Gesloten hoeve, uit het vierde kwart van de 18de eeuw, aan een kruispunt gelegen. Bakstenen gebouw met witgekalkte erfzijdegevels onder zadeldaken (Vlaamse pannen, golfplaten boven de inrijpoort), rondom een rechthoekig, geplaveid erf.
Ten zuiden, rondbooginrijpoort in een vlakke, verankerde omlijsting van kalksteen. Woonhuis (dubbelhuistype) van één bouwlaag en zes traveeën, ten westen van het erf, op een verhoogde begane grond. Getoogde vensters in een vlakke, kalkstenen omlijsting met sluitsteen, voorzien van een korte druiplijst; gelijkaardige deur. Enkele zolderluiken. De straatgevel is voorzien van kalkstenen keldergaten en van getoogde vensters, zoals in de erfzijdegevel, doch met luiken en diefijzers. Datering ANNO 1784 in een gevelsteen boven de druiplijst van het derde venster. Zijgevel voorzien van vier gelijkaardige vensters, en afgewerkt met een aandak en vlechtingen. Bakstenen nis met bekronend kruis in de afgeronde hoek.
Aangepaste stal (19de eeuw), thans onder plat dak, ten noorden van het erf. Ten oosten, dwarsschuur, gedeeltelijk in wit overkalkte leembouw, gedeeltelijk versteend.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Gesloten hoeve [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23138 Geraadpleegd op 12-11-2019
Millen 28.10.1823 - Morelia (Mex.) 06.11.1865
Molenaarszoon Wintershoven. Priester 1851, jongere broer van pastoor Hendrik Coenegrachts van Wilderen-Duras. Kapelaan hoofdkerk en eerste rector van Sint-Marten 1855, woonde op het huidige Sint-Maartenplein tegen het vroegere kerkhof. Leraar middelbare school. Geesteszorg voor soldaten van nabijgelegen kazerne.
Werd na tussenkomst van Mgr. De Ram, rector Leuven, aalmoezenier van Belgisch expeditiekorps als steun voor Maximiliaan, keizer van Mexico en schoonzoon van Leopold I in 1864. Scheepsreis met ‘Tampico’ van Saint-Nazaire naar Vera Cruz jaarwisseling 1864-1865 met het derde detachement. Nederlaag in Tacambaro 1865.
Richtte met enkele geneesheren militair hospitaal op in Morelia. Bij tyfusepidemie zelf bezweken in huis van notabele. Wegens verdiensten uitzonderlijk begraven in koor van Sint-Antoniuskapel nabij OLV-kerk van Morelia. Kelk geschonken door parochianen van Sint-Marten in 1864 werd in 1866 terugbezorgd aan de Sint-Maartenkerk ST