Het perron of perroen was in het Luikerland van voor 1795 het symbool van
stedelijke vrijheid. In 1362 werd hier een stenen perron op het marktplein
geplaatst met bovenop een kruis en een vergulde arend. In 1598 werd de
vernieuwing ervan bekostigd door een loterij, maar in mei 1789 zochten
de burgemeesters naar de dure heroprichting van het intussen afgebroken
perron. De Franse revolutie, haast ogenblikkelijk overgenomen door Luik en
uitgevoerd naar Sint-Truiden, verhinderde dit. De revolutionairen hadden
de stukken perronsteen gelegd voor het huis Gilis op de graanmarkt. Bij de
kortstondige restauratie van de abtelijke macht van Eucherius Knapen en
diens feestelijke herintrede in 1791 hing daar volgend chronogram: Die Des
peroens stUCken Voor ons DeUr heeft geLeYt zaL nU zYn hUYs VerLaeten
tot zYn spYt.
Bij de restauratie van het stadhuis herstelde stadsingenieur Guillaume
Govaerts ook het oude perron in eer. De gietijzeren kolom van de stedelijke
kolenwaag lag jarenlang verwaarloosd in het Meinhoekje bij de barokpoort van
de abdij. De Truiense kunstsmid Pierre Radoux smeedde het kruis en tweekoppige
adelaar aan de zuil en signeerde op een poot met zijn naam en het
jaartal 1929.
Achter het perron prijkt een gedenksteen voor historische strijders van 1302,
1798 (Boerenkrijg), 1830 en 1914-1918 door beeldhouwer Jean Nicolai met in
Latijn de spreuk ‘ik word perron genoemd’ en twee jaartallen die verwijzen naar
het historiek van het perron. In de gevelnis erboven in Maastrichtersteen staat
een stenen kopie van een houten 16de eeuws Madonnabeeld uit het stadhuis.
Het stadswapen met de arend op het perron is vooral bekend als zegel vanaf
1543. In 1606 verschijnt het voor de eerste keer op een publiek gebouw,
uiteraard het belfort.
… onder de opengespreide vleugels van de arend krijgt de stad bescherming,
zegt een citaat uit 1347. Tegen Brabant, maar later vooral tegen de Prins als
andere halfheer. De dubbelhoofdige adelaar verwijst immers naar de rechtstreekse
afhankelijkheid van de abdij van het Duitse Keizerrijk. De pijnappel is
een vaak voorkomend motief als zuilbekroning en symboliseert de onsterfelijkheid
en de overwinning.
Pentekening met stadhuis van voor 1752, het perron staat centraler op het marktplein
Sint-Truiden Schabroek 26.02.1794 – Heusden 21.08.1874 , x Aline du Parc
Zoon van ridder Jacques en Antoinette de Wezeren. Gedoopt in Guvelingen Sint-Truiden. Middelbare studies Sint-Truiden. Rechten 1816 Luik. Graaf 1840. Schabroek was familiedomein van zijn moeder de Wezeren de Schabrouck, en huisvestte vanaf 1947 de tuinbouwschool OLV. Eigenaar kasteel Meylandt in Heusden 1843. Stadshotel in Guimardstraat Brussel. Broer van priester-Jezuiet en missionaris Théodore de Theux. Bevriend met de familie de Merode en verwant Charles Vilain XIIII. IJveraar voor het unionisme. Lid Nationaal congres 1830. Volksvertegenwoordiger en minister van staat 1831. Minister van binnenlandse zaken 1831, besluiten spoorweg Antwerpen-Tongeren-Wezet (Visé), Koninklijke Bibliotheek. Gematigd partijleider katholieken, regeringsformateur en minister1834-1840. Postwet en wet hoger onderwijs 1835, gemeente- en provinciewetten 1836, jurywet en legerkaderswetten 1838. Splitsing Limburg en Luxemburg 1839. Leider unionistisch-katholieke regering 1846-1847. Formateur van gematigde regering en minister zonder portefeuille van 1871 tot overlijden. Vertrouwensman van Leopold I. Vader van Louise, verdienstelijk tekenaar.
Wapenschild: Gedeeld, 1 in rood een aan weerszijden gekanteeld zilveren kruis. 2 in zilver drie groene rechterschuinbalken, elk beladen met een gaande gouden leeuw. Schilddragers: twee gouden leeuwen met vlagje. Spreuk Sans tache en sans reproche. Alliantiewapen op paneelschildering zoldering Sint-Martenkerk, Jules Helbig 1860.
Familiegraf Heusden. Borstbeeld senaat. Staatsieportret door Louis Gallait. Standbeeld de Meeussquare door Edmond de Valeriola Brussel 1932. Straatnamen in Etterbeek, Elsene en Heusden-Zolder.