Herenboerenparkje

Herenboerenparkje in landschappelijke stijl met pittoresk karakter uit omstreeks 1900 en een geometrische tuin met classicistisch paviljoen uit de tweede helft van de 18de eeuw, bij een imposant 18de-eeuws hoevecomplex. Tuinvijver, bruggetjes, prieel van haagbeuk. Interessant laat 19de-eeuws hekwerk.

De boerderij ligt aan de Luikersteenweg, ten oosten van de dorpskerk en ten westen van de Herk, temidden van boomgaarden en landerijen, en was voorheen een uitgestrekt landbouwbedrijf van meer dan 75 ha, deels aansluitend bij de gebouwen en met 35 ha op de Saffraanberg. Herstel en heraanplantingen zijn aan de gang.

Het Primitief kadasterplan van 1823 door A.J. Modave geeft voor de site een complex gebouw met binnenkoer (perceel nr. 193) en achteraan een omgrachte tuin met paviljoen (perceel nr. 195). Naar verluidt was het goed in de 19de eeuw bezit en buitenverblijf van ene generaal Nonnon. De kadastrale opmetingsschets van 1905 noteert de gedeeltelijke demping van de U-vormige gracht en de afbraak van gebouwen op het perceel ten westen. Een monumentaal wit geschilderd hek van giet- en smeedijzer uit omstreeks 1900, begrenst het herenboerenparkje langs de steenweg, naast het huis en staat op een lage bakstenen muur met deksteen van blauwe hardsteen. Het poorthek hangt tussen gietijzeren zuiltjes met basis, sokkel en bolbekroning. Verder, vierkante regels met vaasje, onder-, tussenen bovenregels en ronde spijlen met lanspunt. Schuine stangen verankeren het in de bodem.

Het herenboerenparkje in landschappelijke stijl ten oosten van het imposant boerenburgerhuis, ligt op een onregelmatig perceel, bevloeid door een ver­bindingsbeekje van de Herk naar de tuinvijver. Verspreid ingeplante bomen, buxusvormen in het gras, een brede laan vanaf de straat en secundaire afbuigende wandelpaden. Bloementuin bij het straathek. Halfrond zitprieel van haagbeuk uitkijkend op de vijver.

Drie bruggetjes over de beek en over de vijverarm, met merendeels smeedijzeren leuningen, mogelijk hergebruikt, dateren uit het einde van de 19de of het begin van de 20ste eeuw. Eén brugleuning met X-motief tussen de stijlen en regel, een tweede met gekrulde X en gekrulde omgekeerde V, en een derde met eenvoudige spijlen tussen de regels en met op een krul eindigende handgreep.

De rechthoekige tuin is vandaag begrensd door ten noordoosten de dwarsschuur, ten zuidoosten een vijverarm, ten zuidwesten een afsluiting van betonplaten en ten noordwesten een bakstenen muur. Tuinmuur afgewerkt met een rollaag van baksteen en geritmeerd door iets hogere muurpilasters met deksteen van arduin. De brede L-vormige vijverarm is de restant van een U-vormige omgrachting, waarvan de demping in 1905 werd gekadastreerd. Hij vormt de grens met het herenboerenpark ten oosten en de boomgaard ten zuiden. Een centraal pad loopt recht naar een achthoekig tuinpaviljoen in classicistische stijl uit de tweede helft van de 18de eeuw, vandaag in ruïneuze toestand maar de restauratie is gepland. Verzorgd gebouw van bak- en kalkzandsteen met gemansardeerd koepeldak (leien, loden broek over de top) op een verhoogde sokkel. Vijf traptreden van kalkzandsteen naar een keldertje (180 cm x 117 cm). Vier verzorgd geprofileerde treden van natuursteen naar de steekboogdeur met omlijsting, neuten, tussendorpel en hangende sluitsteen van natuursteen; vleugeldeur en bovenlicht met houten roedeverdeling. Drie steekboogvensters (mankerend houtwerk) en muurnissen ertussen. Voorheen bepleisterd interieur met profiellijsten met sporen van rode en roze kleurresten. Recent geplante buxus (100 cm hoog) rond het paviljoen en op evenwijdige rijen in het gras over de hele lengte van de tuin. Druivelaar tegen de tuinmuur in de noorwestelijke hoek, treures (Fraxinus excelsior 'Pen­dula') (201 en 204 cm) in de hoeken naast het paviljoen, en oude, omgewaaide treurwilg bij de vijverarm.

Bomen (Het cijfer tussen haakjes geeft de stamomtrek, gemeten op 150 cm hoogte.)

Meerdere gewone beuken (Fagus sylvatica) (326, 327, 401 cm), treurbeuk (Fagus sylvatica 'Pendula') (240 cm, ent op 2 m), Japanse notenboom (Gingko biloba), 207 cm, hemlock (Tsuga heterophylla) (110 cm), blauwe spar (Picea pungens) (100 cm), gewone plataan (Platanus x hispanica) (450 en 447 cm), een oude gewone taxus (Taxus baccata) met drie gesteltakken vanop 100 cm, Krimlinde (?) (Tilia x euchlora), zilverlinde (Tilia tomentosa) (278 cm).


Bron     : DE MAEGD C. & VAN DEN BOSSCHE H. 2003: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 1: Gingelom, Halen, Herk-de-Stad, Nieuwerkerken, Sint-Truiden, Brussel, Agentschap RO-Vlaanderen. Onroerend Erfgoed.
Auteurs :  De Maegd, Christiane, van den Bossche, Herman
Datum  : 2003

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Herenboerenparkje [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/303472 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

de Theux de Meylandt, graaf Barthélemy (Theodore), eerste minister

Sint-Truiden Schabroek 26.02.1794 Heusden 21.08.1874 , x Aline du Parc 

Zoon van ridder Jacques en Antoinette de Wezeren.  Gedoopt in Guvelingen Sint-Truiden. Middelbare studies Sint-Truiden. Rechten 1816 Luik. Graaf 1840. Schabroek was familiedomein van zijn moeder de Wezeren de Schabrouck, en huisvestte vanaf 1947 de tuinbouwschool OLV. Eigenaar kasteel Meylandt in Heusden 1843. Stadshotel in Guimardstraat Brussel. Broer van priester-Jezuiet en missionaris Théodore de Theux. Bevriend met de familie de Merode en verwant Charles Vilain XIIII. IJveraar voor het unionisme. Lid Nationaal congres 1830. Volksvertegenwoordiger en minister van staat 1831. Minister van binnenlandse zaken 1831, besluiten spoorweg Antwerpen-Tongeren-Wezet (Visé), Koninklijke Bibliotheek. Gematigd partijleider katholieken, regeringsformateur en minister1834-1840. Postwet en wet hoger onderwijs 1835, gemeente- en provinciewetten 1836, jurywet en legerkaderswetten 1838. Splitsing Limburg en Luxemburg 1839. Leider unionistisch-katholieke regering 1846-1847. Formateur van gematigde regering en minister zonder portefeuille van 1871 tot overlijden. Vertrouwensman van Leopold I. Vader van Louise, verdienstelijk tekenaar.

Wapenschild: Gedeeld, 1 in rood een aan weerszijden gekanteeld zilveren kruis. 2 in zilver drie groene rechterschuinbalken, elk beladen met een gaande gouden leeuw. Schilddragers: twee gouden leeuwen met vlagje. Spreuk Sans tache en sans reproche. Alliantiewapen op paneelschildering zoldering Sint-Martenkerk, Jules Helbig 1860.

Familiegraf Heusden. Borstbeeld senaat. Staatsieportret door Louis Gallait. Standbeeld de Meeussquare door Edmond de Valeriola Brussel 1932. Straatnamen in Etterbeek, Elsene en Heusden-Zolder.


Recente publicatie over de graaf de Theux


Lees: Ch. TERLINDEN, in BIONAT, 24, 1929, kol. 771-782; JORISSEN; Staatsminister Barthélemy Théodore Graaf de Theux de Meylandt (Sint-Truiden 1794-Heusden 1874). Een groot staatsman. Een uitgave ter gelegenheid van de herdenking van Staatsminister de Theux de Meylandt op 27 april 1975 te Heusden (Limburg), Tessenderlo: Geschied- en Heemkundige Kring van Heusden (Limburg), 1975; Louis ROPPE, in NBIOW, 9, 1981, kol. 743-748; Albrecht GOORTS, Het plafond van de Sint-Maartenskerk in Sint-Truiden. Een ongewoon wapenkundig dokument, in De Leiegouw, 29, 1987, p. 133; Koenraad NIJSSEN, De enige Limburgse premier ooit, in HBVL, 06.02.1998 en in 100 invloedrijke Limburgers van Ambiorix tot Roppe, Hasselt: HBVL, 2001, p. 110-112; Raf VAN LAERE en Rombout NIJSSEN, Een adellijke blik op de Kempen. Tekeningen van Louise Moretus, geboren de Theux de Meylandt (1852-1923), (Limburgse studies, 3), Wijer-Lummen, 2008; Beauduin DE THEUX DE MEYLANDT ET MONTJARDIN, Le comte Barthélemy de Theux de Meylandt, (Recueil LXXI de l’Office généalogique et héraldique de Belgique), Brussel, 2019. Info Franz Aumann. 
\n\n\n\n \n\n