Halen, Herk-de-Stad, Nieuwerkerken, Sint-Truiden, Brussel, Agentschap RO-Vlaanderen. Onroerend Erfgoed.
Auteurs :  De Maegd, Christiane, van den Bossche, Herman
Datum  : 2003

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Stadswandeling [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/303453 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

Govaerts, Guillaume, stadsarchitect ST

Sint-Truiden 14.01.1873 Sint-Truiden 18.11.1936 , x 1902 Maria Mevis  

Zoon van Jean en Hubertine Leemans, broer van Jan en halfbroer van Emiel .

Onderschrift bij deze fotoCollege Sint-Truiden. Universiteit Leuven 1898. Ingenieur-stadsarchitect  1902 en directeur Nijverheids- en tekenacademie 1903 te Nijvel. Restauratie kapel Broedersschool en nieuwbouw torenpartij H. Grafkerk aldaar. Stadsarchitect Sint-Truiden 1912. Leraar Nijverheidsschool 1912-1933 en Rijksmiddelbare school 1912-1918 Diesterstraat. Directeur en leraar bouwkundig tekenen Tekenacademie Abdijstraat 1912-1936. Elektriciteitsvoorziening. Werken in neo-Vlaamse renaissance en art décostijl. Sint-Lutgardisgesticht weeshuis met meisjesschool en zustersverblijf langs Gorsemweg 1930-1933, postgebouw Sint-Marten 1930 en electriciteitskabine Naamsevest 1930. Uitbreiding Ursulinenklooster 1927, minderbroedersklooster en kerk Bevingen. Restauraties o.m. refugiehuizen Averbode 1927 en Herckenrode, bisschoppelijk seminarie 16de-18de eeuw, gasthuiskapel Stapelstraat, kerk en torenhuisje Begijnhof en stadhuis 1930. Ontwerper perron, twee parktoegangen en Albert I-monument hal stadhuis 1934. Lid Provinciaal Comité Monumenten 1920. Restauratie muurschilderingen begijnhofkerk. Medestichter en secretaris Vrienden van het Begijnhof. Luikerstraat. 

Stierf aan embolie tijdens toezicht bestratingswerken Casinostraat. Album met schetsen van historische gebouwen en enkele artikels in Touring Club de Belgique. Straatnaam 1936, vroegere Poortstraat Begijnhof. Signeersteen als inv(entor) gevel weeshuis Gorsemweg.

Publ.: Oud Limburg. Penteekeningen en schetsen van oude landelijke en stedelijke gebouwen van Zuid- en West-Limburg, Hasselt: Provinciaal comité monumenten en landschappen, 1936.
Lit.: G. BOES, In memoriam Guillaume Govaerts, in Verzamelde opstellen, 13, 1937, p. 13-19; VAN MECHELEN, p. E-58-E62 en I19-I21; Auguste MEVIS, Généalogie de la famille de Mevis, originaire d’Alken, in Intermédiaire des Généalogistes, nr. 192, 1977, p. 385-406; Achille THIJS, in Koerier, 13.04.1977; Jo VAN MECHELEN, Huis Govaerts, 1: Jan 1834-1910 Govaerts, bijgenaamd Pitjens, en zijn huis, Sint-Truiden: eigen beheer, 1998, p. 41-48; Raymond HORBACH, L’architecte Guillaume Govaerts, in Annales de la Société royale d’archéologie, d’histoire et de folklore de Nivelles et du Brabant wallon, 28-29, 2003, p. 432-442; Benny BUNTINX, Guillaume Govaerts… of hoe een Sint-Truidens stadsingenieur omging met steen tijdens het interbellum, in STEEN, 2003, p. 76-83 en 104; Petra BOEKSTAL, Voormalig postkantoor en hospitaalkapel Sint-Agustinus, in MODERN, 2008, p. 41-47.