Oorspronkelijk was hier het Sint-Mathiasklooster gevestigd, een klooster van bogaarden, gesticht in de 13de eeuw. De bogaarden, mannen uit de geringe stand, verenigden zich en leefden samen zoals de begijnen. Later namen ze de regel van Sint-Franciscus over en werden ze derdeordelingen (mannen en vrouwen die ene sober en devoot leven leefden in de wereld).
\\
In 1589 kocht de Luikse prins-bisschop Ernest van Beieren hun klooster op en richtte het in als seminarie van de abdij. De gebouwen bleken te klein en in de 17de eeuw kwamen er twee vleugels bij. Op twee gevelstenen staan de wapenschilden van prins-bisschop Ferdinand van Beieren en van abt Hubert van Zutendael. De noordoostvleugel, aan de Diesterstraat, werd in 1778 in classicistische stijl opgetrokken door prins-bisschop Velbrück . Het was de bedoeling dat aan de linkerkant van de monumentale inrijpoort een identieke vleugel zou komen, maar de inval van de Fransen verijdelde deze plannen. Het seminarie werd afgeschaft en bood vervolgens tot 1986 onderkomen aan meerdere scholen. Nu heeft het geheel een woon-, werk- en handelsfunctie.
Na een ongeval of moord plaatsen familie of kennissen vaak ter plekke een gedenkteken. Zogenaamde moordkruisen zijn al eeuwen bekend. Een bijzonder, zeldzaam kruis is een 'zoenkruis', opgericht door de partij van de moordenaar als verzoening met de familie van het slachtoffer. In Groot-Gelmen leunt er zo eentje nog tegen de kerkhofmuur:
Dit + staet ter memorie
van Jan Morbiers soon van
Leonard(us) Morbier(s) en Margareta
Bartole(yns) die van leve ter
doot bracht is deur Gysen
Vasoens, a(nno) 1643 ten 30 july
bidt voor
die ziele
In de zomer van 1643 werd Jan, de zoon van oud-schepen Leonard Morbiers, gedood door zijn dorpsgenoot Gijs Vasoens in Groot-Gelmen. De omstandigheden kennen we niet. Wel bleef een verslag bewaard van de bemiddelingsvergadering in herberg Het Klaverblad in Sint-Truiden. De twee broers van de moordenaar vroegen deze verzoening voor twee 'goede mannen', zijnde juristen-schepen van de stad. Notaris Van Nuyst stelde het contract op. Onder meer de vader van het slachtoffer, diens schoonzoon als secretaris van de rechtbank Gelinden en Christina Steukers, de moeder van de moordenaar, waren aanwezig. Die laatste nam de vergiffenis aan die vader Morbiers schonk aan moordenaar Gijs.
De moordenaar, zelf dus niet aanwezig, moest onmiddellijk 150 gulden laten betalen voor kosten van begrafenis en andere, en een jaarlijkse rente van 6 gulden voor een jaarmis, op een stuk akker. Gijs moest binnen het jaar een stenen kruis oprichten op het plaatselijke kerkhof van 3,5 voet boven de aarde en met daarin de naam van Jan en zijn sterfdatum gekapt. Aan de armen van Groot-Gelmen zou hij 8 vaten koren geven en gebakken brood. Het brood was uit te delen in de week van de Sint-Maartenkermis, patroon van de parochie. De moeder van de moordenaar kreeg van de vader van het slachtoffer 3 vaten koren. Waarschijnlijk was ze onbemiddeld?
Alle notaris- en verteerkosten in het Klaverblad zijn voor rekening van Gijs of Gijsbrecht voluit, die een contactverbod van drie jaar krijgt met de kinderen en bloedverwanten van de vermoorde Jan.
We schenken hier en nu nog altijd aandacht aan de vermoorde Jan. Wat bewijst dat deze eeuwenoude vorm van verzoening werkt.