Kasteel Menten de Horne

Neoclassicistisch kasteeltje uit de tweede helft van de 19de eeuw, gelegen in een park met enkele fraaie bomen; een vroegere dreef verbond het gebouw met de Diestersteenweg, de huidige oprit ligt aan de andere zijde en loopt in de richting van Melveren-centrum.

Rechthoekig gebouw van zeven traveeën, souterrain en twee bouwlagen onder schilddak (leien). Baksteenbouw; onderbouw voorzien van een natuurstenen parement. De drie middentraveeën der zuidwestgevel vormen een kwartrond risaliet, bekroond met een attiek en een koepeldak. Getraliede, rondboogvormige keldervensters; rechthoekige vensters in een hardstenen omlijsting met kordonvormende lekdrempels; de beluikte benedenvensters hebben een met hardsteen omlijnd paneel boven de latei; de bovenvensters zijn voorzien van een druiplijst op consoles; steektrap. De achtergevel heeft een risaliet in de eerste en tweede travee en in de zesde en zevende travee. Rechthoekige keldervensters, vensters en deur als op de voorgevel; een met balustrades afgezet bordes voor de drie middentraveeën, bereikbaar via een brede trap. Aangebouwde (?) travee onder plat dak tegen de noordwestelijke zijgevel, bekroond met een attiek.


Bron     : Schlusmans F. met medewerking van Gyselinck J., Linters A., Wissels R., Buyle M. & De Graeve M.-Ch. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs :  Schlusmans, Frieda
Datum  : 1981

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Kasteel Menten de Horne [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23008 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

Alomme rust

Alomme rust

De Zondag-middag is héél ingetogen.
De
luchten, klaar van winterkilte, beven
met teeder rood van lage zon doorweven;
de luchten, waar geen vogel komt gevlogen...

De middagrust mag gééne stoornis doogen.
Al
wil somwijlen vluchtig óverzweven
een verre galm van joelend kinderleven :
dra weegt de klare rust weer onbewogen.

Is het in sneeuw – die dezen nacht zoo zacht
de stille stede zwachtelde in heur vacht –
dat doezel-vaag verdooven nu geluiden?

O vrome middagvrede van Sint-Truiden,
dat om te ontwaken uit zijn sluimer, wacht
tot plotse kloosterklokken vespers luiden !




Onderschrift bij deze fotoLit.: P. DE PAUW, recensie in Boekengids, 1, 1923-1924, nr. 361; L. BRANS, Hilarion Thans o.f.m., in Monografieën van de Koninklijke Vereniging van Limburgse Schrijvers, 3, nr. 4, december 1992.
Gedicht in Hilarion THANS, Omheinde hoven, 4de uitgave, Mechelen, Sint-Franciscusdrukkerij, 1927, p. 35.
Hilarion Thans (Maastricht 1884 – Lanaken 1963), minderbroeder en auteur. Gedicht geschreven tussen november 1909 en maart 1910 op onoogige papiertjes toen de jongeman bedlegerig was van een bloedspuwing in het Sint-Truidense klooster. Uit de bundel Ziekebloemen. II. Open ramen. Voor het eerst verschenen onder pseudoniem F.M. Minderbroeder in ’t Daghet in den Oosten, 16, 1910, p. 58 als gedicht nr. XXI met bijhorend citaat Facta est tranquillitas Magna. En er kwam een groote rust (Evang.).