Eén der eerste watertorens in de provincie Limburg, uit het vierde kwart van de 19de eeuw, eerste kwart 20ste eeuw, gelegen op het hoogste punt van Gelmen.
Ronde toren onder zeskantig piramidaal dak (mechanische pannen) met zeskantige top. Rode baksteenbouw met verwerking van geelgeglazuurde baksteen en arduin; bakstenen sokkel afgewerkt met schuine arduinen waterlijst; reservoir gemarkeerd door een ronde druiplijst waarboven twee brede stroken van geel geglazuurde baksteen; in de westzijde, gemetste rondboogdeur onder rondboogvenstertje met arduinen onderdorpel. Waarschijnlijk lekvloer onder reservoir (openingen).
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Watertoren [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23124 Geraadpleegd op 12-11-2019
Ref.
As we carnaval gon viere in Sintruin,
Loote wee de klokke van den toure luin,
As we carnaval gon viere in Sintruin,
Loepe wee ni recht, ma loepe feelinks schuin.
As we carnaval gon viere in Sintruin,
Dreinke wee e pintje en gon haand in haand,
Vör te daasten albedieën rond de Latsjaan.
Want zoe gie de carnaval in Groeët Sintruin.
Iederien du mie, och de Gemeinterood,
Effekes de tuigels los kan ginne kood,
Iel het joor ston zijlinks al in vlam en vuur,
Vuir et goed van ’t Stadsbestuur.
Carnaval da zit doe in, da vuul dzje zelf,
Telt ze mèr, die groep is och bè drei maal elf.
En de boug kan alted ni gespanne ston,
Doever loote ze un dan ins per joor ins gon.
Ref.
En vuir goed te fieëste, is doo ‘t Fiestcomiteit,
Dei kreige subsidies och op stond en tijd,
Ma ze moete luistere noo et Stadsbestuur,
Gelèk de Rood van de Commeduur,
Vesteloovet is doe toch vuir iel de stad,
Ozze carnavalsgroepe dee weite da,
En as Scheipe va Plezier roep ich och ‘Vuur!’
Carnaval da is en echte volkscultuur.
Ref.
Ref.
Want zoe gie de carnaval in Groeët Sintruin.