Park van het Kasteel De Motte

Slecht bewaard, langgerekt kasteelpark in landschappe­lijke stijl met pittoresk karakter uit het derde kwart van de 19de eeuw met ouder perceel lustbos uit rond 1900; oudere, omgrachte site met feodale wortels en neerhofopperhofstructuur; kasteel, boerderij en dominante poorttoren gerestaureerd en verbouwd in 1868 en 1887 in eclectische stijl.

Het goed ligt ten zuiden van de Romeinsesteenweg, ten oosten van de dorpskern op de zuidoostelijke flank van de Fonteinbeek, een bijbeek van de Herk, en is begrensd door de Mettekovenstraat ten oosten en de Grootgelmenlaan en de Fonteinbeek ten westen.

De Motte was de zetel van een feodaal leen dat tussen 1342 en 1367 in het bezit kwam van de familie van Broeckom, die opgevolgd werd door de van der Borcht en de van Ryckel. Tussen 1531 en 1589 werd er een nieuw kasteel gebouwd, dat later 'hoff van der Motte' heette en in de opeenvolgende akten van verhef beschreven werd als een versterkt huis met ophaalbrug, vijvers, tuin en aanhorigheden. In 1589 werd het goed verworven door Jan van Herckenrode, licentiaat in de rechten, heer van Mulcken en burgemeester van Tongeren. In 1651 is het goed met inbegrip van zijn boomgaarden, landerijen en bos 13 bunder groot. Het kasteel viel in 1690 de vlammen ten prooi, zodat slechts het neerhof en de donjon overeind bleven. Een 19de-eeuwse reconstructietekening (in privé-bezit) van de ingangpoort, gemaakt door de bekende genealogist Leon de Herckenrode, toont het in deze vorm. In de kelder zou een kern van de middeleeuwse woontoren bewaard gebleven zijn. Baron de Herckenrode verkocht De Motte, het erfdeel van zijn echtgenote en nicht Marie Thérèse de Herckenrode, aan haar oom Jean Guillaume Ulens. In 1851 vererfd door Paul François Marie Ulens werd het kasteel, dat in 1758 wederopgebouwd was, in de voor de 19de eeuw typische historiserende stijl gerestaureerd en verbouwd. De familie Ulens was ook verantwoordelijk voor de verlandschappelijking van de omgeving. In 1977 en tot 1988 kwam het kasteel in handen van René de Borman. Na jaren van leegstand werd er sedert 1995 een drastische renovatie doorgevoerd en met een herbestemming in 1997 als horeca.

De Ferrariskaart (1771-1775) toont een U-vormig gebouw langsheen de nu verdwenen Zoutstraat en een omgrachte overtuin temidden van boomgaarden. Op het Primitief kadaster (1824) wordt dit een omgrachte (perceel 405), monumentale gesloten hoeve met vierkante binnenplaats (perceel 406), kasteel ten westen (perceel 404), lustgrond (terrain d'agrément) omgeven door boomgaarden ten zuiden en de omgrachte overtuin met moestuin ten oosten (perceel 409 en 410). De kadastrale opmetingsschetsen tonen de halvering en de aanpassingen van de hoevegebouwen in 1865 en 1868 en de verfraaiing met hoektorentjes van het kasteel, het bijbouwen van de toren in 1868 en van een noordelijke dienstvleugel bij de hoeve en tensotte de uitbreiding van het kasteel met een halfronde wintertuin tegen de zuidgevel in 1883. In 1887 gebeurde een enclosure-operatie waarbij de Zoutstraat over de lengte van het park afgeschaft werd en de voormalige overtuin in het domein kwam te liggen. Een postkaart van rond 1909 toont de tuinen ten zuiden aan de voet van het gemonumentaliseerd kasteel: ronde grasperken en corbeilles, opgestelde kuipplanten, leifruit tegen de torengevel en een fraaie wintertuin. Op de Dépot-kaart (opname 1871, uitgave 1878) gebeurt de toegang tot De Motte vanuit het westen, de richting van het dorp en bestaat ook het tracé van de Zoutstraat nog. Ten oosten daarvan ligt nog de U-vormige gracht, ten westen liggen twee parallele grachtarmen en ten zuiden twee stroken park, begrensd door boomgaarden. De stafkaart uitgegeven in 1937 toont een meer geëvolueerde toestand zoals hierboven beschreven, met inlijving van de Zout­straat en uitbreiding van het park naar het oosten. Van de U-vormige gracht is geen spoor meer, ten westen is de zuidelijke arm parkvijver geworden en de noordelijke verkleind. Het domein is nu ook langs de Mettekovenstraat toegankelijk (op het tracé van de Zoutstraat) en de westelijke oprit is naar het oosten doorgetrokken. De toegang aan de Mettekovenstraat gebeurt nu via een banaal, recent inrijhek. Het park bestaat uit weilanden en grasvelden met solitaire bomen, bomengroepen, en een recente dreef ten noorden en zuiden van de omgrachte kasteelsite. Een ouder lustbos ligt ten oosten. De omgrachting met gemetselde en gecementeerde keermuren is deels tot vijver verbreed. Een gemetselde muur is de restant van een spievormige moestuin uit de tweede helft van de 19de eeuw, gelegen tussen de Grootgelmenlaan en de Fontein­beek.

Bomen

Drie bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), fijnspar (Picea abies), gewone beuk (Fagus sylvatica), gewone es (Fraxinus excelsior), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), gewone robinia (Robinia pseudoacacia), Japanse notenboom (Ginkgo biloba), gewone esdoorn met purperrode bladonderkant (Acer pseu­doplatanus 'Purpureum'), zilverlinde (Tilia tomentosa), zomereik (Quercus robur), zuilvormige eik (Quercus robur ''Fastigiata'), en nieuwe dreef van kleinbladige linde (Tilia cordata).


Bron     : DE MAEGD C. & VAN DEN BOSSCHE H. 2003: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 1: Gingelom, Halen, Herk-de-Stad, Nieuwerkerken, Sint-Truiden, Brussel, Agentschap RO-Vlaanderen. Onroerend Erfgoed.
Auteurs :  De Maegd, Christiane, van den Bossche, Herman
Datum  : 2003

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Park van het Kasteel De Motte [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/303477 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

Flamend, Jan Alfons, leraar

Gelinden 15.07.1900   Hasselt hosp. 30.03.1986   Paula Vanham 

Zoon van kleermaker-herbergier Jean Leopold en Marie Josephine Clémentine Vlekken. Grootvader van publicist Jan Flamend.  

Regent. Speechschrijver  voor Fred Bertrand en burgemeester Thenaers. Leraar  Frans, geschiedenis en muziek middenschool Koninklijk Atheneum. Zanger van op de stadhuistoren. Organist kerk Nieuw Sint-Truiden. Houtstraat. Pilotenhulp tijdens WO II. 

Even dienstdoend burgemeester  bij bevrijding WO II. Later medewerker Jules Boden, fabriek Trudo-fruitsappen voor franstalige briefwisseling, geleide bezoeken en druivenaankoop in Frankrijk. Correspondent fruitteelt in La Libre Belgique. Artikels in De Standaard en Ons Volk. Artikelenreeks Oud-Sint-Truiden in De Tram. Meerdere edities van gids over Sint-Truiden, aanvankelijk gebaseerd op gidsencursus Polyd. Daniëls. 

Medestichter stedelijke dienst voor toerisme. Bevriend met senator de Marneffe, Fred Bertrand, zanger Mansouck, schoonbroer Paul Blavier, schilder Tysmans, commissaris Lambeets, gebroeders Stultjens, dokter Jammaers e.a.

Publ.: Schilder Joz. Tijsmans, in Ons Volk, 18, 1932, nr. 1, 3 januari, p. 14-15.; Het merkwaardige Oud-St. Truiden, in Ons Volk, jg. 18, 1932, nr. 38, 18 september, p. 602-603, nr. 40, 2 oktober, p. 634-635, nr. 41, p. 654, met dankbetuiging aan gids E.H. Daniëls; Begijnhof, (Oud-Sint-Truiden), in De Tram, 18.06.1932; Een gelukkig initiatief te Sint Truiden. De restauratie van het kerkje van Guvelingen, in cultureel bijvoegsel HBVL, 25.08.1937; Gids voor Sint-Truiden, Sint-Truiden. 1936, met 2 heruitgaven in 1957 en 1980 (…Groot-Sint-Truiden).
Info: Paul Flamend.
Lit.: JORISSEN; LONDOZ, De lijdensweg van de Gids voor Groot-Sint-Truiden, in De Gazet van Antwerpen, 11.12.1980; Zc, De nieuwe gids van groot Sint-Truiden is er, in HLN, 16.04.1982.