In het centrum van Gorsem leidt van op de hoofdweg van Sint-Truiden naar Gorsem een smal verhard pad naar de 304435. De voetweg loopt op de grens van twee voortuinen tussen hagen en komt uit aan de zijkant van de kerk op het kerkhof. Dit paadje vormt een alternatieve toegang tot de kerk, parallel met de hoofdtoegangsweg. Op historische kaarten is te zien dat de parochiekerk ingeplant is op enige afstand van de dorpsstraat en dat de tussenliggende ruimte met de straatkant ingevuld wordt door een tweetal huizen. De kerk was dus niet direct bereikbaar van op de straat. De kerkwegel werd vermoedelijk aangelegd om een tweede, rechtstreekse toegang tot het kerkhof te hebben.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Kerkwegel Gorsem [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/304435 Geraadpleegd op 12-11-2019

In Melveren , een gehucht van Sint-Truiden, woonde een zekere X. Op zekere dag ging X met zijn vriendin naar de kermis in Kortenbos. Deze man had echter een pact gesloten met de duivel, wat betekende dat hij regelmatig enkele uren als weerwolf moest rondlopen. Omdat X op de kermis plots voelde dat dat moment was aangebroken, zei hij tegen zijn vriendin: "Als je een hond zou tegenkomen, gooi dan deze zakdoek naar zijn muil. Op die manier zal het beest je geen kwaad doen."
Omdat een weerwolf geen kruis kan oversteken, moet hij de draadjes van de zakdoek één voor één uitrafelen vooraleer hij verder kan.
Het meisje antwoordde: "Neen, blijf maar bij mij!", waarop haar vriend: "Neen, ik moet dringend even een boodschap doen."
Toen X weg was, kwam er een lelijke zwarte hond naar het meisje toe. Ze deed onmiddellijk wat haar vriend had gezegd, waarop de hond de zakdoek in stukken scheurde. Een kwartier later kwam X terug. Zijn vriendin vertelde hem dat ze doodsangsten had uitgestaan terwijl hij weg was. Wat verderop ging het tweetal iets drinken in een café. Het meisje bekeek haar vriend eens goed, en riep geschokt: "Jij smeerlap, je bent het zelf geweest, want de vezels van de zakdoek hangen nog tussen je tanden!"
X zei dat ze het zich maar inbeeldde, maar het meisje wilde hem toch nooit meer zien.
Opgetekend door F. Beckers in 1947.
Bron: volksverhalenbank.be