Hoeve met losstaande bestanddelen uit de 19de eeuw, gelegen in een bocht van de weg; boomgaard en moestuin ten zuiden. Gebouwen onder zadeldaken (Vlaamse pannen), gegroepeerd rondom een onregelmatig gevormd erf.
Een eerste woonhuis bevindt zich ten noorden van het erf; vijf traveeën, oorspronkelijk in stijl- en regelwerk met witgekalkte vullingen en gepikte stijlen, thans grotendeels versteend; de straatgevel telt twee beluikte bolkozijnen; de erfzijdegevel is volledig versteend. Aangebouwde travee onder een van schilden voorzien lessenaarsdakje tegen de zuidelijke zijgevel.
Ten zuiden, tweede, thans verlaten woonhuis van vijf traveeën; stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen op een gepikte bakstenen stoel; de erfzijdegevel telt zes gepikte stijlen; onderkelderde opkamer in de eerste travee; kleine vensters en een deur. De zuidgevel is voorzien van een gepikte tussenstijl in de eerste travee tegen de tweede ankerbalk; twee vensters en een deur. Aangebouwde travee onder lessenaarsdak tegen de westgevel.
Volledig versteende en aangepaste stallen en bakhuis ten westen van het erf.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Hoeve uit de 19de eeuw [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23166 Geraadpleegd op 12-11-2019
Het efficiënte romeinse weggennet, zoals de ‘kassei’ Tongeren-Tienen, verviel in de vroege middeleeuwen. Waar geen bevaarbare waterlopen waren, was men opnieuw aangewezen op lokale onverharde verbindingen met diverse alternatieven naargelang de seizoensmodder. Terwijl het Luikerland in de 18de eeuw steenwegen aanlegde voor economische ontsluiting zoals de weg Luik-Sint-Truiden(-Brussel) in 1715-1740, was de Franse bezetter rond 1800 vooral militair gemotiveerd voor snelle, rechtlijnige verbindingen. De ‘Route Napoleon’ of het deel Maastricht-Tongeren van de verbinding Keulen-Duinkerken werd in 1804-1813 afgewerkt.
Het was wachten op de Hollanders en hun Waterstaat-ingenieur De Sermoise om op 9 december 1817 de eerste steen te laten leggen aan de Sint-Truiderpoort in Tongeren door de provinciegouverneur. Het tracé dwars door de velden en weiden trok al snel handel en bewoning van de opzij liggende dorpskernen aan, getuige de jaartallen op vele gevels en de verbindingen zoals de dreef te Ordingen. De oude ‘Truierbaan’ in Rijkel verviel tot veldweg. Een tolbarreel aan het kruispunt met de Houtstraat Brustem deed dienst tot in 1867 deze gebruikersbijdrage werd opgeheven.
De weg naar Tongeren startte aan de oude Brustempoort. De beginkilometers waren gekend voor het omtuinde Casino (1862), het huis Moreau (1872), de arbeidershuisjes en het koetsenatelier Vanslype op de Pinberg en later voor de Veiling Haspengouw (1939-2017) en toegangen tot de Industriezone Schurhoven.
Na deze steenweg voltooide men vanuit de stad Sint-Truiden de kasseiwegen naar Hasselt (1838), Diest (1844) en Namen (1855).
In augustus 1914 kon de Duitse ruiterij haar opmars van Tongeren naar Sint-Truiden (en Orsmaal) ongestoord uitvoeren. Ze staken huizen in brand op de Pinberg, maar ter compensatie kwamen er nog voor het oorlogseinde enkele ‘Pruisenhuisjes’ of modelwoningen langs de Tongersesteenweg.