Parkje van Villa Les Tilleuls

Villaparkje uit de tweede helft van de 19de eeuw met voortuin, straathek, bomenrijk parkje en lindendreef naar de achteraan gelegen boomgaard met barrier.

De tuin hoort bij de “Villa les Tilleuls” en ligt hoger dan de straat en op een naar achter sterk hellend terrein. Hij heeft een straathek van elf traveeën, op een plint van gecementeerde baksteen met deksteen van blauwe hardsteen. Zwartgeschilderd giet- en smeedijzerwerk tussen bakstenen pijlers. Dubbele vierkante stijlen met tussenstijl, bovenaan samengebundeld en gevat tussen C- en S-krullen met bekroning. Onderregel en dubbele bovenregel met gespiegelde S- en C-motieven, spijlen met speerpunt en klimmend beloop naar de tussenstijlen. Centraal ingangshekje en trappen naar de voortuin. Hoge bakstenen muur met gesteelde bol ten westen, en eenvoudig spijlenhek ten oosten tussen vierkante pijlers van baksteen naar de oplopende oprijlaan van linde (Tilia spec.). Aan het einde, 'barrier' naar de boomgaarden: mooie gietijzeren kolommen met basis, ­ gecanneleerde schacht, palmetmotief als kapiteel en bekronende gestileerde, gepunte bloemknop ter ­ bekroning. Vierkante stangen en stijlen uitlopend op een vaasje, onder-, tussen- en bovenregels met liggende krul. Ronde gepunte spijltjes en spijlen met uitgewerkte lanspunten, klimmend naar de middenstijl.

De voortuin in typisch 19de–eeuwse bloemperkjesstijl ligt tussen de dienstgebouwen op de westelijke zijde en een oprijlaan naar de achterliggende fruitweiden met 'barrier' ten oosten. Hij heeft een centraal grasveld met rondweg van grind, enkele solitaire bomen, bloemperken met voornamelijk rozen, een rozenboog en een prieeltje van metaal onder een zinken piramidedakje met liaanroos (Rosa 'Kiftsgate'). De achtertuin is een bomenrijk parkje met sterk oplopend reliëf, opgevat als een gazon met bomenrand.

Op de eerste uitgave van de Dépot-kaart (toestand 1871) verschijnt wel het huis (tegenover de ingang van kasteel De Motte), maar het park wordt pas genoteerd op de uitgave van de stafkaart van 1934.

Bomen (stamomtrek standaard gemeten op 150 cm hoogte)

Grootbladige linde (Tilia platyphyllos) aan weerszij van de oprijlaan, valse Christusdoorn (Gleditzia triacanthos), Bontbladige vederesdoorn (Acer negundo 'Variegata'), bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') (373 cm in de voortuin, 285 cm, 451 cm met kruin van circa 25 m, achteraan), treures (Fraxinus excelsior 'Pendula') (109 en 165 cm), Japanse notenboom (Gingko biloba) (153 cm), tulpenboom (Liroden­dron tulipifera) (217 cm), moeraseik (Quercus palustris) (210 cm), hangende zilverlinde (Tilia petiolaris) (350 cm), oosterse levensboom (Thuja orientalis) (350 cm), blauwe spar (Picea ­ pungens 'Koster') (123 cm), Japanse honingboom (Sophora japonica 'Pendula') (117 cm).


Bron     : DE MAEGD C. & VAN DEN BOSSCHE H. 2003: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 1: Gingelom, Halen, Herk-de-Stad, Nieuwerkerken, Sint-Truiden, Brussel, Agentschap RO-Vlaanderen. Onroerend Erfgoed.
Auteurs :  De Maegd, Christiane, van den Bossche, Herman
Datum  : 2003

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Parkje van Villa Les Tilleuls [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/303476 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

Strenge, geleerde heren op het 'schoon verdiep'

In de schepenzaal van het 18de-eeuwse stadhuis op de Grote Markt ontvangt het stadsbestuur nu voorname gasten en overheden om beleid te onderhandelen, en akten officieel te ondertekenen. Voor 1800 zetelden hier de schepenen van de beide heren, maar dan werkelijk als rechters in burgerlijke en criminele zaken. Een berucht proces was dat tegen de brandstichters in 1784, Suske de Poup, 't Voorvelleke en hun medeplichtigen.

In dit lokaal hangen zeven ovale stucmedaillons met daarin grisailles op doek. Het trompe l'oeuil van deze grijze schilderijtjes geeft een 3D-effect en was minder duur dan echt modelleerwerk. De onderwerpen moesten de geleerdheid van de zittende heren van deze rechtbank benadrukken. De geest van Verlichting met rede en wetenschap is hier duidelijk aanwezig. De hoe bezoekers van andere steden in de 18de eeuw zullen ogen tekort gehad hebben om dit allemaal te ontcijferen en bewonderen. Dit is duidelijk een pronkzaaltje van de assertieve stad Sint-Truiden. 

De tafereeltjes tonen mollige gevleugelde jongetjes of 'putti' die druk in de weer zijn met kunst en wetenschap: astronomie, architectuur, muziek, alchemie, beeldhouwkunst, handel-rekenkunst en schilderkunst. Niet toevallig signeerde Diestenaar Pieter-Jan De Craen dit laatste tafereeltje met DE CRAEN F(ecit) ! Hij verdiende drie kronen per tafereel met deze opdracht. 



Astronomie: drie putti zijn druk doende met hun observaties. In een leeg decor hanteert een jongetje een zeekijker, gericht naar de hemel. Op de voorgrond bestudeert een staande putto met loep het armillarium op voet. Vooraan liggen nog een telescoop, een passer en een winkelhaak. De zittende putto wijst een plek aan op een wereldbol op voet. 

Alchemie: in een interieur met wandrekken vol rokende kolven, destilleertoestel en vaatjes zijn drie putti aan het werk. Vooraan een rieten bloemenmandje en achteraan een haard. Eén jongetje, zittend op een kussen in een stoel met armleuningen, beoordeelt de inhoud van een glazen kolf, terwijl een destilleertoestel met stookdeurtje overloopt naar een kolf met handvatten. Zijn helper stampt in een vijzel op sokkel producten fijn en het derde figuurtje brengt een kom bij. De strik van het ophanglint is hier rijker dan bij de andere medaillons en gedecoreerd met een bloempjesrank. 


Lees: Franz AUMANN, Symboliek op het 'schoon verdiep' van het Sint-Truidense stadhuis, in Sint-Truiden een zoektocht naar symbolen, Open Monumentendag Vlaanderen, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2002, p. 19-27; Frank DECAT, Sint-Truiden 1784: criminele\nhistories in een Luikse stad, Leuven: Davidsfonds, 2012; Het stadhuis van Sint-Truiden. Hart van de democratie, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2018, p. 56-61.