Hasselt 21.07.1938 – Sint-Truiden 19.01.1999 , x Maggy Knaepen
Kleinzoon van Maaseikse beeldhouwer. Zoon van Jeanne Gerrits en Flor, regent Frans, VNV-schepen, auteur en stichter-directeur Erasmusschool Hasselt. Ll. Broeders van Liefde Hasselt en College Bree. Romaanse taalkunde Leuven 1960 met scriptie over Antigone in de Franse letterkunde en Animateur pédagogique BELC Grenoble 1972. Leraar Frans H.Grafinstituut Sint-Truiden 1966. Houtstraat.
Medewerker leerboeken Frans, encyclopedieën, cultuurpagina’s kranten, Dietsche Warande en Belfort, Yang, Vlaanderen, Zefier, Tijdspiegel en Limburg Vandaag. Medestichter en redacteur literaire tijdschrift Appel 1976-1999. Lid Vereniging Limburgse Schrijvers en Provinciale commissie bibliotheken en literatuur. Gedichten en novellen. Literair-historische artikels. Postuum provinciale prijs Gulden Spoor 2000.
Gaf naam aan jaarlijkse poëzieprijs stad Sint-Truiden 2000.
In het bekken van de Melsterbeek volgen de beken eerst zuid-noord het dalend reliëf van ca. 100 naar 35 meter boven zeespiegel. Net noordelijk van het stadscentrum van Sint-Truiden buigt de Melsterbeek zelf naar het noordwesten en ontvangt de Cicindria in Melveren en de Molenbeek in Runkelen. Ze loopt dan een tijdje zij-aan-zij met de Gete en vloeit samen bij Donk. Via Demer, Dijle en Rupel gaat het richting Schelde.
De naam ‘Melster’ komt waarschijnlijk van het woord malter of mout, maar in de lokale volksmond is het gewoon ‘molenbeek’ als grootste waterloop. Ze ontspringt in Heiselt bij Jeuk, vlakbij de taalgrens. Ze is 33 kilometer lang. Waterlopen schuren beekvalleien uit en de kleilagen onder de ijstijdleem in Vochtig Haspengouw doen talrijke bronnetjes dagzomen. Langs de oevers van de Melsterbeek groeide een ketting van dorpen met omgrachte kastelen en zelfs abdijen in Nonnemielen en Terbeek. Haar stroomkracht deed graanwatermolens draaien. In Sint-Truiden zijn dat de dorpen Aalst, Brustem, Ordingen, Zepperen, Melveren, Metsteren en Runkelen.
De beken kennen in deze streek een vrij hoog verval met piekdebieten. Voor de waterbeheersing waren wachtbekkens nodig, o.m. voor de Melsterbeek in Aalst, Ordingen en Bernissem. De natte gronden in de beekvalleien waren in de 19de-20ste eeuw met waterzuchtige Canadapopulieren beplant, nuttig voor klompen, minder duurzaam timmerwerk en kisthout.
Een vistelling in 2012 bij Metsteren leverde volgende soorten op: driedoorn stekelbaars, tiendoorn, riviergrondel, bermpje en blauwband. De molenwatervallen zijn wel een drempel voor hun migratie voor paai, rust en voedselgaring, onderzoek Stef Cools.