Classicistische kerk, gelegen binnen het vroegere kerkhof, thans omgevormd tot grasperk.
Driebeukige kerk met half ingebouwde westtoren, driebeukig schip van drie traveeën, ten oosten koor van één rechte travee en vlakke sluiting; sacristieën ten zuiden en ten noorden.
Voornamelijk laat-classicistisch gebouw van 1791 met uitzondering van de westtoren, herbouwd in 1873 naar ontwerp van architect J. Jamine.
Baksteenbouw met verwerking van kalksteen. Zware, half ingebouwde, neoclassicistische westtoren met twee geledingen, afgelijnd door hoekbanden, en bekronende, ingesnoerde spits (leien). Getoogde, centrale deur ten westen geflankeerd door pilasters onder een entablement en driehoekig fronton. Geprofileerd, getoogd bovenvenster met gestrekte tussendorpel.
Overgang naar de smallere tweede geleding door middel van een brede kroonlijst en blinde, afgeschuinde attiek tussen postamenten met siervazen als afscherming van de aanleunende, leien lessenaarsdaken (noord- en zuidgevels). Hoge rondbogige galmgaten in geprofileerde omlijstingen in elke torenwand. Uitgewerkte arduinen kroonlijst met steigergaten. Blinde westgevels van de zijbeuken, verlevendigd door grote spiegels met kwarthol uitgespaarde hoeken.
Sobere opstand van het schip onder groot zadeldak (kunstleien). In de noordelijke en zuidelijke gevel, vier getoogde vensters in vlakke omlijsting met trapezoïdale sluitsteen en een negblok op halve hoogte van de posten.
Lager koor onder afgewolfd zadeldak. Aan noord- en zuidzijde, een halfrond venster (baksteen op arduinen onderdorpel) met metalen waaier. Gelijkaardig doch gedicht venster in de oostgevel.
In de noordelijke- en zuidelijke sacristieën, onder afgewolfde zadeldaken (kunstleien), getraliede steekboogvensters met trapezoïdale sluitsteen en een negblok halverwege de stijlen.
Laat-classicistisch interieur met barok mobilair afkomstig uit het klooster der geschoeide karmelieten te Hoei. Geplafonneerde midden- en zijbeuken. Omlopende kroonlijst rechtstreeks opgevangen door gemarmerde, samengestelde pijlers met vereenvoudigd kapiteel (middenbeuk) of dito pilasters (zijbeuken). Brede rondbogige triomfboog. Geplafonneerd koor; noordelijke- en zuidelijke wanden verlevendigd met pilasters die de geprofileerde boognis van de halfronde vensters opvangen. Rechthoekige deuren in vlakke omlijstingen van arduin, leidend naar de vermelde sacristieën.
Mobilair: Altaardoek Sint-Kwintensaltaar (zuidelijke zijbeuk): "Kruisafneming" (begin 18de eeuw); altaardoek Maria-altaar (noordelijke zijbeuk): "Aanbidding der Wijzen" (begin 18de eeuw).
Sint-Sebastiaansbeeld, gedecapeerd, eik (eind 16de eeuw); Mariabeeld, gepolychromeerde eik, Maria-altaar (eind 17de eeuw); Kruisbeeld, gepolychromeerde eik (17de eeuw); Sint-Jozef met Kind (circa 1700).
Zijaltaren (begin 18de eeuw); hoofdaltaar, toegeschreven aan J. Delcour (circa 1700). Biechtstoelen, preekstoel, lambrisering, communiebank (doopkapel) aangekocht in 1802, eik (eerste kwart 18de eeuw); kerkbanken (eerste helft 18de eeuw).
Doopvont, kalksteen (15de eeuw ?).
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Parochiekerk Sint-Quintinus [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23119 Geraadpleegd op 12-11-2019
Hakselmachine of toestel met een manueel aandrijfmechanisme voor het snijden van stro, gras of maïsgroen. Het grote vliegwiel bezorgde voldoende momentum om de spierkracht maximaal te kunnen gebruiken.
Het te versnijden gewas werd in de aanvoergoot gelegd en kwam tussen twee getande rollen terecht. Hierdoor werd het naar het mes toe gedreven. Dat mes werd aangedreven door het grote vliegwiel in gietijzer met hengsel.
Uit de landbouwcollectie voormalige Hoevemuseum Sint-Truiden, met ST/86.238 als oud inventarisnummer.
Het toestel is vervaardigd of geleverd door Sneyers-Lafosse en had Jozef Tilkens als vorige eigenaar, die het aan het Stedelijk Hoevemuseum schonk.
Sneyers, (Jan Trudo) August was een gekend nijveraar in het stadscentrum. Sint-Truiden 03.08.1866 – Sint-Truiden 12.12.1923, x Justine Lafosse. Opvolger Lafosse-Charlier. Metaalwaren Engels, Frans, Duits en inlands, kachels, lantarens, bietwortelsnijders, fornuizen, huishoudartikels, ijzeren bedden, tuinmeubelen, gereedschappen, glas, porcelein, kristal. Weeldeartikels. IJzer, staal, balken. Depot van zink van Nouvelle Montagne. Hoogbrugstraat +-1928. Weduwe A. Sneyers-Lafosse +-1929. Weduwe A. Sneyers-Lafosse Hoogbrugstraat (ijzerwaren, huishoud), Grote Markt ('weelde'), Beekstraat (staal, zink) +-1933. Afdeling aardewerk op Grote Markt. In 1912: overname handel in koorden en zakken van koordendraaier Louis Lafosse Hoogbrugstraat door ijzerhandel August Sneyers-Lafosse. De firma leverde ook landbouwmachines.