Hoeve met losstaande bestanddelen uit de 19de eeuw, gelegen in een bocht van de weg; boomgaard en moestuin ten zuiden. Gebouwen onder zadeldaken (Vlaamse pannen), gegroepeerd rondom een onregelmatig gevormd erf.
Een eerste woonhuis bevindt zich ten noorden van het erf; vijf traveeën, oorspronkelijk in stijl- en regelwerk met witgekalkte vullingen en gepikte stijlen, thans grotendeels versteend; de straatgevel telt twee beluikte bolkozijnen; de erfzijdegevel is volledig versteend. Aangebouwde travee onder een van schilden voorzien lessenaarsdakje tegen de zuidelijke zijgevel.
Ten zuiden, tweede, thans verlaten woonhuis van vijf traveeën; stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen op een gepikte bakstenen stoel; de erfzijdegevel telt zes gepikte stijlen; onderkelderde opkamer in de eerste travee; kleine vensters en een deur. De zuidgevel is voorzien van een gepikte tussenstijl in de eerste travee tegen de tweede ankerbalk; twee vensters en een deur. Aangebouwde travee onder lessenaarsdak tegen de westgevel.
Volledig versteende en aangepaste stallen en bakhuis ten westen van het erf.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Hoeve uit de 19de eeuw [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23166 Geraadpleegd op 12-11-2019
Millen 28.10.1823 - Morelia (Mex.) 06.11.1865
Molenaarszoon Wintershoven. Priester 1851, jongere broer van pastoor Hendrik Coenegrachts van Wilderen-Duras. Kapelaan hoofdkerk en eerste rector van Sint-Marten 1855, woonde op het huidige Sint-Maartenplein tegen het vroegere kerkhof. Leraar middelbare school. Geesteszorg voor soldaten van nabijgelegen kazerne.
Werd na tussenkomst van Mgr. De Ram, rector Leuven, aalmoezenier van Belgisch expeditiekorps als steun voor Maximiliaan, keizer van Mexico en schoonzoon van Leopold I in 1864. Scheepsreis met ‘Tampico’ van Saint-Nazaire naar Vera Cruz jaarwisseling 1864-1865 met het derde detachement. Nederlaag in Tacambaro 1865.
Richtte met enkele geneesheren militair hospitaal op in Morelia. Bij tyfusepidemie zelf bezweken in huis van notabele. Wegens verdiensten uitzonderlijk begraven in koor van Sint-Antoniuskapel nabij OLV-kerk van Morelia. Kelk geschonken door parochianen van Sint-Marten in 1864 werd in 1866 terugbezorgd aan de Sint-Maartenkerk ST