Oorspronkelijk een U-vormig complex, thans in twee woningen verdeeld. Classicistisch herenhuis met aan beide zijden haakse dienstgebouwtjes; de ruimte voor het huis is een gekasseide koer, die aan de straatzijde afgesloten is door een laag muurtje en een ijzeren hek met twee inrijhekken.
Dubbelhuis van tien traveeën en twee bouwlagen onder gebogen wolvedak (nok evenwijdig aan straat, kunstleien) met dakkapel, door middel van muurankers op het linker dienstgebouw gedateerd 17.. . Bakstenen gebouw met een lijstgevel op een beschilderde hardstenen plint; een gesmeed ijzeren, S-vormig muuranker verraadt een oudere kern. Risaliet over de vijfde, zesde en zevende travee. Nummer 5 onderging verschillende wijzigingen in de tweede helft van de 19de eeuw: oorspronkelijke, waarschijnlijk rechthoekige vensters omgevormd tot getoogde vensters in een geprofileerde omlijsting van hardsteen met versierde sluitsteen; gelijkaardige deur toegevoegd in de achste travee. Nummer 5A is voorzien van rechthoekige vensters in een geprofileerde omlijsting van stuc met neorocaille sluitsteen. Oorspronkelijke, getoogde deur in een rechthoekige, geblokte omlijsting van kalksteen met licht uitspringende sluitsteen en geprofileerde druiplijst; oorspronkelijk houtwerk met accoladevormige tussendorpel en fraaie waaier.
Dienstgebouwtjes van twee traveeën en één bouwlaag onder schilddaken (leien). Links, koetshuis met bepleisterde en beschilderde bakstenen lijstgevels op een beschilderde hardstenen plint; gesmeed ijzeren muurankers. De straatgevel is voorzien van een getoogd dakvenster in een rechthoekige geblokte omlijsting van kalksteen met driehoekig fronton; twee smalle, rechthoekige venstertjes in een omlijsting van beschilderde hardsteen, elk voorzien van een diefijzer. Zijgevel met dakkapel; links, een getoogde deur in een rechthoekige, geblokte kalkstenen omlijsting met gestrekte, kalkstenen tussendorpel, licht uitspringende sluitsteen en druiplijst; rechts, een rondboogpoort met sporen van een verdwenen booglijst; fraai bovenlicht. De rechtervleugel is voorzien van een nieuw bakstenen parement; dakvenster boven de voorgevel, zoals hoger beschreven; voorgevel voorts voorzien van een getoogd venster in een rechthoekige, geblokte kalkstenen omlijsting; twee gelijkaardige vensters in de zijgevel.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Classicistisch herenhuis [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/22695 Geraadpleegd op 12-11-2019
Verongelukte vorsten herdacht
De Zweedse prinses Astrid (°1909) werd in 1929 gemalin van onze Belgische vorst Leopold III. Ze verloor het leven bij een auto-ongeval in Zwitserland op 29 augustus 1935. De gemeenteraad hernoemde de Tentoonstellingsstraat al eind september in ‘Koningin Astridstraat’. In november 1937 organiseerde een comité van de Nationale Strijdersbond in het stadhuis een tentoonstelling van zandtapijt met de overleden Astrid op haar praalbed, om fondsen te werven voor een gedenkteken. Dat werd in de vorm van een postuum staatsieportret aangeboden aan het stadsbestuur tijdens de augustuskermis van 1939. Door de mobilisatie en de opeisingen ging deze plechtigheid met tentoonstelling verloren in het oorlogsnieuws.
De vermaarde Hasseltse portretschilder Jos Damien en zijn leerlinge-assistente Anne Rutten signeerden het schilderij.
Koningin Astrid wordt levensgroot en ten voeten uit afgebeeld in een paleisdecor en houdt een waaier van struisvogelveren vast. Ze draagt een witte galajurk met korte sleep en nonchalant gedragen losse mouwen. Oorhangers, armband en hanger met kruis tonen een groene smaragdkleur. De stralende vorstin draagt het zogenaamde ‘Diadeem der negen provinciën’. Dit kleinood, een verlovingscadeau van de Belgische bevolking uit februari 1925, bestaat uit een band met Griekse meandermotieven en werd door juwelier Van Bever vervaardigd. In de later herwerkte versie met ruiten zijn de elf briljanten ingewerkt als symbool van de toen negen provincies, plus België met vorstenhuis, plus Belgisch Congo.
In 1934 was in de inkomhal van het stadhuis al een gedenkteken opgericht voor vorst Albert I, na zijn tragisch klimongeval.