Zogenaamd "Hof van Maasrode". Hoeve met complexe vorm, met kern uit de tweede helft van de 17de eeuw (?), in de tweede helft van de 19de eeuw sterk aangepast en gedeeltelijk herbouwd. Thans ingericht als café en rijschool. Vrij gave, landelijke omgeving met boomgaarden; een korte oprit verbindt de inrijpoort met de straat; het woonhuis is omringd door een tuin, die met een ijzeren hek op een laag muurtje is afgesloten. Witgekalkte bakstenen gebouwen, gegroepeerd rondom een rechthoekig, gekasseid erf.
Ten noordoosten, poortgebouw met duifhuis onder wolfsdakje (Vlaamse pannen), met behouden uitzicht uit de eerste helft van de 18de eeuw. Gesmeed ijzeren muurankers. Verankerde kalkstenen rondboogpoorten met op regelmatige afstanden geplaatste negblokken in beide gevels; boven de poort, een licht getoogd, bakstenen venster, gedicht op de noordoostgevel; de zuidwestgevel is bovendien voorzien van een rechthoekig houten kozijn onder de dakrand. Zijgevels met vlechtingen en aandaken.
Ten noordwesten, woonhuis met kern uit de 17de of de eerste helft van de 18de eeuw (gesmeed ijzeren muurankers); oorspronkelijk rechthoekig gebouw van vijf traveeën (?) en thans twee en een halve bouwlaag onder zadeldak (nok loodrecht op straat, Vlaamse pannen), in de 19de eeuw grondig aangepast (gevelordonnantie), voorzien van een dekschild boven de noordoostgevel, en vergroot met een haakse vleugel van twee traveeën onder schilddak (Vlaamse pannen) tegen de noordwestgevel. Licht getoogde, bakstenen muuropeningen. De zuidoostgevel (erfzijde) heeft rechthoekige vensters onder een houten latei. Zuidwestzijgevel met aandak en vlechtingen. Lage bijbouw uit het eerste kwart van de 20ste eeuw tussen beide vleugels. Het gedeelte ten noordwesten van het poortgebouw bevat thans een uitbreiding van het woonhuis; twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen); aangepaste muuropeningen. Ook het gedeelte in het verlengde van het woonhuis, ten noordwesten, werd aldus ingericht; twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse en mechanische pannen).
De oosthoek van het erf wordt ingenomen door een L-vormige stalvleugel van twee bouwlagen en elk drie traveeën onder zadeldaken (Vlaamse pannen), met kern uit de tweede helft van de 17de eeuw - eerste helft van de 18de eeuw. Getrapte dakvensters met thans gedichte, rondboogvormige opening van kalksteen boven de middentravee. Recente muuropeningen, op de twee korfboogdeuren, in een verankerde, rechthoekige omlijsting van kalksteen na. In de tweede helft van de 19de eeuw aangepaste achtergevel. Ten zuidwesten, sterk aangepaste dwarsschuur onder zadeldak (mechanische pannen), met huidig uitzicht uit de tweede helft van de 19de eeuw. Ten zuidwesten, aansluitend bij de noordwestzijde van de schuur, doch buiten het erf gelegen, koetshuis uit de tweede helft van de 19de eeuw. Vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Licht getoogde, bakstenen bovenvensters, en drie getoogde poorten onder gebogen houten latei, thans tot deuren omgevormd; een recentere, rechthoekige poort onder houten latei.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Hof van Maasrode [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/22996 Geraadpleegd op 12-11-2019
Sint-Truiden Bevingen 30.03.1886 Sint-Truiden 6.05.1959
Zoon van dagloner Gerard en Marie Gertrude Celis. Neef van pastoor Eduard Hayen.
Broeders Sint-Truiden. Via paters Fulgence en Thomas Renson intrede augustijnen Gent 1903. Priester 1908. Legeraalmoezenier WO I, bij Belgische vluchtelingen in Amersfoort, en in Saffraanberg. Prior De Haan-aan-Zee 1919. Onderpastoor Sint-Stefanus Gent 1921. Definitor Augustijnenprovincie. Bevriend met pastoor Peeters en burgemeester Paul Cartuyvels in Bevingen. Huishoofd in enkele gehuurde sociale woningen.
Oprichter Sint-Augustinusparochie in de tuinwijk Nieuw Sint-Truiden 1928, bouwer noodkerk en kapelaan OLV-kerk. Bouwer lagere jongensschool en kleuterschool 1930 en lagere meisjessschool 1932. Provinciaal 1932-1946 met stichtingen in Bouge, Marchienne-au-Pont en Kontich. Prior en pastoor parochie Nieuw Sint-Truiden 1947 en kerkbouwer 1952-1955. Gouden priesterjubileum 1958 . Begraven in familiegraf in Bevingen.