doopvont Christina de wonderbare

Het doopvont van Christina Mirabilis


Volgens het 13de-eeuwse levensverhaal baden vrienden en zusters van Christina tot God om zijn mirakels in Christina te milderen, want die werden door sommige mensen wel eens verkeerd begrepen. In die tijd werden een aantal 'wonderen' nogal vlug gelinkt aan hekserij of waanzin. Christina vluchtte naar de kerk in Wellen waar ze zich onderdompelde in een open doopvont. Na deze onderdompeling gedroeg Christina zich veel rustiger en veranderde haar leven voorgoed.

De doopvont bevindt zich nu in het Metropolitan Museum The Cloisters in New York. De herkomst van de doopvont in New York was lang onbekend. 

Truienaar en Christinakenner Camille Vanlangendonck loste de puzzel op in 2011. In het archief van de redemptoristen van Sint-Truiden stootte hij samen met Jo van Mechelen en Jef Smeesters op een foto van een romaanse doopvont samen met een briefje over de eigendomsgeschiedenis. Ook in het Metropolitan Museum was men op zoek naar de herkomst.

De doopvont werd ooit door de pastoor van Wellen verkocht aan de redemptoristen en kwam daarna terecht in de kunsthandel. De Erfgoedcel Haspengouw liet een reproductie maken in blauwe steen ter gelegenheid van de Trudofeesten 2012. De reproductie werd gemaakt door de firma Impermo en geschonken aan de stad. De reproductie staat nu in de Sint-Gangulfuskerk.


ONTDEKKING VAN DE DAG

Burgemeesterwapens

Elke burgemeester laat zijn wapen na

De burgemeesters die bouwden of verbouwden aan het stadhuis lieten hun naam na in de vorm van hun familiewapen. Dat gebeurde zowel bij de torenheropbouw in 1606, de nieuwbouw van het stadhuis in 1759, de inrichting in 1788, de restauratie in 1927 en de actuele restauratie en nieuwe inrichting afgerond in 2016.

Burgemeesters van voor 1795 waren vooral belastinginners en verdelers van stedelijke taken, anders dan de burgemeesters vandaag. De geschilderde wapens uit 1788 in de vroegere raadszaal, nu trouwzaal, zijn niet steeds met heraldische nauwkeurigheid bijgeschilderd in de loop der jaren.

Keel = rood, sabel = zwart en lazuur = blauw.


Jan Lycops1606: gedeeld, in I van keel met gouden korenschoof, in II van goud een huismerk van sabel in de vorm van een patriarchaal kruis onderaan heraldisch rechts herkruist. Belforttoren gevel.


Willem Preuveneers 1606: van keel met gouden keper beladen met drie meerlen in sabel en vergezeld van drie zilveren scheerdersscharen met de punt naar onder. Belfortoren gevel.


Baudoin Moers 1759: van goud met drie morenhoofden van sabel, met wrongen van zilver, geplaatst 2-1. Schoorsteenlambrizering vroegere raadszaal.



Maurice Schoenaerts 1759 in zilver een Boergondisch kruis van sabel met over alles heen een zilveren schelp. Schoorsteenlambrizering vroegere raadszaal.


Jean Barthélemy Balthazar de Pitteurs (-Hiegaerts) 1788: van zilver met een groene klimmende leeuw, rood geklauwd en getongd met schuinbalk van goud, beladen met vier zwarte koeken. Plafondlijst vroegere raadszaal.


Trudo Luesemans 1788: gevierendeeld, in I en IV geschaakt van keel en goud in vier rijen, elk van vier vakken. II en III in zilver drie ruiten van lazuur, geplaatst 2-1. Plafondlijst vroegere raadszaal.


Paul Cartuyvels 1927: op lazuur een zilveren, zwemmende zwaan met in het schildhoofd twee gouden sterren. Gebeeldhouwd onder het Trudobeeld in de belforttoren.


Veerle Heeren 2016: in goud een leeuw van keel, met kop en manen van sabel, geklauwd en getongd van lazuur, een gekanteeld schildhoofd van lazuur, bezaaid met venussymbolen van goud. Ingemetseld in de inkomhal.