Herenboerenparkje van hoeve Het Zwart Huis

Relict van een 19de-eeuws herenboerenparkje. Ruïnes van een belvedère.

Het goed is de rest van een hoeve “Het Zwarthuis” genaamd, dat als zwartgoed tijdens de Franse tijd verkocht werd en nabuur was van het gesloopte Romaans dorpskerkje. Op het Primitief kadasterplan ligt er een tuin en de eigenaar is dan Henri Maréchal, landbouwer te Engelmanshoven. Het gekasseide erf, nu deels aangelegd als hagentuin, is zowel aan de straat als achteraan afgesloten met een eenvoudig hek, deels nieuw werk, deels hergebruikt materiaal. De vierkante hekpijlers van baksteen met sokkel, deksteen en schamppaal van arduin zijn 19de-eeuws en zijn op het erf voorzien van een geringde schacht met bolbekroning. Achter de oplopende boomgaard ligt een relict van een beboomd parkje uit de 19de eeuw, met op het hoogste punt de resten van een ruïneus bakstenen belvedère beschaduwd door zomereiken.

Bomen

Mooi exemplaar bruine beuk (Fagus sylvatica'Atropunicea'), gewone robinia (Robinia pseudoacacia), grootbladige linde (Tilia platyphyllos), gewone taxus (Taxus baccata), zomereik (Quercus robur) (510 cm stamomtrek op 150 cm hoogte).


Bron     : DE MAEGD C. & VAN DEN BOSSCHE H. 2003: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 1: Gingelom, Halen, Herk-de-Stad, Nieuwerkerken, Sint-Truiden, Brussel, Agentschap RO-Vlaanderen. Onroerend Erfgoed.
Auteurs :  De Maegd, Christiane, van den Bossche, Herman
Datum  : 2003

Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Herenboerenparkje van hoeve Het Zwart Huis [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/303467 Geraadpleegd op 12-11-2019

 

ONTDEKKING VAN DE DAG

Koningin Astrid, lieveling van het publiek

Verongelukte vorsten herdacht

De Zweedse prinses Astrid (°1909) werd in 1929 gemalin van onze Belgische vorst Leopold III. Ze verloor het leven bij een auto-ongeval in Zwitserland op 29 augustus 1935. De gemeenteraad hernoemde de Tentoonstellingsstraat al eind september in ‘Koningin Astridstraat’. In november 1937 organiseerde een comité van de Nationale Strijdersbond in het stadhuis een tentoonstelling van zandtapijt met de overleden Astrid op haar praalbed, om fondsen te werven voor een gedenkteken. Dat werd in de vorm van een postuum staatsieportret aangeboden aan het stadsbestuur tijdens de augustuskermis van 1939. Door de mobilisatie en de opeisingen ging deze plechtigheid met tentoonstelling verloren in het oorlogsnieuws.

De vermaarde Hasseltse portretschilder Jos Damien en zijn leerlinge-assistente Anne Rutten signeerden het schilderij.

Koningin Astrid wordt levensgroot en ten voeten uit afgebeeld in een paleisdecor en houdt een waaier van struisvogelveren vast. Ze draagt een witte galajurk met korte sleep en nonchalant gedragen losse mouwen. Oorhangers, armband en hanger met kruis tonen een groene smaragdkleur. De stralende vorstin draagt het zogenaamde ‘Diadeem der negen provinciën’. Dit kleinood, een verlovingscadeau van de Belgische bevolking uit februari 1925, bestaat uit een band met Griekse meandermotieven en werd door juwelier Van Bever vervaardigd. In de later herwerkte versie met ruiten zijn de elf briljanten ingewerkt als symbool van de toen negen provincies, plus België met vorstenhuis, plus Belgisch Congo.




In 1934 was in de inkomhal van het stadhuis al een gedenkteken opgericht voor vorst Albert I, na zijn tragisch klimongeval.