Trudofeesten 1893, herdenking van 1200 jaar overlijden Trudo

Feest voor Sint-Trudo in 1893

In de tweede helft van de 19de eeuw groeide de stad sterk aan. De perikelen van de Franse Tijd waren voorbij, spoorweg en steenwegen brachten handel en industrie. De Belle Epoque kondigde zich aan. Het was geleden van 1806 de relieken dat de Trudorelieken terug naar Sint-Truiden werden gebracht. Op initiatief van deken Lenaerts wilde men het twaalfde eeuwfeest van het overlijden van de Heilige Trudo in 693 door een grootse tiendaagse jubileumviering herdenken. Voorzitter was de deken en secretaris W. Goffin. De andere leden waren burgemeester C. Cartuyvels, schepen W. De Jongh, G. Monchamp, notaris L. Nagels, kunstenaar G. Schoofs, stadsarchitect E. Serrure en C. Vandenhove.


“… zo ieverig is men in alle gezinnen aan ’t werk… en op de straat, welke beweging! Op de eene plaats geheimzinnig, op de andere ruchtig, doch in het algemeen vroolijk en moedig vooruit. Niemand spaart tijd noch opoffering om het zijne bij te dragen tot het wellukken der versieringen. Allen wedijveren om de plechtigheid leven en zwier, luister en pracht bij te zetten.”. Maandag 31 juli, donderdag 3 augustus en zondag 6 augustus trok een religieus-historische stoet uit van 45 groepen en praalwagens, onder muzikale begeleiding van 3 harmonies. Door de regen op zondag 30 juli moest de stoet een dag worden uitgesteld.


Familieleden van de notabele leden van het organiserend comité speelden hoofdrollen. Hoogtepunt waren de relieken van de Heilige Christina, van de Martelaars van Gorcum, van Eucherius en van Trudo. Achter de relieken sloten de hoogwaardigheidsbekleders aan zoals de aartsbisschop en de nuntius. Na de stoet volgde telkens een zegening met het Heilig Sacrament op de Grote Markt.


Voor de verschillende parochies bedevaarten naar het graf van Sint-Trudo georganiseerd. Dat leverde een aflaat op van veertig dagen, verleend door de bisschop van Luik. De paus himself verleende een volle aflaat aan iedereen die na biecht en communie de O.- L.-Vrouwekerk bezocht en er bad.

693-1893. Stad Sint-Truiden. Programma der plechtigheden van het twaalfde eeuwfeest van Sint-Trudo, stichter en patroon der stad, Sint-Truiden, drukker Degeneffe-Wynants, 1893; Gert GIELIS en Sebastien LIBENS, De septennio in septennium : zevenjaarlijkse processies in de Maas-Rijnregio, Onderzoeksrapport KADOC-K.U.Leuven in samenwerking met de erfgoedcellen van Hasselt, Tongeren en Sint-Truiden, Leuven : Kadoc, 2010



ONTDEKKING VAN DE DAG

Een marmeren buste voor de oud-burgemeester

Clement Cartuyvels  was de zoon van een zeepfabrikant op de Grote Markt en neefje van burgemeester Guillaume Vanvinckenroy . Hij droeg zelf de sjerp tussen 1899 en 1921. Op zijn CV lezen we: advocaat, bankier, provincieraadslid, gedeputeerde, vrederechter, gemeenteraadslid, volksvertegenwoordiger, senator, voorzitter Sint-Vincentiusgenootschap, derdeordeling en katholiek. Hij maakte de Belle Epoque in zijn stad mee: vernederlandsing van het bestuur, aanleg tramlijnen, riolering, waterleiding, bouw slachthuis, provinciale 'expositie' in 1907. Maar Clément moest ook de schok van de Duitse inval meemaken. Zijn zoon Paul, majoor van de Burgerwacht, verdween een jaar in Duitse kampen en hijzelf werd het laatste jaar van de oorlog uit zijn ambt ontheven. Clément woonde in de Capucijnenstraat in een herenhuis, later omgebouwd tot Sint-Annakliniek. 



De bank Cartuyvels:



Clément stierf op zijn kasteeltje in Verlaine en kreeg, behalve een straatnaam (de vroegere Capucijnen- en Coemansstraat) in 1921, ook een marmeren borstbeeld. Toen zijn zoon notaris Paul Cartuyvels  in 1927 zelf burgemeester werd, kreeg hij van zijn makkers oud-burgerwachten een ontwerptekening voor een borstbeeld van zijn papa cadeau. De ontwerper was niemand minder van Victor de Haen uit het Brusselse, die ook de wedstrijd had gewonnen voor het monument voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog op Sint-Marten. Op kosten van het stadsbestuur werd de buste in marmer uitgevoerd en prijkte voortaan in het stadhuis. Momenteel in erfgoeddepot bij de Zusters Ursulinen. Vermits het beeld postuum werd getekend, herken je duidelijk de pose op het bidprentje van Clément Cartuyvels. Op zijn linkerschouder liet de beeldhouwer van het witte marmer zijn naam in sierlijke letters na. 







Lees: 
Wie was wie in Sint-Truiden?, Sint-Truiden: Stedelijke openbare bibliotheek, 2011, p. 39 en 43-45.