Kasteel van Ordingen

Zogenaamd "Kasteel van Ordingen", voormalige waterburcht. Oorspronkelijk slot van de Heren van Ordingen; speelde door zijn strategische ligging op de grens van het graafschap Loon, het prinsbisdom Luik en het hertogdom Limburg een belangrijke rol; verwoest tijdens de slag van Brustem (1467), maar heropgebouwd door W. de Horion tijdens de 16de eeuw. In 1611 aangekocht door de landcommanderij Alden Biesen, en in 1633 omgebouwd tot commanderij der Duitse Orde; de burcht bleef in die vorm behouden tot begin 19de eeuw, toen P. de Libotton, die het goed na de onteigening tijdens de Franse bezetting gekocht had, het verblijf der ordebroeders en de kapel verving door een kasteel in laat-classicistische stijl; dit kasteel werd in de tweede helft van de 19de eeuw vervangen door het huidige, neorenaissancekasteel, gebouwd in opdracht van H. de Pitteurs Hiegaerts.

In zijn huidige vorm een omgracht complex, op de noordelijke oever van de Melsterbeek, en bereikbaar langs een brede dreef; het park werd in de loop der zestiger jaren verkaveld en gerooid.

Van de 17de-eeuwse commanderij bleven de volgende delen bewaard: het poortgebouw met wachthuis, een hoektoren, en het commandeurshuis.

Ten zuidoosten, poortgebouw met wachthuis: langgestrekt gebouw van acht traveeën en twee bouwlagen onder licht gebogen zadeldak (leien) met dakkapellen, en tegen de noordoostgevel aanleunende, vierkante toren van één travee en drie bouwlagen onder schilddak (windvanen, en getrapt dakvenster op de noordoostzijde); jaartal 1633 op een gevelsteen met wapenschild van commandeur van Amstenraedt (zuidoostgevel boven de poort). Bakstenen gebouw met gesmeed ijzeren muurankers, en gebruik van kalksteen voor hoekbanden en omlijstingen. De zuidoostelijke gevel is voorzien van een centrale korfboogpoort in een verdiepte, rechthoekige omlijsting van kalksteen, gemarkeerd door een puntvormige gevelverhoging; kleine, rechthoekige vensters met negblokken, en enkele kloosterkozijnen met negblokken in het linker gedeelte. De noordwestgevel heeft een rondboogpoort in een vlakke omlijsting met negblokken; de poorttravee wordt gemarkeerd door een trapgevel met twee kleine muuropeningen en een bolkozijn; het linker gedeelte is voorzien van kloosterkozijnen en langwerpige vensters, beide verrijkt met negblokken; het rechter gedeelte is aangepast in de eerste helft van de 18de eeuw: kloosterkozijnen en rechthoekige venstertjes in vlakke omlijstingen (deels herbruikt materiaal). Getrapte zijgevels. De hoektoren is afgewerkt met verschillende boven elkaar geplaatste baksteenlijsten onder de dakrand; rechthoekige vensters en kloosterkozijnen met negblokken.

Ten noorden, commandeurswoning: L-vormig gebouw van twee bouwlagen onder zadeldaken (leien) met dakkapellen. Bakstenen gebouw met gesmeed ijzeren muurankers en verwerking van kalksteen voor hoekbanden en omlijstingen. De noordoostgevel is opgevat als voorgevel, met een versneden, overhoekse steunbeer, links; lijstgevel van drie traveeën, met aansluitend twee traveeën van de noordoostelijke zijgevel der haakse noordwestelijke vleugel, bekroond met een getrapte geveltop (negen trappen en topstuk); kloosterkozijnen en rechthoekige benedenvensters met negblokken; de deur bevindt zich op de tweede bouwlaag: rondboogdeur met trap en pui, afgesloten door een hek. De trapgevel heeft een rechthoekige deur op de benedenverdieping, een drieledig kruiskozijn, een kruiskozijn, en een rondboogvenstertje met aanzetstenen en sluitsteen met korte druiplijst. Getrapte zuidwestelijke zijgevel met van negblokken voorzien rondboogvenstertje in de top, en later ingemetste gevelsteen met jaartal 1740 en wapen van de Duitse Orde. De zuidwestgevel is voorzien van een (later aangebouwde) bijbouw onder lessenaarsdak tegen de benedenverdieping; aangepaste muuropeningen in dit gedeelte, twee rechthoekige venstertjes met negblokken op de tweede bouwlaag.

De zuidwestvleugel, waarschijnlijk het stalgedeelte, is sober van afwerking: rechthoekige muuropeningen (met laadvenster op de tweede bouwlaag) met negblokken. Getrapte zijgevel. Van de aanleunende schuur (?) onder zadeldak bleven slechts enkele resten bewaard.

Thans alleenstaande, westelijke hoektoren: vierkante toren van één travee en drie bouwlagen onder geknikt tentdak (leien): verankerd bakstenen gebouw met afwerking van kalksteen voor de spleetvormige schietgaten en rechthoekige vensters met negblokken; duiventil op de bovenste bouwlaag.

Ten noordoosten, neorenaissance kasteel uit de tweede helft van de 19de eeuw, na bombardement in 1940 vrijwel volledig heropgebouwd. Gebouw met complexe vorm, op de verschillende zijden voorzien van hoektorens met sterk gedifferentieerde vorm en bedaking. Baksteenbouw met verwerking van natuursteen voor hoekbanden, banden, omlijstingen en ornamenten.


Bron     : Schlusmans F. met medewerking van Gyselinck J., Linters A., Wissels R., Buyle M. & De Graeve M.-Ch. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs :  Schlusmans, Frieda
Datum  : 1981

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Kasteel van Ordingen [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23085 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

Coenegrachts, Herman, aalmoezenier

Millen 28.10.1823  - Morelia (Mex.) 06.11.1865  

Molenaarszoon Wintershoven. Priester 1851, jongere broer van pastoor Hendrik Coenegrachts van Wilderen-Duras. Kapelaan hoofdkerk en eerste rector van Sint-Marten 1855, woonde op het huidige Sint-Maartenplein  tegen het vroegere kerkhof. Leraar middelbare school. Geesteszorg voor soldaten van nabijgelegen kazerne. 

Werd na tussenkomst van Mgr. De Ram, rector Leuven, aalmoezenier van Belgisch expeditiekorps als steun voor Maximiliaan, keizer van Mexico en schoonzoon van Leopold I in 1864. Scheepsreis met ‘Tampico’ van Saint-Nazaire naar Vera Cruz jaarwisseling 1864-1865 met het derde detachement. Nederlaag in Tacambaro 1865. 

Richtte met enkele geneesheren militair hospitaal op in Morelia. Bij tyfusepidemie zelf bezweken in huis van notabele. Wegens verdiensten uitzonderlijk begraven in koor van Sint-Antoniuskapel nabij OLV-kerk van Morelia. Kelk geschonken door parochianen van Sint-Marten in 1864 werd in 1866 terugbezorgd aan de Sint-Maartenkerk  ST


Morelia (Mex.), kathedraal


Info: Danny Gennez, Jan Vanaudenaerde, Albert Daerden en Ludo Melard.
Lit.: G.A. ADRIAENS, Biographie de M. Herman Coenegrachts, aumônier des Belges au Mexique, Brussel: de Cock, 1870, uit: LOISEAU; J. MUYLDERMANS, Een Limburgsch legeraalmoezenier, Herman Coenegrachts, in Limburg, 9, 1927-1928, p. 27-31; Albert DUCHESNE, L’expédition des volontaires belges au Mexique 1864-1867, (Bijdragen Centrum voor Militaire Geschiedenis, 3), Brussel, 1967-1968, p. 53, 209, 220, 225 en 434; Achille THIJS, Historie rond een oude kelk uit de St.-Maartenkerk te St.-Truiden, in HBVL, 19/20.08.1972; Monique LEFEBVRE, Het Belgische Vrijwilligerskorps in Mexico 1864-1867, in Tijdschrift van het Museum van het kamp van Beverlo, 31, april-mei-juni 2003, p. 12-16; BEKTRUI, 1, 2004, p. 1; Jos VERHEYDEN, Aalmoezenier Herman Coenegrachts. Een bekende Truienaar, in BINK, 8, 3de kwartaal 2005, p. 14-16; Laurent COENEGRACHTS en Ludo MELARD, E.H. Coenegrachts, priester van het bisdom Luik, legeraamoezenier (1823-1865), in GOGRI-tijdschrift, jg. 9, extra nr., november 2012, p. 17-20.