Hoeve met losstaande bestanddelen, voormalige afhankelijkheid van de abdij van Sint-Truiden, door middel van gesmede ijzeren ankers in de voorgevel van het woonhuis gedateerd 1683. Belangrijk element in een gaaf bewaard landschap; resten van de vroegere omgrachting ten westen. Gebouwen in baksteenbouw en leembouw, gegroepeerd rondom het rechthoekig erf.
Ten westen, woonhuis van vijf traveeën en anderhalve bouwlaag onder licht gebogen zadeldak (mechanische pannen), met rechts schild. Bakstenen gebouw op een licht verhoogde begane grond. Gesmeed ijzeren muurankers met krullen. Mergelstenen hoekbanden. Op de benedenverdieping, kalkstenen kruiskozijnen met negblokken, sponningbeloop en diefijzers; dubbele ontlastingsboogjes van een rollaag en een platte laag; kleine rechthoekige, kalkstenen bovenvensters met negblokken. Korfboogdeur ingeschreven in een rechthoekige, kalkstenen omlijsting met negblokken; ovaalrond bovenlicht in een rechthoekige, kalkstenen omlijsting. Bolronde, geprofileerde, kroonlijst van mergelsteen.
De achtergevel is voorzien van vier kleine rechthoekige vensters van kalksteen, met geprofileerde omlijsting, negblokken en diefijzers; korfboogdeur in een rechthoekige vlakke omlijsting van kalksteen met negblokken en vlakke sluitsteen.
Interieur: Oorspronkelijke schouwen en deuren. Links in het verlengde van het woonhuis bakstenen paardenstal van twee traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen), gedateerd 1785 door middel van baksteenkoppen in de zijgevel. Twee rechthoekige, houten zolderluiken, twee kleine rechthoekige vensters van kalksteen met neg en twee rondboogdeuren in kalkstenen omlijsting met vlakke aanzetstenen en sluitsteen; bakstenen ontlastingsboog van twee platte lagen met een rollaag ertussen. Zijgevel met vlechtingen.
Ten noordoosten, L-vormig complex, bevattende een koestal en een wagenhuis onder zadeldaken (Vlaamse en mechanische pannen) met rechts schild aan het wagenhuis. Koestel van vier traveeën in overkalkt stijl- en regelwerk met lemen vullingen. Wagenhuis van drie traveeën. Ten oosten, lage varkensstal van tien traveeën onder lessenaarsdak met luifel aan de voorgevel (mechanische pannen). Stijl- en regelwerk met witgekalkte, lemen vullingen; rechter gedeelte van baksteen.
Ten zuiden van het erf, dwarsschuur van drie traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen). Stijl- en regelwerk met lemen vullingen, op sommige plaatsen door asbestplaten vervangen. Lage, bakstenen stoel. Rechthoekige poort en kleiner poortje. Pannen beschieting der rechter zijgevel, en aanbouwsel onder afdak, links tegen de voorgevel.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Hoeve Ten Roye [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/83606 Geraadpleegd op 12-11-2019
In de oudheid werden in oorlog of jacht veroverde trofeeën aan een stok opgehangen. Dit motief ging een eigen leven leiden als allegorische decoratie. Kalksnijders modelleerden in het nog vochtige stucwerk voorwerpen tussen bloemenslingers aan linten opgehangen.
In het stadhuis op de Grote Markt op het 'schoon verdiep' zijn in de hoge vestibule de vier kunsten en twee speciale thema's uitgewerkt, de zeevaart en het landleven. Die laatste werken dateren waarschijnlijk uit de Hollandse periode (1815-1830) onder burgemeester J.A.N. Van den Berck. Scheepvaart en de Nederlandse vertaling van Vergilius wijzen daarop.