Wulms, Guido (Jozef Flor), auteur

Hasselt 21.07.1938 Sint-Truiden 19.01.1999 , x Maggy Knaepen 

Kleinzoon van Maaseikse beeldhouwer. Zoon van Jeanne Gerrits en Flor, regent Frans, VNV-schepen, auteur en stichter-directeur Erasmusschool Hasselt. Ll. Broeders van Liefde Hasselt en College Bree. Romaanse taalkunde Leuven 1960 met scriptie over Antigone in de Franse letterkunde en Animateur pédagogique BELC Grenoble 1972. Leraar Frans H.Grafinstituut Sint-Truiden 1966. Houtstraat. 

Medewerker leerboeken Frans, encyclopedieën, cultuurpagina’s kranten, Dietsche Warande en Belfort, Yang, Vlaanderen, Zefier, Tijdspiegel en Limburg Vandaag. Medestichter en redacteur literaire tijdschrift Appel 1976-1999. Lid Vereniging Limburgse Schrijvers en Provinciale commissie bibliotheken en literatuur. Gedichten en novellen. Literair-historische artikels. Postuum provinciale prijs Gulden Spoor 2000. 

Gaf naam aan jaarlijkse poëzieprijs stad Sint-Truiden  2000.

Publ.: Ontmoeting met Jean Anouilh, Brugge: Orion, 1969; met Miel Vlecken, Dokter, dokter mijn school is ziek, Brugge: Orion, 1970; Tu parles, Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel, 1974; Verhelderend boek over wereldberoemd Luikenaar. 100 miljoen Simenons…, in De Gazet van Antwerpen, 22.07.1974; Sint-Trudo in de literatuur, Sint-Truiden. Appel, 1977; Jan-Hendrik Bormans, Antwerpen: VTB, 1978; gedicht Ik kijk in de spiegel van de nacht, in De muze zingt in het zuiden, Herk-de-Stad: Mikron, 1981, p. 383; De nagelaten geschriften van Abel Baumgarner, Herk-de-Stad: Micron, 1981; Simon Michaël Coninckx, Sint-Truidens fabeldichter (1750-1839), in HBHEYN, p. 391-409; Literaire gids voor Limburg, Schoten: Hadewijch, 1985, J.H. Bormans over de literatuur van zijn tijd (1840-1846), in Hulde-album Dr. F. Van Vinckenroye, Hasselt: Provinciaal Hoger Handelsinstituut, 1985, p. 321-329; Hendrik Prijs, in Limburgse monografieën, 5, 1994, nr. 2; postuum Jan-Hendrik Bormans, in Limburgse monografieën, 12, 2001, nr. 2.
Info: HIP archief o.a. tijdschrift Appel en literatuurhistorische nota’s. 

Lit.: Dries JANSSEN, Twee Limburgse leraars roeren de trom, in HBVL, 29.09.1970; LIMBURGERS, p. 227-229; Oostland, nr. 56, juni 1976, p. 75-76; Erik VANLANGENDONCK, Guido Wulms, (Kunstenaars in de kijker), Ontmoeting, Sint-Truiden. Davidsfonds, jg. 28, nr. 5, januari 1999, p. 9; Jubileumnummer 1975-2000, in Appel. Driemaandelijks literair tijdschrift Sint-Truiden-Maastricht, maart 2000, p. 1-10, met bijdrage door Jean SEVEREIJNS, Een goed gevoel; Jan GERITS, aflevering over Guido Wulms in 



ONTDEKKING VAN DE DAG

Een sponsorbord in mergel

Een sponsorbord in mergel

Dorpskenner Hubert Hoche (+) van Kerkom liet in 2002 een raadseltje oplossen, dat de Open Monumentendagfolder in 1990 open liet. Hoog in de kerktoren zit een verweerde steen met wapenschild ingemetseld. Met hulp van een verrekijker en het wapenboek van de Belgische adel kennen we nu wel het antwoord: Hyacinthe de Chestret, Luikenaar van formaat, liet er zijn merk achter.

Zeer waarschijnlijk sponsorde hij de heropbouw van de kerktoren in 1861 naar ontwerp van Isidore Gérard. Rond die tijd werd hij levenslang burgemeester van Kerkom. Hyacinthe was oud-militair, liberaal senator én suikerfabrikant in Bernissem. Hij trouwde in 1834 met de dochter de Selys van het lokale Alsterdomein. Voor een goed begrip: het gaat om het zogenaamde ‘Rood Kasteel’, waar zijn familie in 1889 het mooie kasteeltje bouwde midden in een groot Engels landschapspark. Paul Hayen (+) legde er later zijn stoeterij ‘Darby Farm’ aan. De dreef van aan de Naamse Steenweg leidt naar het ander, ‘Wit Kasteel’ van Kerkom, eigendom van de Brouckmans en later van Porreye.

In 1852 kreeg bietsuikerbaron de Chestret van Leopold I een echte titel met kroon. Die prijkt met z’n negen parels boven op het wapenschild. De geelgrijze mergelsteen heeft intussen wat parels laten vallen, maar het familielogo is nog best herkenbaar. In heraldisch jargon luidt het: doorsneden van zilver, met een leeuw van sinopel, gekroond met goud, getongd in keel, met op azuur drie zespuntige gouden sterren. Het schil is getopt met een baronnenkroon en gehouden door twee gekroonde en omgewende gouden leeuwen. De steen op de kerktoren toont nog twee gekruiste palmen onderaan. Natuurlijk zit er geen kleur (meer) op de mergel, maar in mensentaal heeft het schild beneden een groen leeuwtje op wit en bovenaan drie gele sterren op blauw. Twee gele leeuwen houden het blazoen recht. Die zien er met hun abnormaal naar buiten gekeerde muilen vervaarlijk lelijk uit.

Mergel is versteende kalkmodder, opgebouwd uit de skeletafval van zeediertjes, 66 miljoen jaren oud en gezaagd uit groeven in Zuid-Oost-Limburg. De juiste naam is Maastrichtersteen of krijtsteen. Architect Gérard gebruikte mergel ook voor versieringen aan zijn andere gebouwen, zoals het afgebrande kasteel van Nieuwerkerken, het afgebroken casino op het huidige Europaplein of het kerkje van Ordingen. Als Henegouwse leerling van de Gentenaar Louis Roelandt vestigde hij zich in onze provinciestad rond 1848, maar verliet ze in 1861 om stadsarchitect te worden in Hasselt. Hij vertrouwde op de zachte Limburgse steen die je kan bewerken met timmermansgereedschap zoals zaag en schaaf. Maar uitstekende reliëfdetails in mergel verweren gemakkelijk, zo bleek later.



De steen in gele mergel zit boven de ingangsdeur


Overigens heeft de Sint-Maartenskerk  op de valleihelling van de Cicindria , ondanks de verwoestende brand van 11 januari 1975, nog wat leuke details in petto: jonker Laurens van Alster liet er zich in 1539 voor eeuwig verstenen in harnas, met lang ruiterzwaard en met de voeten rustend op z’n hazewind. Het kerkhof van Kerkom telt veel oude grafkruisen, al vanaf 1623, en op de hekpijlers zijn van de ingang zijn evangelieteksten gebeiteld.
Wie er het fijne van wil weten kan terecht in de stedelijke openbare bibliotheek, in het fonds Trudonensia, waar per dorp een documentatiemap is aangelegd. Over mergel is er de ‘Atlas natuursteen in Limburgse monumenten’ geschreven door Roland Dreesen en Michiel Dusar. Om wapenschilden te ontcijferen neem je best het ‘Wapenboek van de Belgische adel van de 15de tot de 20ste eeuw', in 1992 geschreven door Paul Janssen en Luc Duerloo.