De jubileumvieringen van 1893 en 1956 waren unieke momenten. Pas vanaf 1963 kan je spreken van zevenjaarlijkse feesten. De Truiense heiligdomsvaart van 1963 was dus de editie van de bevestiging. De expertise was er nu en het Trudocomité met secretaris-trekker Achille Thijs kon verder bouwen op het succes van 1956. Kanttekening: van een abdij- en stadsverjaardag kon men nu naar een louter religieuze viering overgaan. Men ging op zoek naar meer relieken, in een betere presentatie.
Deken Deneys werd herbevestigd als voorzitter. Gaston Borghs (‘propaganda’), pater Archangelus, Gerard Heynen en Kamiel Stevaux (tentoonstellingen geschiedkundige kring) E.H. Jans (misdienaars en relieken), E.H. Spiritus (bisschoppen en geestelijke genodigden) E.H. Geivers (historische stoet).
In grote lijnen kopieerde de organisatie de heiligdomsvaart van 1956, maar het programma op zaterdag was afgezwakt. Op zaterdag 13 juli werden de relieken in hun gouden schrijn afgehaald in de Sint-Pieterskerk in Zerkingen, waar volgens de overlevering vroeger de ouderlijke woonst van de Heilige Trudo had gestaan. Alle klokken van Sint-Truiden luidden het begin van de feesten in en aan de Naamse Poort weerklonken kanonschoten. Op zondag een pontificale hoogmis met monseigneur van Zuylen, bisschop van Luik. Edward Loos een nieuwe feestmis ‘Hic vir’ gecomponeerd voor vierstemmig koor, orgel en blaaskwintet. De optocht nadien met 1300 deelnemers was opgevat “als een boek waarin we lezen gaan over de verheerlijkte Trudo. Het eerste gedeelte was een lofprijzing vanwege de kinderen, parochies waarvan Trudo de beschermer was, beroepen van de stad, het tweede deel was catechetisch opgevat met het evangeliserende leven van Trudo uit. In het derde en laatste deel stonden de relieken centraal, voorafgegaan door zingende maagden. ’s Avonds was er een beiaardconcert en de première van het Trudospel. Vanaf dan vond er alle dagen een hoogmis plaats in de voormiddag, en ’s avonds waren er afwisselend concerten of opvoeringen van het openluchtspel. Op dinsdag en zondag werden de relieken nogmaals getoond. Op woensdag kon men deelnemen aan een nachtprocessie met aansluitend een openluchtmis in het Klein Stadspark. Enkele dagen stonden in het teken van een bepaalde groep mensen. Dinsdag was de ‘Dag der roepingen’ (speciale dag voor de priesters en kloosterlingen van Sint-Truiden), donderdag zorgde men ervoor dat de zieken ook van de feesten konden genieten en vrijdag kregen de kinderen van de Eucharistische Kruistocht bijzondere aandacht (de ‘Kruistochtersdag’). De relieken, permanent tentoongesteld in de abdijkerk, waren gegroepeerd volgens een onderlinge verbondenheid:
H. Godfried van Melveren, H. Lutgardis449, H. Christina de Wonderbare, H. Beregisus, H. Libertus, H. Eucherius, H. Remaclus bisschop van Tongeren- Maastricht, H. Remaclus bisschop van Metz, H. Adela, Sint-Trudo.
De traditionele katholieke feestcultuur werkte nog steeds door, maar de bedevaarten bijvoorbeeld kenden minder uitstraling dan in 1956. De louter religieuze processie sprak ook minder aan dan de historische stoet van de vorige editie. Het stuk van Hendrik Prijs uit 1956 is opnieuw opgevoerd, maar nu op het Begijnhof op 14-16-18-21 juli. Pol Stas tekende het plan en deed beroep op regisseurs en Truienaars van geboorte: Bert Struys van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg en musicus Marcel Oger, gekend als Marc Liebrecht van de toenmalige BRT. Deze laatste zorgde voor de samenstelling van de muzikale adaptatie.
In de zalen van de abdij waren er tussen 14 en 21 juli diverse tentoonstellingen over Sint-Truidense kloosters tot aan hun opheffing op het einde van de 18de eeuw.
Mielen boven Aalst 10.10.1836 Elsene 31.07.1903 Virginie Ghijsens
Zoon van Willem en Maria Josepha Bormans.
Lessen Latijn bij pastoor Theunissen in Aalst. Ll. Normaalschool 1851-1854, grootste onderscheiding. Onderwijzer college Asse, pensionaat Snyders Brussel, instituut Saint-Martin Brussel, Opwijk en Gors-Opleeuw. Onderwijzer Gelinden 1857. Huwelijk met dochter graankoopman Gelinden 1863. Vader van priester Oswald. Letterkundige. Kantonnaal inspecteur Maaseik 1873 en hoofdinspecteur 1885 lager onderwijs.
Dochter Alfonsine, onderwijzeres, huwde met drukker J. Van Der Donck Maaseik.
Schrijver . Boek De l’enseignement de la rédaction dans les écoles primaires, spécialement dans les écoles primaires rurales, suivi du plan (2de ed., gedrukt bij Vanwest-Pluymers in 1860), bekroond door het Journal de l”Enseignement primaire et de l’enseignement moyen du second degré 1859. Voorstander Socratische methode. Diploma Londen 1871 en medaille Wenen 1873 voor leerboeken. Stichter opvoedkundig tijdschrift Katholiek Schoolblad 1879, later De Opvoeding. Stichter Schoolbond tegen Alcoolisme 1887. Handboeken anti-alcoholisme, vaak samen met zoon en dokter Albert Robijns.
Schreef tekst Ons vaandel voor lied van vlag alcohol-onthoudersbond, met Belgische kleuren, groene morgenster op wit veld. Andere werken: Nieuwe schrijf-leesmethode. Leesboek voor volksscholen. De kleine zanger. Methodische stijl- en denkleer. Aanleiding tot het vervaardigen van Nederduitsche opstellen. Methode om de Nederduitschen op korten tijd te leeren Fransch lezen. Nederlandsche spraakleer. Elementaire oefeningen in het schoonschrijven. Hand-atlas der Bijbelsche geschiedenis. Rekenkunde der lagere scholen. Woonde later in Hasselt, maar toevallig in Elsene overleden. Neefje Alfred Robyns, hoofdonderwijzer te Neeroeteren was ook auteur van leerboeken. Straatnaam Gelinden. Staatsieportret Stadsmus Hasselt.