Tochtgenoten

Samen op weg via sport en spel: de Tochtgenoten

Pater Pacific was na de Tweede Wereldoorlog dé trekker van een eigen jeugdbeweging Tochtgenoten, vooral gekend in de lokale sportwereld.


Alfred Cauwels in het gewone leven stichtte als pater Pacific op 10 mei 1950 de jeugdvereniging ‘De Tochtgenoten van Sint-Franciscus’ samen met chiroleider Léonard Dusar of ‘Saar’. Al snel werd de naam gewoon ‘De Tochtgenoten’. De houten barak op het Capucienessenplein vlakbij het Minderbroedersklooster bleek al vlug te klein. In Nieuw -Sint-Truiden was meer ruimte voor voetbalpleinen, een looppiste en kleedkamers. Als katholieke beweging deden ze jaarlijks een Scherpenheuvelbedevaart. De combinatie van sport en spel bleek een voltreffer: modelvliegtuigbouw, maar ook worstelen, boksen, tafeltennis, biljart, voetbal en atletiek. Deze laatste activiteit leidde naar de oprichting van de TACT of Tochtgenoten Atletiek Club in 1955. Toen de beweging sterk groeide naar1957 toe werden Jef Cleeren, de latere populaire burgemeester, en Lucien Degros aangesteld. De Park- en Fruitloop werden een jaarlijks evenement. Een sporthal met piste vanaf 1960 maakte Belgische records mogelijk: in 1968 Georges Schroeder, in 1970 Robert Van Schoor, in 1971 Roswitha Emonts-Gast en Leen Wuyts. Het beste damesteam in Limburg werd in 1961 in Sint-Truiden gevonden. In 1966 stonden hier 14 meetings en 16 wedstrijden nationaal hamerslingeren op de agenda. Met de sleet op de accommodatie kwam die er ook op de TACT.

Pater Pacifik, omwille van zijn paterspij ook wel eens ‘de bruine deken’ genoemd, was van Eeklo (1919) en overleed in 1990 in Leuven. Hij trad in het klooster van Tielt in 1939. Hij was niet enkel (mede)organisator van de Trudofeesten, de Sint-Franciscusstoet en het Kerstspel in Minderbroederskerk. Hij hield voordrachten over levenskunst en vastenpreken. Pater Pacifik stichtte de publieke ontspannings- en sportzaal in het Minderbroederklooster, nu Museumzaal DE MINDERE. Provinciaal Sportaproost in 1957 vertrok hij naar Leuven in 1962 en werd hoofdredacteur van het tijdschrift Sport en Jeugd. Hij schreef talloze artikels en jeugdverhalen in Sport en Jeugd, Sporta en Sportcahiers. Geweld in de sport had zijn bijzondere aandacht. In 1990 kreeg de pater een postume eervolle vermelding van het BOIC als stichter en bezieler Belgische Fair-Play Club

 Roeland MOTMANS, Tochtgenoten Atletiekclub Sint-Truiden, Werkcolleges heuristiek en encyclopedie 1ste lic. LO. KUL, prof. Roland Renson, Sint-Truiden: in eigen beheer, 1997; Kaatje JACOBS, De bewogen levenstocht van sportpater Alfred Cauwels, 1919-1990, Groep biomedische Wetenschappen, Leuven: KUL, 205. WWWIST?, p. XX-XX.;


ONTDEKKING VAN DE DAG

Duras, hét kasteeldorp bij uitstek

Duras, hét kasteeldorp bij uitstek

Onderschrift bij deze foto

Het grafelijk kasteel ligt pal in het midden van het kerkloze Duras, halfweg tussen Brabant en Loon. De Molenbeek en de Cicindria komen er samen. Tussen de bossen en landerijen, op het einde van een laan, duikt een evenwichtig indrukwekkend gebouw op in Franse klassieke stijl uit 1789. Van de Hollandse koning Willem I werden er ooit liefdesbrieven teruggevonden. De koepel, verdwenen bij de brand in 1913, werd er gelukkig in 1961 terug op gezet. De ‘slaven van Trast’ vierden in 1989 groot feest: 850 jaar parochie en 200 jaar kasteel. De Boogschutterij Sint-Sebastiaan, genoemd naar de heilige die vol pijlen werd geschoten, kan zijn bestaan sinds 1642 bewijzen. Het eendrachtige Concordia (°1972) schopte de voetbal ooit tot in tweede provinciale. Bij de zgn. ‘kleine fusie’ in 1971 werd Duras uitgebreid met de dorpen Gorsem, Runkelen en Wilderen, maar bij de ‘grote fusie’ in 1977 werden alle dorpen deelgemeenten van Sint-Truiden.



De waterburcht van de graven van Duras werd al in 1102 genoemd. Het huidige neo-classicistische kasteel is gebouwd tussen 1787 en 1789 naar ontwerp van Ghislain-Joseph Henry. Opdrachtgever Hendrik van der Noot was een van de voornaamste grootgrondbezitters in Brabant. Mogelijk wou hij een vluchthuis net over de grens bouwen in roerige revolutietijden.


In 1902 werd het kasteel bijna verwoest door een brand, maar onmiddellijk heropgebouwd. In het laatste oorlogsjaar 1945, werd het kasteel door een Duitse vliegende bom geraakt. Vele vertrekken werden sterk beschadigd. Tussen 1960 en 1962 is het kasteel met steun van de Belgische staat en door graaf van Liederkerke volledig gerestaureerd. De bescherming als monument kwam er al in 1948.

Graaf Jean-Joseph van der Noot huwde met Florence de Ruyssche, gravin van Elissem, bij Landen. Een van hun kinderen, Louise, trouwde in 1803 met Prins Louis de Ligne, zoon van Charles en prinses Hélène, van het Poolse Massalska Huis. Hun zoon, Eugène werd een troonpretendent van België. Na de dood van haar echtgenoot in 1813, huwde Louise een tweede maal, deze keer met graaf Charles d'Outremont.

Architect Ghislain-Joseph Henry uit Dinant ontwierp de voorgevel en de bijgebouwen in een statige, evenwichtige Toscaanse stijl. Opvallend aan de voorzijde is de uitspringende vestibule die voorafgegaan wordt door zes Ionische zuilen, die nu opnieuw een kleine koepel schragen. De ontvangstzaal is de draaischijf waarrond alle andere vertrekken zijn gegroepeerd.

Onderschrift bij deze foto

Het kasteel ligt te midden van een park en is te bereiken via een platanendreef. In het park staat grote mammoetboom uit 1881. Het park ligt in een groter domein van meer dan 100 ha, bestaande uit bossen, weilanden, akkers en hoogstamboomgaarden. Er zijn nog resten van een watermolen bij en een hoeve. Enkele malen per jaar is het kasteel door het publiek te bezichtigen, en het is te huur voor feesten. Rond 2018 waren de Wijnfeesten en het familiespektakel ‘Kerstmagie’ populair. Dat laatste is een product van Historalia van Prins Simon de Merode

Onderschrift bij deze foto

Kijk: Luik, Archief van het Bisdom , Abbaye de Herkenrode, G I 5-9, Kadastraal register van landmeter Peter Meysman, 1669-1685 : http://www.evequesdeliege.be/evl2/index.php. Rombout NIJSSEN en Raf VAN LAERE, Kastelen op papier. Aquarellen van Limburgse kastelen uit de eerste helft van de negentiende eeuw, Wijer: Limburgse Studies, 2005, p. 26-29.


Lees: A.J.A. VASSE, Le domaine de Duras: album comprenant 8 vues avec texte, Brussel, 1855; M.J. WOLTERS, Notice historique sur l'ancien comté de Duras en Hesbaie, Gent, 1855; Clemens-Guido DE DIJN C.G., Kasteel van Duras, in Het groot kastelenboek van België, Kastelen en buitenplaatsen, Brussel, 1977, p. 95-97; Chris DE MAEGD en Herman VAN DEN BOSSCHE, Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 1: Gingelom, Halen, Herk-de-Stad, Nieuwerkerken, Sint-Truiden, Brussel, Agentschap RO-Vlaanderen. Onroerend Erfgoed, 2003; Franz AUMANN, Het ontstaan van het kasteelpark van Duras: een werk van lange adem en Tine RIJVERS en Joke RYMEN, Landschapszorg op het kasteeldomein van Dura, beide in: Sint-Truidens erfgoed, (her)bestemd voor nu en straks. Open Monumentendag Vlaanderen. Sint-Truiden 2015, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2015, p. 44-67.