Hoeve

Hoeve met losstaande bestanddelen, uit de 18de eeuw (?), wat achteruit gelegen ten opzichte van de straat, met een notelaar bij de ingang van het erf, en de moestuin ten noordoosten ervan.

Ten noordwesten, woonhuis van zes traveeën onder zadeldak (nok evenwijdig aan straat, Vlaamse pannen). Overkalkt stijl- en regelwerk met lemen vullingen op een gecementeerde plint. Gecementeerde zuidoostgevel, met onderkelderde opkamer in de eerste travee; twee aangepaste vensters, een getralied bolkozijn in de opkamer, en een deur. De onderkelderde opkamer loopt door over de zuidwestelijke zijgevel naar de achtergevel (laatste twee traveeën). De achtergevel is gedeeltelijk versteend; twee vensters, een bolkozijn in de opkamer, en een deur. Pannen beschieting der zuidwestelijke zijgevel. Bakstenen parement tegen de noordoostelijke zijgevel.

Ten zuidwesten, stallen en dwarsschuur, waarvan slechts de laatste twee traveeën onder schilddak (Vlaamse pannen) in stijl- en regelwerk bewaard bleven; het linkse gedeelte is versteend. Het oorspronkelijke gedeelte is voorzien van een schuurpoort en drie staldeurtjes. Aanleunend, open karrenhuis onder lessenaarsdak tegen de noordwestelijke zijgevel. Ten westen, achter het woonhuis, bakhuis van twee traveeën, in leembouw; erachter een recent dienstgebouwtje.


Bron     : Schlusmans F. met medewerking van Gyselinck J., Linters A., Wissels R., Buyle M. & De Graeve M.-Ch. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs :  Schlusmans, Frieda
Datum  : 1981

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Hoeve [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23170 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

Alomme rust

Alomme rust

De Zondag-middag is héél ingetogen.
De
luchten, klaar van winterkilte, beven
met teeder rood van lage zon doorweven;
de luchten, waar geen vogel komt gevlogen...

De middagrust mag gééne stoornis doogen.
Al
wil somwijlen vluchtig óverzweven
een verre galm van joelend kinderleven :
dra weegt de klare rust weer onbewogen.

Is het in sneeuw – die dezen nacht zoo zacht
de stille stede zwachtelde in heur vacht –
dat doezel-vaag verdooven nu geluiden?

O vrome middagvrede van Sint-Truiden,
dat om te ontwaken uit zijn sluimer, wacht
tot plotse kloosterklokken vespers luiden !




Onderschrift bij deze fotoLit.: P. DE PAUW, recensie in Boekengids, 1, 1923-1924, nr. 361; L. BRANS, Hilarion Thans o.f.m., in Monografieën van de Koninklijke Vereniging van Limburgse Schrijvers, 3, nr. 4, december 1992.
Gedicht in Hilarion THANS, Omheinde hoven, 4de uitgave, Mechelen, Sint-Franciscusdrukkerij, 1927, p. 35.
Hilarion Thans (Maastricht 1884 – Lanaken 1963), minderbroeder en auteur. Gedicht geschreven tussen november 1909 en maart 1910 op onoogige papiertjes toen de jongeman bedlegerig was van een bloedspuwing in het Sint-Truidense klooster. Uit de bundel Ziekebloemen. II. Open ramen. Voor het eerst verschenen onder pseudoniem F.M. Minderbroeder in ’t Daghet in den Oosten, 16, 1910, p. 58 als gedicht nr. XXI met bijhorend citaat Facta est tranquillitas Magna. En er kwam een groote rust (Evang.).