Weustenraad, (Maria Raymond Hubert) Alfred, dichter

Loker 19.12.1860  - Sint-Truiden 12.07.1878 

Zoon van Caroline Claes (°Sint-Truiden 1834) en belastingsontvanger Louis van Zichen-Zussen-Bolder. Verwant met Emile Banning. Gezin verhuisde vaak o.a. Sint-Jans-Molenbeek 1857, Harelbeke, Lendelede, Oost-Vleteren 1869, Roeselare 1870, Koekelare 1874, Sint-Truiden 1878. Beloftevol dichter uit de Westhoek, onder invloed van Gezelle. Geïnspireerd door natuur, dood van familieleden, blauwvoeterij, geloof en eigen ziekte. Ook gedichten in ‘oud-Vlaams’. Klein Seminarie Roeselare 1869. Rodenbach richtte zijn gedicht Aan… in december 1877 aan zijn verwant en medestudent Leo Weustenraad-Rodenbach, broer van Alfred en later vrederechter in Izegem. Alfred was ll. van Verriest. Gestorven 17 jaar oud Ridderstraat  Sint-Truiden.

Publ.: Postuum Gedichten van Alfred Weustenraad, Roeselare: Julius de Meester ism. vader Weustenraad, 1881, met bespreking in De Vlaamsche Vlagge, 7, 1881, p. 77-78; gedichten De vogelkens (mei 1878) en Het perelken dauw in Oostland, nrs. 42-43, juli 1962, p. 43; gedicht Het mierken, in De muze zingt in het zuiden, Herk-de-Stad: Mikron, 1981, p. 372.
Lit.: Hugo VERRIESint-Truiden. Twintig Vlaamsche Koppen, 2, Roeselare: De Meester, 1901, p. 45-53, met portret; Ferdinand RODENBACH, Albrecht Rodenbach. Gedichten, Tielt: Lannoo, 1944, p. 151; J. DROOGMANS, Overzicht van de letterkunde te Sint-Truiden, in J. Droogmans. Verzamelde opstellen uitgegeven ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag., Hasselt: Provinciale bibliotheek, 1955, 2, p. 55 en noot 2; Wilfried BEELE, in Iepers Kwartier, 2, nr. 3, 1966, p. 55-65; Karel M. DE LILLE, in Iepers Kwartier; 5, nr. 2, 1969, p. 51; JORISSEN; Guido WULMS, in Appel, 3, 1978, nr. 3, p. 2-16; Raf SEYS, in WESTVLA, 1, p. 99-100; Romain VAN LANDSCHOOT, Albrecht Rodenbach. Biografie, Tielt: Lannoo, 2002, p. 495.


ONTDEKKING VAN DE DAG

Trofeeën aan de muur: het luie landleven

In de oudheid werden in oorlog of jacht veroverde trofeeën aan een stok opgehangen. Dit motief ging een eigen leven leiden als allegorische decoratie. Kalksnijders modelleerden in het nog vochtige stucwerk voorwerpen tussen bloemenslingers aan linten opgehangen. 

In het stadhuis op de Grote Markt op het 'schoon verdiep' zijn in de hoge vestibule de vier kunsten en twee speciale thema's uitgewerkt, de zeevaart en het landleven. Die laatste werken dateren waarschijnlijk uit de Hollandse periode (1815-1830) onder burgemeester J.A.N. Van den Berck. Scheepvaart en de Nederlandse vertaling van Vergilius wijzen daarop. 




Lees: Franz AUMANN, Symboliek op het 'schoon verdiep' van het Sint-Truidense stadhuis, in Sint-Truiden een zoektocht naar symbolen, Open Monumentendag Vlaanderen, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2002, p. 19-27; Het stadhuis van Sint-Truiden. Hart van de democratie, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2018, p. 56-61.