Daenen, Clément of Clemens (Joseph), taalactivist

 Aalst 20.04.1901  Heverlee 16.09.1965 

Zoon van Alfons Daenen, landbouwer te Brustem , en Josephina Tachelet.  

Germanist Leuven 1924. Leraar  Wallonië en Leuven. Studieprefect Koninklijk Atheneum Tienen. Redactiesecretaris Vlaanderen. Artikels in Jong Dietschland 1929 onder pseudoniem. Auteur  van populaire Nederlandse spraakkunst en daarbij horende Oefeningen met vele herdrukken en herwerking door Hugo De Jonghe 1982. Tegenstander repressie na WO II. Medestichter CURO, christelijke unie leraars rijksonderwijs. Medestichter en algemeen ondervoorzitter Vlaamse Volksbeweging 1952. Secretaris van contactcommissie met Wallonië. Ondervoorzitter Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal afdeling Leuven 1963. Pseud. ‘dr. J. Pulinx’.

Publicaties: Practische Nederlandsche spraakkunst voor de school en voor het leven, Lier: Van In, 1945-1946; Een Vlaming op het M.P.W.-Congres, in Het Pennoen, december 1961, p. 3-4; Le point de vue des fédéralistes flamands, in Nouvelle Revue wallonne, nr. 2, januari 1965, p. 73-85.
Lees: Dr. C. Daenen, in Wetenschappelijke Tijdingen, 25, nr. 3, 1966, kol. 227-228; René HAESERYN en Frank SEBERECHTS, in NEVLAB, p. 841.


ONTDEKKING VAN DE DAG

Strenge, geleerde heren op het 'schoon verdiep'

In de schepenzaal van het 18de-eeuwse stadhuis op de Grote Markt ontvangt het stadsbestuur nu voorname gasten en overheden om beleid te onderhandelen, en akten officieel te ondertekenen. Voor 1800 zetelden hier de schepenen van de beide heren, maar dan werkelijk als rechters in burgerlijke en criminele zaken. Een berucht proces was dat tegen de brandstichters in 1784, Suske de Poup, 't Voorvelleke en hun medeplichtigen.

In dit lokaal hangen zeven ovale stucmedaillons met daarin grisailles op doek. Het trompe l'oeuil van deze grijze schilderijtjes geeft een 3D-effect en was minder duur dan echt modelleerwerk. De onderwerpen moesten de geleerdheid van de zittende heren van deze rechtbank benadrukken. De geest van Verlichting met rede en wetenschap is hier duidelijk aanwezig. De hoe bezoekers van andere steden in de 18de eeuw zullen ogen tekort gehad hebben om dit allemaal te ontcijferen en bewonderen. Dit is duidelijk een pronkzaaltje van de assertieve stad Sint-Truiden. 

De tafereeltjes tonen mollige gevleugelde jongetjes of 'putti' die druk in de weer zijn met kunst en wetenschap: astronomie, architectuur, muziek, alchemie, beeldhouwkunst, handel-rekenkunst en schilderkunst. Niet toevallig signeerde Diestenaar Pieter-Jan De Craen dit laatste tafereeltje met DE CRAEN F(ecit) ! Hij verdiende drie kronen per tafereel met deze opdracht. 



Astronomie: drie putti zijn druk doende met hun observaties. In een leeg decor hanteert een jongetje een zeekijker, gericht naar de hemel. Op de voorgrond bestudeert een staande putto met loep het armillarium op voet. Vooraan liggen nog een telescoop, een passer en een winkelhaak. De zittende putto wijst een plek aan op een wereldbol op voet. 

Alchemie: in een interieur met wandrekken vol rokende kolven, destilleertoestel en vaatjes zijn drie putti aan het werk. Vooraan een rieten bloemenmandje en achteraan een haard. Eén jongetje, zittend op een kussen in een stoel met armleuningen, beoordeelt de inhoud van een glazen kolf, terwijl een destilleertoestel met stookdeurtje overloopt naar een kolf met handvatten. Zijn helper stampt in een vijzel op sokkel producten fijn en het derde figuurtje brengt een kom bij. De strik van het ophanglint is hier rijker dan bij de andere medaillons en gedecoreerd met een bloempjesrank. 


Lees: Franz AUMANN, Symboliek op het 'schoon verdiep' van het Sint-Truidense stadhuis, in Sint-Truiden een zoektocht naar symbolen, Open Monumentendag Vlaanderen, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2002, p. 19-27; Frank DECAT, Sint-Truiden 1784: criminele\nhistories in een Luikse stad, Leuven: Davidsfonds, 2012; Het stadhuis van Sint-Truiden. Hart van de democratie, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2018, p. 56-61.