Hoeve met losstaande bestanddelen, met kern uit de 18de eeuw en dienstgebouwen uit de 19de eeuw, vlak bij de straat gelegen; het centrale gebouw ligt midden van het erf (nok loodrecht op straat), en heeft ijzeren hekjes aan weerszij van de straatgevel; in het verlengde van het rechtse hek een haag. De hoeve, een tweegezinswoning, bestaat uit twee L-vormige gebouwen, alle in wit overkalkt stijl- en regelwerk met lemen vullingen onder zadeldaken (Vlaamse pannen).
Links, hoog woonhuis van vier traveeën (nok loodrecht op straat), met onderkelderde opkamer in de twee eerste traveeën; de bovenbouw vertoont sporen van een rijke houtconstructie; kleine vensters en een deur. De achtergevel is grotendeels versteend.
Aangebouwde travee onder lessenaarsdak tegen de rechter- en linker zijgevel; waterput tegenover laatst genoemde.
De haakse aanbouw is lager, telt vier traveeën en bevat de stal en de schuur; een zolderluik en drie deuren. Aangebouwde travee onder lessenaarsdak tegen de linker zijgevel. Het rechtse gebouw telt vijf traveeën met nok loodrecht op straat (stallen), en een haakse schuur; vier deuren in de stallen, en enkele kleine vensters; een deur in de schuur. De straatgevel is versteend en voorzien van een asbestplaten beschieting.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Hoeve [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23157 Geraadpleegd op 12-11-2019
In de schepenzaal van het 18de-eeuwse stadhuis op de Grote Markt ontvangt het stadsbestuur nu voorname gasten en overheden om beleid te onderhandelen, en akten officieel te ondertekenen. Voor 1800 zetelden hier de schepenen van de beide heren, maar dan werkelijk als rechters in burgerlijke en criminele zaken. Een berucht proces was dat tegen de brandstichters in 1784, Suske de Poup, 't Voorvelleke en hun medeplichtigen.
In dit lokaal hangen zeven ovale stucmedaillons met daarin grisailles op doek. Het trompe l'oeuil van deze grijze schilderijtjes geeft een 3D-effect en was minder duur dan echt modelleerwerk. De onderwerpen moesten de geleerdheid van de zittende heren van deze rechtbank benadrukken. De geest van Verlichting met rede en wetenschap is hier duidelijk aanwezig. De hoe bezoekers van andere steden in de 18de eeuw zullen ogen tekort gehad hebben om dit allemaal te ontcijferen en bewonderen. Dit is duidelijk een pronkzaaltje van de assertieve stad Sint-Truiden.
De tafereeltjes tonen mollige gevleugelde jongetjes of 'putti' die druk in de weer zijn met kunst en wetenschap: astronomie, architectuur, muziek, alchemie, beeldhouwkunst, handel-rekenkunst en schilderkunst. Niet toevallig signeerde Diestenaar Pieter-Jan De Craen dit laatste tafereeltje met DE CRAEN F(ecit) ! Hij verdiende drie kronen per tafereel met deze opdracht.
Astronomie: drie putti zijn druk doende met hun observaties. In een leeg decor hanteert een jongetje een zeekijker, gericht naar de hemel. Op de voorgrond bestudeert een staande putto met loep het armillarium op voet. Vooraan liggen nog een telescoop, een passer en een winkelhaak. De zittende putto wijst een plek aan op een wereldbol op voet.
Alchemie: in een interieur met wandrekken vol rokende kolven, destilleertoestel en vaatjes zijn drie putti aan het werk. Vooraan een rieten bloemenmandje en achteraan een haard. Eén jongetje, zittend op een kussen in een stoel met armleuningen, beoordeelt de inhoud van een glazen kolf, terwijl een destilleertoestel met stookdeurtje overloopt naar een kolf met handvatten. Zijn helper stampt in een vijzel op sokkel producten fijn en het derde figuurtje brengt een kom bij. De strik van het ophanglint is hier rijker dan bij de andere medaillons en gedecoreerd met een bloempjesrank.