Cryns, Pieter (Adriaan), didactisch auteur

Peer 02.04.1857   Vorst Brussel 10.07.1937  Marie Sophie Bervoets 

Zoon van schrijnwerker Jan Francus en Maria Elisabeth Eyckens.  

Normaalschool Sint-Truiden 1873-1876. Hulponderwijzer Paal en gehuwd met Paalse. Hoofdonderwijzer Gelinden, auteur  van leerboeken en van geïllustreerde prijsboeken voor de jeugd. Vader van naaimeesteres Clotilde (°Paal 1886) en van Edgard (°Gelinden 1892), onderwijzer  te Vorst. Dorpsstraat Gelinden. Naar Vorst 1920.




Publicaties: De geschiedenis van België aan de leerlingen van den lageren graad der lagere scholen overeenkomstig het programma van 1 mei 1897, Lier: J. Van In, 1899; Handboekje voor het antialcolisch onderwijs ten gebruike der lagere scholen naar aanleiding van het ministerieel besluit van 2 april 1898, Lier: J. Van In, 1899; De kleine landbouwer. Herhalingsboekje voor de wedstrijden overeenkomstig het ambtelijk programma van 17 september 1898, Lier: J. Van In en Cie, 1900; Rekenoefeningen op de getallen van 1 tot 1.000 en op de eerste beginselen der tiendelige en gewone breuken en van het metrieke stelsel, Lier: Van In & Cie, 1903; Het geroofde egelsnestje en andere vertellingen vertaald en bijeengezameld, Lier: Van In & Cie, 1907; Geschiedenis van den luchtballon, Lier: Jozef Van In & Cie, (1907); Een reisje naar Congo, Lier: Van In & Cie, 1909, met liederen.
Lees: JORISSEN; MINTEN, p. 83, nr. 475.
ONTDEKKING VAN DE DAG

Een weerwolf in Melveren

Een weerwolf in Melveren

In Melveren , een gehucht van Sint-Truiden, woonde een zekere X. Op zekere dag ging X met zijn vriendin naar de kermis in Kortenbos. Deze man had echter een pact gesloten met de duivel, wat betekende dat hij regelmatig enkele uren als weerwolf moest rondlopen. Omdat X op de kermis plots voelde dat dat moment was aangebroken, zei hij tegen zijn vriendin: "Als je een hond zou tegenkomen, gooi dan deze zakdoek naar zijn muil. Op die manier zal het beest je geen kwaad doen." 

Omdat een weerwolf geen kruis kan oversteken, moet hij de draadjes van de zakdoek één voor één uitrafelen vooraleer hij verder kan. 

Het meisje antwoordde: "Neen, blijf maar bij mij!", waarop haar vriend: "Neen, ik moet dringend even een boodschap doen." 

Toen X weg was, kwam er een lelijke zwarte hond naar het meisje toe. Ze deed onmiddellijk wat haar vriend had gezegd, waarop de hond de zakdoek in stukken scheurde. Een kwartier later kwam X terug. Zijn vriendin vertelde hem dat ze doodsangsten had uitgestaan terwijl hij weg was. Wat verderop ging het tweetal iets drinken in een café. Het meisje bekeek haar vriend eens goed, en riep geschokt: "Jij smeerlap, je bent het zelf geweest, want de vezels van de zakdoek hangen nog tussen je tanden!" 

X zei dat ze het zich maar inbeeldde, maar het meisje wilde hem toch nooit meer zien.


Opgetekend door F. Beckers in 1947.
Bron: volksverhalenbank.be