beeld Jaques Ier

19de-eeuwse vorstenbeelden afkomstig van het kasteel te Nieuwenhoven, Sint-Truiden

Deze beelden werden gesculpteerd door Cornelis Janssen, leider van een beeldhouwersatelier te Sint-Truiden (van Nederlandse origine), in de vroege jaren 1860 onder leiding van architect Isidore Gérard te Sint-Truiden (van Henegouwse origine) voor rekening van baron Edmond Whettnall kasteelheer te Nieuwenhoven (van Londense origine). Baron Whetnall liet deze reeks bijna levensgrote Europese vorstenbeelden maken voor de hoeknissen van zijn kasteeltorens in Engelse neo-Tudorgotiek. Ze kaderen in de tijdsperiode van de romantiek met belangstelling voor het nationale verleden. Zie ook bijvoorbeeld de nisbeelden in het stadhuis te Leuven en de diverse standbeelden op Vlaamse stadspleinen uit het midden van de 19de eeuw. De beelden in vrij kwetsbare ‘mergel’ of Maastrichtersteen waren dus oorspronkelijk bestemd voor buitenlucht, weliswaar enigszins overkapt in gevelnissen. In de hallen van het stadhuis stonden ze uiteraard beschermd tegen weersinvloeden, maar de verhuis naar de loods in Zepperen in aparte trommels in houten kratten heeft hen geen goed gedaan: veel stootsleet, kleine schade aan de randen.

Na de brand in januari 1932 werden ze overgebracht naar de hallen van het door stadsingenieur Guillaume Govaerts gerestaureerde stadhuis. Volgens de eigentijdse, soms kritische krantenberichten in het toenmalige Belang van Limburg ging het om een schenking van 22 beelden door barones Marie de Moffarts-Whetnall, weduwe van Armand de Moffarts (+1933), aan (de Vrienden van het Begijnhof én) het stadsbestuur (drie keer vermeld). Stadsarchivaris Thierry Ghys en de huidige beheerders van de vzw. Vrienden van het Begijnhof konden recent geen officieel document zoals een aanvaardingsbesluit vinden in de notulen, maar deze gift werd waarschijnlijk nooit formeel op papier gezet. Dus zijn de krantenberichten in tempore non suspecto de enige beschikbare bron om de eigendom te bepalen.





Objectnr.: ST/340.105

Objectnaam: beeld

Titel: Jacques Ier

Vervaardiger:

Materiaal: steen -

Afmeting: hoogte: 160 cm

breedte: 60 cm

diepte: 34 cm

Standplaats: OS II

Depot: groendienst / 2008-02-21 /

Opschrift: inscriptie in sokkel JACQUES IER

Vervaardiger:

Datering: 1800 - 1900

ONTDEKKING VAN DE DAG

Het (ver)zoenkruis in Groot-Gelmen

Na een ongeval of moord plaatsen familie of kennissen vaak ter plekke een gedenkteken. Zogenaamde moordkruisen zijn al eeuwen bekend. Een bijzonder, zeldzaam kruis is een 'zoenkruis', opgericht door de partij van de moordenaar als verzoening met de familie van het slachtoffer. In Groot-Gelmen leunt er zo eentje nog tegen de kerkhofmuur:

Dit + staet ter memorie
van Jan Morbiers soon van
Leonard(us) Morbier(s) en Margareta
Bartole(yns) die van leve ter
doot bracht is deur Gysen
Vasoens, a(nno) 1643 ten 30 july
bidt voor
die ziele

In de zomer van 1643 werd Jan, de zoon van oud-schepen Leonard Morbiers, gedood door zijn dorpsgenoot Gijs Vasoens in Groot-Gelmen. De omstandigheden kennen we niet. Wel bleef een verslag bewaard van de bemiddelingsvergadering in herberg Het Klaverblad in Sint-Truiden. De twee broers van de moordenaar vroegen deze verzoening voor twee 'goede mannen', zijnde juristen-schepen van de stad. Notaris Van Nuyst stelde het contract op. Onder meer de vader van het slachtoffer, diens schoonzoon als secretaris van de rechtbank Gelinden en Christina Steukers, de moeder van de moordenaar, waren aanwezig. Die laatste nam de vergiffenis aan die vader Morbiers schonk aan moordenaar Gijs. 


Het kruis in maaskalksteen, met de ondergrondse voet

De moordenaar, zelf dus niet aanwezig, moest onmiddellijk 150 gulden laten betalen voor kosten van begrafenis en andere, en een jaarlijkse rente van 6 gulden voor een jaarmis, op een stuk akker.  Gijs moest binnen het jaar een stenen kruis oprichten op het plaatselijke kerkhof van 3,5 voet boven de aarde en met daarin de naam van Jan en zijn sterfdatum gekapt. Aan de armen van Groot-Gelmen zou hij 8 vaten koren geven en gebakken brood. Het brood was uit te delen in de week van de Sint-Maartenkermis, patroon van de parochie. De moeder van de moordenaar kreeg van de vader van het slachtoffer 3 vaten koren. Waarschijnlijk was ze onbemiddeld?
Alle notaris- en verteerkosten in het Klaverblad zijn voor rekening van Gijs of Gijsbrecht voluit, die een contactverbod van drie jaar krijgt met de kinderen en bloedverwanten van de vermoorde Jan. 

We schenken hier en nu nog altijd aandacht aan de vermoorde Jan. Wat bewijst dat deze eeuwenoude vorm van verzoening werkt. 




Jacques BROUWERS, Een zoenkruis te Groot-Gelmen, in Limburg, jg. 52, 1973, p. 61-68; Willem DRIESEN en Roger HAUBRECHTS, Groot-Gelmen via Helshoven. Wandeling, in Sint-Truiden, NATUURlijk een monument. Open Monumentendag Vlaanderen, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2004, p. 104-109 en 111; Lambert BAREE te Groot-Gelmen, website home.scarlet.be/hetoudelandvanluik/, pagina Groot-Gelmen, 2019 raadpleging.