Sint-Truiden 18.12.1888 Velm 10.02.1972
Dochter van handelaar Julien Hubert Edouard en Josephine Clotilde Denis. Schoonzus van dokter Nicolaï en van nijveraar Paul Kempeneers. Zuster van Liefde of ‘Witzuster’ 1910. Stichter Sint-Bavo-inrichting Gent en OLV van Banneux-lyceum Genk. Overste Parnassusinstituut Fantegem en Instituut OLV van de Rozenkrans Velm .
Wou de schooltjes van Velm en Stenaertberg samenvoegen in het domein Terbiest en starten met een meisjeshumaniora, maar werd niet gevolgd door mgr. Broekx en mgr. Blaton. Kocht persoonlijk het Canada-paviljoen op Expo 1958 en huisvestte hierin het lyceum te Genk. Stichter Normaalschool voor Landbouwkunde, huishoudkundig regentes 1942. Aankoop kasteeldomein Peten voor onderwijs 1954 en stichter Hogere Technische School voor Laboranten 1956. Lagere secundaire beroepsschool 1959. Nieuwbouw 1962 met wijdingsteen, geschonken door Moeder Eduarda. Gezelschapsdame was jarenlang Eugénie Celis.
In het bekken van de Melsterbeek volgen de beken eerst zuid-noord het dalend reliëf van ca. 100 naar 35 meter boven zeespiegel. Net noordelijk van het stadscentrum van Sint-Truiden buigt de Melsterbeek zelf naar het noordwesten en ontvangt de Cicindria in Melveren en de Molenbeek in Runkelen. Ze loopt dan een tijdje zij-aan-zij met de Gete en vloeit samen bij Donk. Via Demer, Dijle en Rupel gaat het richting Schelde.
De naam ‘Melster’ komt waarschijnlijk van het woord malter of mout, maar in de lokale volksmond is het gewoon ‘molenbeek’ als grootste waterloop. Ze ontspringt in Heiselt bij Jeuk, vlakbij de taalgrens. Ze is 33 kilometer lang. Waterlopen schuren beekvalleien uit en de kleilagen onder de ijstijdleem in Vochtig Haspengouw doen talrijke bronnetjes dagzomen. Langs de oevers van de Melsterbeek groeide een ketting van dorpen met omgrachte kastelen en zelfs abdijen in Nonnemielen en Terbeek. Haar stroomkracht deed graanwatermolens draaien. In Sint-Truiden zijn dat de dorpen Aalst, Brustem, Ordingen, Zepperen, Melveren, Metsteren en Runkelen.
De beken kennen in deze streek een vrij hoog verval met piekdebieten. Voor de waterbeheersing waren wachtbekkens nodig, o.m. voor de Melsterbeek in Aalst, Ordingen en Bernissem. De natte gronden in de beekvalleien waren in de 19de-20ste eeuw met waterzuchtige Canadapopulieren beplant, nuttig voor klompen, minder duurzaam timmerwerk en kisthout.
Een vistelling in 2012 bij Metsteren leverde volgende soorten op: driedoorn stekelbaars, tiendoorn, riviergrondel, bermpje en blauwband. De molenwatervallen zijn wel een drempel voor hun migratie voor paai, rust en voedselgaring, onderzoek Stef Cools.