Bogaardenhoeve

Gesloten hoeve met kern in Maasstijl (1665), doch sterk aangepast in de 19de eeuw. Voormalige kloosterhoeve, gelegen tegenover het vroegere bogaardenklooster.

Het complex ligt in een boomrijke omgeving en vormt een belangrijk element van het landschap; tussen de hoeve en de straat stroomt de Melsterbeek, en de gekasseide oprit voert over een brug naar de poort toe.

Bakstenen gebouwen onder zadeldaken, gegroepeerd rondom het rechthoekig erf.

Ten noordoosten, poortgebouw met een rechthoekige inrijpoort in een geprofileerde omlijsting met kalkstenen posten en een houten latei; overkragende, houten duifhuis onder zadeldakje (leien), mogelijk een recente restauratie of toevoeging. De muren aan weerszij van de poort zijn voorzien van neogotische kantelen; rechts bevindt zich een zandstenen (?) rondboogdeur in een rechthoekige geblokte omlijsting, links een rondboogdeur in een rechthoekige, verankerde omlijsting met negblokken.

Ten noorden, woonhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een leien dak (nok loodrecht op straat) met dakkapellen, door middel van muurankers op de noordoostelijke zijgevel gedateerd AO 1665. Gesmeed ijzeren muurankers. De erfzijdegevel is met een druivelaar begroeid. Kalkstenen bol- en kruiskozijnen met geprofileerde neg en negblokken; gekoppelde, strekse ontlastingsboog. Fraai, geprofileerd, gedrukt rondboogdeurtje in een rechthoekige kalkstenen omlijsting met negblokken en een vierkant, kalkstenen bovenlicht (het geheel ingekort?, zie resterende ontlastingsboogjes ter hoogte van deze van de vensters); kalkstenen pui. De sterk verbouwde achtergevel heeft twee kruiskozijnen, vier bolkozijnen en vier kleine rechthoekige venstertjes; recente kalkstenen rondboogdeur; recent aanbouwsel onder lessenaarsdak. Getrapte zijgevels; de noordoostelijke zijgevel heeft twee kalkstenen kloosterkozijnen, mergelstenen banden in de top, en is afgezet met kalkstenen hoekbanden.

Links van het woonhuis bevindt zich een tweede woongedeelte, mogelijk een vroeger dienstgebouw. Zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen) met laadvenster boven de tweede travee. De voorgevel is voorzien van verschillende kalkstenen vensters: twee recente kruiskozijnen, enkele dito bolkozijnen, een kloosterkozijn en twee rechthoekige vensters in een vlakke omlijsting. Deur zoals de laatst genoemde vensters. De achtergevel is voorzien van drie kruiskozijnen, een bolkozijn en een groot, rechthoekig venster met negblokken; gedrukte kalkstenen rondboogdeur in een rechthoekige omlijsting met rechthoekig bovenlicht; torenachtig uitbouwsel, door middel van muurankers gedateerd 1915.

Ten zuidoosten, stallen van zes traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen); in de linker travee enkele kleine vensters in een kalkstenen omlijsting, en een gedrukte rondboogdeur in een rechthoekige verankerde omlijsting van kalksteen met negblokken; voorts rechthoekige kalkstenen vensters, en een reeks gedichte, bakstenen steekboogvensters. De achtergevel gaat volledig schuil achter recentere bijgebouwen. De noordoostelijke zijgevel met twee kalkstenen bolkozijnen, een klein, rechthoekig venster, een rechthoekig laadvenster en een rechthoekige deur in een vlakke omlijsting, werd in de 19de eeuw eveneens van kantelen voorzien.

Haaks op dit gedeelte, ten noordoosten van het erf, bevindt zich een derde woongedeelte; één travee en anderhalve bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen); de erfzijdegevel heeft een kruisen een bolkozijn. De achtergevel is voorzien van twee geprofileerde vensters, waaronder een bolkozijn, en een drieledig kruiskozijn op de benedenverdieping (tweede helft 19de eeuw). Getrapte zijgevel.

Ten zuidwesten, ruime, dubbele dwarsschuur van vijf traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen); de erfzijdegevel heeft twee verankerde korfboogpoorten met gedeeltelijk kalkstenen posten; drie kleine venstertjes van kalksteen met negblokken, en twee rechthoekig deuren van kalksteen. Karrenhuis onder zadeldak (Vlaamse pannen) aanleunend tegen de zuidoostelijke zijgevel. Pannen beschieting der zijgevel.

Ten westen, buiten het erf bevindt zich een vijver met een bron.


Bron     : Schlusmans F. met medewerking van Gyselinck J., Linters A., Wissels R., Buyle M. & De Graeve M.-Ch. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs :  Schlusmans, Frieda
Datum  : 1981

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Bogaardenhoeve [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23152 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

Academiezaal

Eén van de mooiste zalen van het land

Rockband Editors in de Academiezaal. Bron: https://i.pinimg.com/originals/ea/98/e6/ea98e6fd6811ad77a69f3d6c33d15056.jpg

Academiezaal

360°-weergave


Geschiedenis

Eén van de mooiste zalen in het land. De academiezaal van het Klein-Seminarie onderlijnt de betekenis van deze instelling als het intellectueel centrum van Limburg vanaf 1843 tot na de Tweede Wereldoorlog. Daarbij was vooral na de lessen aandacht voor Nederlandse letterkunde.

De Gentse stadsarchitect Louis Roelandt was door de test

 aangezocht om hun hospitaal voor geesteszieke vrouwen te bouwen. Hij ontwierp ook samen met zijn leerling Isidore Gerard de neogotische toren  van de hoofdkerk.

                                  Louis Roelandt

Door de scheiding van de beide Limburgen in 1839 moest het Klein-Seminarie van het bisdom Luik verhuizen van Rolduc, nu Nederlands gebied, naar de vroegere abdijsite in Sint-Truiden. Bisschop Van Bommel besefte het belang van dit opleidingscentrum. Bij het enorme complex in de binnenstad was ook een a salle de rhétorique voorzien voor de seminaristen. Het werd tussen 1845 en 1852 een achthoekige centraalbouw met korinthische gegleufde zuilen onder een bijzonder rijkelijk uitgewerkte stucwerkzoldering

detail stuckwerk amfitheater


. De amfitheatervorm zorgt voor een intimistische verbondenheid van publiek met acteurs op de parterre en een goede akoestiek.

In 1845 was in de zaal het taalgenootschap Utile Dulci actief dat het Nederlands beoefende. Ook een Franstalige tegenhanger, de Société de littérature française, kortweg de Academie, was er bedrijvig. De Vlaamse ontvoogdingsstrijd zorgde af en toe voor wrijvingen, maar uiteindelijk liep toch iedereen in de pas.

Bij de start van de restauratie in 1986 door Herman Vanmeer in opdracht van erfpachthouder stad Sint-Truiden werd vooral de stabiliteit van de zaal hersteld en teruggegrepen naar de oorspronkelijke uitvoering van de "gradins" en de toneelscène. Voor het zitcomfort werd één rij verwijderd, wat het aantal zitplaatsen op 290 vastlegt, eventueel uitbreidbaar. De moderne lichtarmaturen zijn een ontwerp van Herman Blondeel. Een moderne foyer met technische ruimten werd aan de kant van het kerkveld toegevoegd. 

Momenteel gebeuren in de akoestisch geschikte Academiezaal regelmatig muziekopnames en is een klassiek programma van internationaal niveau kamermuziek, kamerorkest en muziektheater uitgewerkt in het kader van de werking van cultuurcentrum de Bogaard.

Lit.: L. DE CLERCQ, H. VAN MEER mmv J. GYSELINCK, De Academiezaal te Sint-Truiden: een onbekend oeuvre van de Gentse architect Louis Roelandt (1786-1864), in M&L. Monumenten; Landschappen en Archeologie, jg. 15, nr. 5: september 1996; Els DECONINCK, Religieuze bouwheren engageren grote namen, in Sint-Truiden ingekaderd 1830-1914, Tentoonstellingen Sint-Trudofeesten 1998, Sint-Truiden: Sint-Truiden 1300, p. 50-78; Clem VERHEYDEN, De academiezaal, een bloeiend podium voor klassiek en modern, in Sint-Truiden, al eeuwen gaststad voor muziek, woord en beeld, Open Monumentendag Vlaanderen, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2012, p.41-45 en 93 (bibliografie)