Sint-Truiden 06.08.1750 – Sint-Truiden 14.04.1839
Zoon van Simon, welstellende garen- en bandhandelaar, gemeenteraadslid en koopmansgraaf en van Joanna Maria Spruyten. Ll. Klein Seminarie Sint-Truiden . Studeerde wijsbegeerte in Leuven en theologie aan de Gregoriaanse Universiteit in Rome. Dagboeken heenreis Rome 1772 en terugreis 1775. Priester en protonotaris Pauselijk College. Kanunnik Onze-Lieve-Vrouwekerk Sint-Truiden 1788. Voorstander van godsdienstige verdraagzaamheid, republiek en sociale gelijkheid. Beëdigd priester in de Franse tijd. Voorzitter kerkbestuur hoofdkerk ca. 1817. Bibliofiel. Fabeldichter met grote belezenheid en vloeiende, fijnzinnige, humoristische poëzie in het Nederlands. Vooral gekend door zijn vertaling van de Lafontaine-fabels. Bezocht door Frans jurist Havé 1786. Lid Provinciale Staten en Koninklijk Nederlands Instituut. Nederlandstalige rijmen in stadsalmanakken 1812-1814, later gebundeld.
Lid "Maetschappy tot Bevordering van de Nederduitsche Tael- en Letterkunde" te Brussel 1836. Kandidaat van Willems voor de niet opgerichte "Nederduytsche Academie" 1836. Veiling privé-bibliotheek 1842 Leuven.
Viering in 1889 door Davidsfonds met publicatie op 8.000 exemplaren en witmarmeren gedenkplaat op gevel woonhuis 1762 Hamelstraat. Alternatieve publicatie in 1889 door Prenau, Wauters en Straven, de twee laatsten lid van het Bestendig Conickx-comiteit van Nut en vermaak. Vereniging De Coninckxvrienden ca. 1897. Woonhuis en plaat door J. Feront verdwenen ca.1960, nieuwe gedenkplaat 1975. Padnaam gepland in 2005.
Aldous Huxley.
Hij durfde ooit te schrijven over ons, Truienaren: Sommigen maken laken, sommigen suiker. Enkelen hebben cultuur, de rest helemaal niet!
Als bewijs van het tegendeel hangt aan een gevel op de Grote Markt sinds 1968 zijn naam in bronzen letters: Aldous Huxley.
Een aardige Belgische.
Huxley was een telg uit een Brits geslacht van beroemde en bijzonder knappe koppen. Hij studeerde letterkunde in Eton en Oxford. Op een feestje met Kerst 1915 in Engeland viel hem de frèle Maria Nijs op, een Belgische oorlogsvluchtelinge met grote, groenblauwe ogen. Ik heb tenslotte ook een aardige Belgische ontdekt, de wonderen zijn de wereld nog niet uit, meende de slungelachtige, bijziende romanschrijver. Maria’s vader was een Kortrijkse textielbaron, maar moeder Marguerite Baltus stamde uit Sint-Truiden. De rijke koopmansfamilie Baltus woonde in het huis In de Roos op de Grote Markt. Van het een kwam het ander en na de Grote Oorlog trouwde Aldous met Maria. Rond die tijd verbleef de Brit bij oom Baltus in Sint-Truiden.
De inspiratie voor zijn novelle Uncle Spencer uit 1924 deed hij toen op. Het verzonnen Longres uit de novelle is Sint-Truiden, afgebeeld als zedig provinciestadje met een aardige burgerij. Ons interesseren natuurlijk de herkenningspunten : de onontkoombare beiaarddeuntjes, het stille begijnhof, het stadhuis in zachtgele pleister, de kermisattracties met de Dikke Madam die haar gezicht kon wassen met haar tiekes… De diervriendelijke Duitse bezetter beboette iedereen die nog varkens aan oren en staart over de zaterdagmarkt sleurde. Geen enkele verordening zat de boeren meer dwars dan deze.
Een citaat in de originele taal, waarin Huxley beschrijft hoe de Truienaren weerwraak namen op de arme biggen na het vertrek van de Duitsers eind november 1918: The first Saturday after the departure of the German troops was a bad morning fort he pigs. To carry a pig by the tail was an outward and visible symbol of revovered liberty; and the squeals of the porkers mingled with the cheers of the population and the trills and clashing harmonies of the bells awakened by the carilloneur from their four years’ silence. By ten o’clock the market was over.
Globetrotter Huxley werd in 1932 wereldberoemd door zijn bittere toekomstroman Brave New World en in 1954 met The Doors of Perception, een verslag van zijn experimenten met de druk mescaline. Maria stierf in 1955 en Aldous in 1963 te Los Angeles, net op de dag waarop president Kennedy werd vermoord.
Huxley-vorser
Leraar Roger Collart (+1996) was wel de hardnekkigste Huxley-vorser in onze stad. Zijn vaak gevraagde vertaling van Uncle Spencer wacht nog altijd op een uitgever! Ook Louis Sterken, Guido Wulms, Frank Decat, Danny Gennez en Jean-Pierre Rondas schreven over Aldous in Sint-Truiden. Huxley houdt de aandacht levend: in Munster (D.) is een heus studiecentrum gehuisvest. De Antwerpse sensatiejournalist en latere crimi-auteur Stan Lauryssens bracht een boek uit over Maria Nijs en haar stormachtige liefdesleven.