Kasteel De Motte

Zogenaamd kasteel "De Motte", omgracht kasteel in een boomrijk park, op de plaats van de verdwenen mottoren of burcht, gebouwd tussen 1342-1367 door Henri de Brouckom, in 1758 vergroot door baron J. de Herckenrode en in 1835 door J. Ulens; op die plaats thans eclectisch kasteel uit de tweede helft van de 19de eeuw. Ook de ten oosten gelegen kasteelhoeve van 1835 werd tijdens de tweede helft van de 19de eeuw in neogotische stijl verbouwd; alleen de torenvormige inrijpoort met ophaalbrug gebouwd tussen 1531-1589 door J. de Rijckel, vertoont ondanks de brand van 1690, haar oude kern; tijdens de tweede helft van de 19de eeuw toevoeging van neogotische bolkozijnen, kantelen en dakkapellen op tentdak (kunstleien). Baksteenbouw met verwerking van kalk- en mergelsteen. Gave noordoostgevel afgezet met kalkstenen hoekbanden; kalkstenen rondboogpoort in een rechthoekige omlijsting; gedichte mergelstenen gleuven voor het takelwerk der ophaalbrug, rechthoekig venster met mergelstenen negblokken op tweede en derde bouwlaag; later aangebrachte wapenschilden uit de 18de eeuw.

De toren; staat bij een U-vormig complex onder zadeldaken (kunstleien) uit de tweede helft van de 19de eeuw; neogotische zuidwestgevel met middenrisaliet afgelijnd door hoekband en centrale spitsboogpoort in rechthoekige mergelstenen omlijsting, onder een driehoekig fronton met topstuk; aan weerszij, spitsboogspaarvelden met smalle spitsboogvensters; geheel bekroond door kantelen. Overige gevels sterk vervallen; rechthoekige venster- en deuropeningen.

Huidig kasteel ten zuidwesten, zes traveeën en twee en een halve bouwlaag onder schilddak (kunstleien). Baksteenbouw met verwerking van mergelsteen. Rechthoekige plattegrond met vier achtzijdige hoektorentjes met overstek en piramidale bedaking (leien). Noordoostelijke voorgevel met vier traveeën breed middenrisaliet, bekroond met trapgevel; rechthoekige deur- en vensteropeningen in mergelstenen omlijstingen met oren, die zoals de onderdorpels door banden verbonden zijn; rondboogvensters in de topgevel; eerste en zesde travee uitlopend in een getrapt dakvenster met rondboogvormige muuropening. Naar het zuidwesten gerichte achtergevel met zelfde ordonnantie als de noordoostgevel, echter uitgebreid met twee uitbouwen van één bouwlaag onder plat dak, in eerste en laatste travee, onderling door een balustrade verbonden.


Bron     : Schlusmans F. met medewerking van Gyselinck J., Linters A., Wissels R., Buyle M. & De Graeve M.-Ch. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs :  Schlusmans, Frieda
Datum  : 1981

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Kasteel De Motte [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23125 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

de Theux de Meylandt, graaf Barthélemy (Theodore), eerste minister

Sint-Truiden Schabroek 26.02.1794 Heusden 21.08.1874 , x Aline du Parc 

Zoon van ridder Jacques en Antoinette de Wezeren.  Gedoopt in Guvelingen Sint-Truiden. Middelbare studies Sint-Truiden. Rechten 1816 Luik. Graaf 1840. Schabroek was familiedomein van zijn moeder de Wezeren de Schabrouck, en huisvestte vanaf 1947 de tuinbouwschool OLV. Eigenaar kasteel Meylandt in Heusden 1843. Stadshotel in Guimardstraat Brussel. Broer van priester-Jezuiet en missionaris Théodore de Theux. Bevriend met de familie de Merode en verwant Charles Vilain XIIII. IJveraar voor het unionisme. Lid Nationaal congres 1830. Volksvertegenwoordiger en minister van staat 1831. Minister van binnenlandse zaken 1831, besluiten spoorweg Antwerpen-Tongeren-Wezet (Visé), Koninklijke Bibliotheek. Gematigd partijleider katholieken, regeringsformateur en minister1834-1840. Postwet en wet hoger onderwijs 1835, gemeente- en provinciewetten 1836, jurywet en legerkaderswetten 1838. Splitsing Limburg en Luxemburg 1839. Leider unionistisch-katholieke regering 1846-1847. Formateur van gematigde regering en minister zonder portefeuille van 1871 tot overlijden. Vertrouwensman van Leopold I. Vader van Louise, verdienstelijk tekenaar.

Wapenschild: Gedeeld, 1 in rood een aan weerszijden gekanteeld zilveren kruis. 2 in zilver drie groene rechterschuinbalken, elk beladen met een gaande gouden leeuw. Schilddragers: twee gouden leeuwen met vlagje. Spreuk Sans tache en sans reproche. Alliantiewapen op paneelschildering zoldering Sint-Martenkerk, Jules Helbig 1860.

Familiegraf Heusden. Borstbeeld senaat. Staatsieportret door Louis Gallait. Standbeeld de Meeussquare door Edmond de Valeriola Brussel 1932. Straatnamen in Etterbeek, Elsene en Heusden-Zolder.


Recente publicatie over de graaf de Theux


Lees: Ch. TERLINDEN, in BIONAT, 24, 1929, kol. 771-782; JORISSEN; Staatsminister Barthélemy Théodore Graaf de Theux de Meylandt (Sint-Truiden 1794-Heusden 1874). Een groot staatsman. Een uitgave ter gelegenheid van de herdenking van Staatsminister de Theux de Meylandt op 27 april 1975 te Heusden (Limburg), Tessenderlo: Geschied- en Heemkundige Kring van Heusden (Limburg), 1975; Louis ROPPE, in NBIOW, 9, 1981, kol. 743-748; Albrecht GOORTS, Het plafond van de Sint-Maartenskerk in Sint-Truiden. Een ongewoon wapenkundig dokument, in De Leiegouw, 29, 1987, p. 133; Koenraad NIJSSEN, De enige Limburgse premier ooit, in HBVL, 06.02.1998 en in 100 invloedrijke Limburgers van Ambiorix tot Roppe, Hasselt: HBVL, 2001, p. 110-112; Raf VAN LAERE en Rombout NIJSSEN, Een adellijke blik op de Kempen. Tekeningen van Louise Moretus, geboren de Theux de Meylandt (1852-1923), (Limburgse studies, 3), Wijer-Lummen, 2008; Beauduin DE THEUX DE MEYLANDT ET MONTJARDIN, Le comte Barthélemy de Theux de Meylandt, (Recueil LXXI de l’Office généalogique et héraldique de Belgique), Brussel, 2019. Info Franz Aumann. 
\n\n\n\n \n\n