Stevoort 18.12.1823 Wijer 22.09.1894
. Zoon van Gilles, horlogemaker uit Gors Opleeuw te Stevoort en Sint-Truiden 1836, en Catharina Droogmans Koestraat. Les bij minderbroeders Sint-Truiden. Studies Klein Seminarie Rolduc, Sint-Truiden en Luik. Priester 1851. Schoonbroer van drukker De Cocq Sint-Truiden. Kapelaan Mechelen-aan-de-Maas 1851, Halen 1854 en Aubel 1863. Lid literaire Nicolaïkring Halen (°1854). Kapelaan, leraar en vriend van medicijnenstudent en latere ULB-prof Theodoor Hauben. Pastoor en bouwheer school, pastorie, kerk met orgel Wijer. Aanleg verbinding tussen stations Schulen en Kortenbos via ‘Cretenweg’ Wijer 1866. Pastoor Neeroeteren 1881 en Overhespen 1881. Op rust Wijer 1893. Populair schrijver van novellen, verhalen en volksromans in Dickensstijl. Verhalen verschenen eerst in afleveringen in periodieken Sint-Truiden. o.a. weekbladen De Hoop en Het Regt. Hekelende artikels onder noemer Kullagie. De Zot 1857-1858, De longziekte, Baron Kwibus 1862 of 1887, De Botti 1861, realistische roman, Mengelingen, tussen 1858 en 1865 in het weekblad Het Regt, Moeder Nel 1873, Meester Mellemans 1881, Mononkel Kwinten 1909, de Pioeters en de Kajoeters 1894, Sus en Trees Scheersliep 1893. Medewerker almanakken o.a. De Kazakschieters 1865-1870 en Jantje Claes 1880-1894.
Grafmonument met boek en ganzenveer kerkhof Wijer, opgericht door Dr. Hauben 1909. Heruitgave De Zot in 1999 door Ina Stabergh.
Clement Cartuyvels was de zoon van een zeepfabrikant op de Grote Markt en neefje van burgemeester Guillaume Vanvinckenroy . Hij droeg zelf de sjerp tussen 1899 en 1921. Op zijn CV lezen we: advocaat, bankier, provincieraadslid, gedeputeerde, vrederechter, gemeenteraadslid, volksvertegenwoordiger, senator, voorzitter Sint-Vincentiusgenootschap, derdeordeling en katholiek. Hij maakte de Belle Epoque in zijn stad mee: vernederlandsing van het bestuur, aanleg tramlijnen, riolering, waterleiding, bouw slachthuis, provinciale 'expositie' in 1907. Maar Clément moest ook de schok van de Duitse inval meemaken. Zijn zoon Paul, majoor van de Burgerwacht, verdween een jaar in Duitse kampen en hijzelf werd het laatste jaar van de oorlog uit zijn ambt ontheven. Clément woonde in de Capucijnenstraat in een herenhuis, later omgebouwd tot Sint-Annakliniek.
De bank Cartuyvels:
Clément stierf op zijn kasteeltje in Verlaine en kreeg, behalve een straatnaam (de vroegere Capucijnen- en Coemansstraat) in 1921, ook een marmeren borstbeeld. Toen zijn zoon notaris Paul Cartuyvels in 1927 zelf burgemeester werd, kreeg hij van zijn makkers oud-burgerwachten een ontwerptekening voor een borstbeeld van zijn papa cadeau. De ontwerper was niemand minder van Victor de Haen uit het Brusselse, die ook de wedstrijd had gewonnen voor het monument voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog op Sint-Marten. Op kosten van het stadsbestuur werd de buste in marmer uitgevoerd en prijkte voortaan in het stadhuis. Momenteel in erfgoeddepot bij de Zusters Ursulinen. Vermits het beeld postuum werd getekend, herken je duidelijk de pose op het bidprentje van Clément Cartuyvels. Op zijn linkerschouder liet de beeldhouwer van het witte marmer zijn naam in sierlijke letters na.