Parochiekerk Sint-Martinus

Gelegen in het dorpscentrum, op een beboomde heuvel, binnen een ommuurd kerkhof. Bedevaartsoord, tijdens de maand mei, ter ere van de Heilige Bertila.

Neoromaanse kruisbasiliek, circa 1880 gebouwd naar ontwerp van architect J. Gerard. Ingebouwde zuidwesttoren onder ingesnoerde zeskantige spits. Schip en zijbeuken van vier traveeën, transept van één travee, koor met rechte travee en halfronde koorsluiting, sacristieën ten noorden en ten zuiden van het koor. Baksteenbouw met verwerking van arduin; zadeldak (kunstleien) over middenbeuk en transept, lessenaarsdak over de zijbeuken.

Neoromaans interieur, bepleisterd en witgeschilderd. Basilicale opstand met twee registers: rondboogarcaden op zware pijlers met geornamenteerd kapiteel, en bovenlichten. Kruisgewelven tussen gordelbogen, geschraagd door bij de pijlers aansluitende schalken (middenbeuk), rechtstreeks door pilasters tegen de noord- en zuidwanden van de zijbeuken.

Mobilair: Verrezen Christus, gepolychromeerd hout (17de eeuw); Sint-Sebastiaan, gepolychromeerd hout (tweede helft 17de eeuw); gestoffeerde Madonna met Kind (19de eeuw?); Sint-Bertilia, gepolychromeerd hout (tweede helft 19de eeuw). Twee marmeren grafstenen van 1619 en 1765 (transept); drie grafkruisen uit 17de en 18de eeuw.


Bron     : Schlusmans F. met medewerking van Gyselinck J., Linters A., Wissels R., Buyle M. & De Graeve M.-Ch. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs :  Schlusmans, Frieda

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Parochiekerk Sint-Martinus [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23121 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

De bieten- en fruitspoorlijn (1879) tussen Tienen, Sint-Truiden en Tongeren

In 1879 werd een spoorlijn geopend tussen Neerlinter en Tongeren. Vooral bedoeld om in onze omgeving bietsuikerfabrieken (Ordingen en Bernissem) en de opkomende fruitexport naar het Duitse Ruhrgebied te bedienen. Door het heuvelige terrein waren dijken en doorsnijdingen noodzakelijk. Zo ook op de Honsberg op het drielandenpunt tussen Ordingen-Rijkel-Zepperen, met overbrugging.



Het private project voor Aken-Brussel mocht niet concurreren met de bestaande staatslijn Tienen-Luik en werd dus beperkt tot een kronkelend tracé Neerlinter-Tongeren. Aanvankelijk waren er ook weinig haltes (Zoutleeuw, Ordingen, Borgloon en Pringen), maar dat werd in 1897 aangevuld met haltes in Wilderen, Melveren, Bernissem, Hoepertingen, Kerniel en Jesseren) Daarom kreeg het bareelwachtershuisje uit 1878 in Wilderen in 1896 een heus station tegenover zich. 

Station Wilderen


In de Eerste Wereldoorlog werkten de Duitsers aan de missing link Tongeren-Aken met viaduct in Sint-Martensvoeren.

Verdwenen station van Ordingen 1897 met links stationsherberg 1895

In 1957 werd het personenvervoer op deze lijn 23 gestopt en vervangen door autobuslijnen. In 1968-1988 verdween ook het goederenvervoer voor lokale nijverheden. De sporen werden geleidelijk opgebroken tussen 1968 en 1989. In 1992 kwam er een toeristisch fietspad op het (deels) bewaard gebleven tracé.

Ordingen werd, weliswaar meer naar Zepperen toe, een draaischijf van goederen- en personenverkeer. En uiteraard kwam er de onvermijdelijke stationsherberg (1895). Het station maakte plaats voor de N718, bedoeld als oostelijke omleiding rond Sint-Truiden en aansluiting op de beruchte A24-autosnelweg., maar slechts uitgevoerd tussen Melveren en Ordingen.


Jammer genoeg waren spoorlijn en brug ook plaatsen van wanhoopsdaden en dramatische ongevallen. Zo ontdekten stationschef Miel Mommen en arbeider Lowieke Mertens in april 1943 'het lijk van een onbekende vrouwspersoon van ongeveer vijf- en twintig jaar'. De vrouw was ongelukkig op een betonnen seindraadpaaltje terechtgekomen bij haar ontsnappingssprong uit het Jodentransport XX vanuit de Dossinkazerne in Mechelen, gesaboteerd in Boortmeerbeek.

Stationschef Miel Mommen met zijn kleindochter, ca. 1940 in Ordingen

Nu is de spoorweg'zate' een verwilderde oase voor wild en vogels, hazelwormen, wijngaardslakken en dassen. Maar ook een magneet voor sluikstorters. Sommige delen van de spoorberm worden beheerd door natuurpunt omwille van de uitzonderlijke flora zoals knolsteenbreek, bosanemoon, slanke sleutelbloem, wilde marjolein, muskuskruid en brede wespenorchis. 


De brug over de spoorweg bij het 'driegemeentenpunt' Rijkel-Ordingen-Zepperen



Lees: 'Zepperen in Twee Grote Oorlogen', Remacluskring, 1994, p. 182-190; ‘Sint-Truiden ingekaderd 1830-1914’, tentoonstellingscatalogus, Sint-Truiden: vzw Sint-Truiden 1300, p. 120; Robert NOUWEN, ‘Het Fruitspoor: spoorweglijn 23 Drieslinter-Tongeren’ in ‘Tongerse Annalen’, december 2019, p. 8-25.
Kijk: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobje.../304755; Item over het bieten- en suikerspoor lijn 23 op www.haspengouw.tv