De geschiedenis van Coca Cola in Sint-Truiden



De geschiedenis van Coca-Cola in Sint-Truiden


Voor de Tweede Wereldoorlog werd Coca-Cola verkocht door brouwerij Meurice, destijds nog gevestigd in de Spoorwegstraat in Sint-Truiden. Het product werd toen nog per boot uit Amerika naar Europa getrainsporteerd.

Tijdens de oorlogsjaren kwam een Amerikaanse legerofficier, de heer Sam Deal, naar Sint-Truiden en hij logeerde toevallig bij de familie van Jean Meurice. De heer Meurice toonde met enige trots een bak originele Coca-Cola met 24 standaardflesjes van 25 centiliter aan de buitenlandse gast. De Amerikaan voorspelde dat Amerika de oorlog zou winnen en Coca-Cola zich over de hele wereld zou verspreiden. Het is geen toevallige samenloop van omstandigheden geweest dat Coca-Cola zich na de Tweede Wereldoorlog in Sint-Truiden snel ontwikkelde. De heer Jean Meurice hield namelijk contact met Coca-Cola in Amerika. Een vaststaand feit is dat tussen 1947 en 1974 de eerste zelfstandige bottelarij van Coca-Cola in Eurpopa gevestigd was in Sint-Truiden. Op 1 april 1947 werd Limobo (Limburgse Moderne Bottelarij) opgericht aan de Tiensesteenweg in Sint-Truiden. Het initiatief voor de oprichting van deze maatschappij kwam van deze families Meurice en Grené. Geleidelijk aan ontwikkelde het bedrijf zich tot een succesvolle onderneming. In eerste instantie was het familiebedrijf enkel een Coca-Cola-verdeler. Vanaf 1949 startte de familie ook met het bottelen van dit product en de firma werd bovendien concessiehouder. Dit is een belangrijk feit want het was destijds de eerste zelfstandige bottelarij in Europa. Dat het bedrijf een familiebedrijf was en in feite in hart en nieren bleef, mag ook blijken uit de traditionele verkoopsaanpak. Vanaf de introductie van de gezinsfles in 1958, trok men met de ‘grote familiale fles’ van het huis tot huis om het product te promoten; Op deze manier kwamen de mensen met de drank in aanraking en werden ze bewust gemaakt van de vier keer grotere gezinsfles. De mensen konden het drankje proeven en ontvingen een bon waarmee zij in de winkel een fles Coca-Cola konden afhalen.

Achtergrondinformatie bij het populaire drankje

Coca-Cola werd in 1886 door Pemberton ontwikkeld. John S. Pemberton was apotheker van beroep en hij behaalde zijn diploma in de geneeskunde. Men meent dat Pembertons wonderdrankje ontstond toen hij een remedie zocht tegen ondragelijke pijn als gevolg van de wonden die hij in de Amerikaanse Burgeroorlog had opgelopen. Hij had een mengsel van aromatische, karamelkleurige vloeistof verkregen die hij in een kan schonk en liet rusten. Daarna bracht hij het brouwsel in de apotheek. Vervolgens werd het vermengd met koolzuurhoudend water en geproefd door cliënten die het allemaal als een uniek drankje beschouwden. In de beginjaren bestond het product uit water, karamel, cafeïne, fosforzuur, suiker en een extract van plantaardige producten. De belangrijkste bestanddelen van het product vat men samen onder de term ‘7X’.

Kort na de uitvinding van het later wereldberoemde product trok Pemberton een belangrijke boekhouder aan, genaamd Robinson. Het is aan Robinson te danken dat het product de naam Coca-Cola is gaan dragen. Tevens zorgde hij voor het lettertype ‘spencerian script’ waarin de naam Coca-Cola sinds 1886 geschreven wordt.

Informatie uit de bouwaanvragen

Zoals al werd aangehaald in de inleiding startte het familiebedrijf in een gebouw op de Spoorwegstraat en Tiensesteenweg. Omdat dit pand al spoedig te klein was voor de activiteiten verhuisde Limobo in 1952 naar een nieuw fabrieksgebouw in de Gazometerstraat. Na een aantal jaren (1956) bleek het echter noodzakelijk om de vestiging uit te breiden met een nieuwe vleugel. Een bouwaanvraag gedateerd op 08-09-1956 verduidelijkt dat de N.V. Moderne Aftrekkerij Coca-Cola een aanvraag indient voor een vergroting van de fabriek.

De gevel in de Gazometerstraat was 27,50 meter breed en de fabriek bestond uit 7 traveeën.

Het grondplan uit 1956 toont de volgende ruimtes:

- een garage;

- het productiedeel dat bekend stond onder de naam de ‘aftrekkerij’;

- links van het productiedeel bevond zich een klein bureel;

- de achterzijde van het gebouw gebruikte men als ‘stockage’ of opslagplaats, en parking.

Op de eerste verdieping lagen in 1956 aan de straatkant de volgende ruimtes:

- het lokaal waar de siroop vermengd werd;

- een bezoekerszaal;

- in het centrum van het gebouw lag het sanitair en een archieflokaal;

- de vertrekken achter de archiefruimte werden benut als magazijnruimtes.

Vooral de sanitaire ruimtes zijn nu nog goed zichtbaar in het centrum van het gebouw en lijken in de loop der jaren nauwelijks gemoderniseerd te zijn. De plannen uit 1956 werden getekend door architect P. van mechelen van Sint-Truiden.

Voorzover uit deze tekeningen kan worden vastgesteld, vonden de uitbreidingen vooral langs de achter- en zijkant van het gebouw plaats.

Een tweede bouwaanvraag dateert uit 1969 en toont hoe men de achter de inrit gelegen binnenplaats wenste te overdekken. Het op te richten dak bestond uit een stalen raamwerk en werd bedekt met eterniet- en selchimplaten. Deze typische dakstructuur is nog altijd aanwezig. De plannen werden getekend door het architectenbureau P.S.K. De derde bouwaanvraag dateert uit 1973 en dit dossier werd ingediend door de Regie van Telegraaf en Telefoon die de nieuwe eigenaar van het gebouw geworden was. Wij kennen deze firma tegenwoordig onder de naam Belgacom. In de jaren 1970 voerden de directieleden van Limobo onderhandelingen met het schepencollege van de stad Sint-Truiden om elders in de stad te kunnen uitbreiden. Uiteindelijk koos het bedrijf er echter voor om naar het beter gesitueerde industrieterrein in Hasselt te verhuizen. De laatste bouwaanvraag verduidelijkt dat er vooral ingrijpende verbouwingen aan de voorgevel plaatsvonden. Dit komt onder meer goed tot uiting in de veranderingen die men doorvoerde aan de raamkozijnen aan de straatkant. De breedte van het gebouw is ondertussen aanzienlijk toegenomen.

Informatie uit mondelinge bronnen

Indien wij met ons gezicht naar het Coca-Colagebouw gekeerd staan, zien wij links het oudste deel van het gebouw. Hier werden de kleine flesjes gebotteld. Veel bewoners van Sint-Truiden hebben nog altijd het beeld op hun netvlies staan van de voorbijkomende flesjes Coca-Cola. Volgens J. Meurice had deze werkwijze nog te maken met het feit dat men vroeger diende te tonen wat men deed in een fabriek. Zo waren spoelmachine, transportband en de ‘vuller’ zichtbaar vanaf de straat. In het midden van het gebouw is een toegangspoort zichtbaar. De vrachtwagens reden daar binnen om hun producten te laden en te lossen; Later, dat wil zeggen ergens na 1985, breidde men de vestiging langs de rechterzijde uit. In dit deel van het gebouw produceerde men de grote literflessen of gezinsflessen. Op meerdere plaatsen in het gebouw werden waterputten geboord. Het spreekt vanzelf dat water één van de hoofdingrediënten voor de frisdranken was. Eén van deze putten ligt in het achterste deel van het nieuwe gebouw. Dergelijke bronnen of waterputten waren zeer smal maar uiterst diep geboord. Volgens interne bronnen zou de put tot circa 90 meter diepte reiken.

Industriële vestigingen tijdens de 20ste eeuw

Er zijn in de 20ste eeuw een aantal duidelijke tendensen waar te nemen aangaande de plaatsen waar de fabrieken zich vestigden in de stad. Tijdens de periode van 1914 tot 1950 vestigden fabrieken zich vooral in de 19de-eeuwse gordels. Dikwijls bouwde men in de nabijheid van spoorweginfrastructuur-netwerken en toegangswegen. Deze aspecten zijn ook bij de Coca-Colafabriek in de Gazometerstraat duidelijk te herkennen.

Tijdens de periode van 1950 tot 1975 beginnen bedrijven zich te vestigen op geïsoleerde industrieterreinen, wat rendabeler en praktischer is. De verhuis van de N.V. Moderne Aftrekkerij Coca-Cola naar het industrieterrein van Hasselt kadert in deze nieuwe opvattingen. Wel dienst één en ander gezien te worden tegen de achtergrond van de bedrijfsopname. Het bedrijf werd in 1971 overgenomen door een nieuwe aandeelhoudersgroep die bestond uit de familie de Croÿ-Evrard. In 1974 besloot N.V. Limobo uit praktische overwegingen (geografische en uitbreidingsmogelijkheden) naar het industrieterrein van Hasselt te trekken.

Nieuwe zakelijkheid en het functionalisme

De gebouwen in de Gazometerstraat zijn opgericht in de stijl van de nieuwe zakelijkheid en het functionalisme. Deze bouwstijlen hadden een duidelijke voorkeur voor functionaliteit en de architecten meenden dat dit een voorwaarde was voor schoonheid. Het functionalisme is een bouwstijl die zich baseerde op een zuivere elementaire geometrie. Tevens maakte men gebruik van de mogelijkheden van de nieuwe materialen zoals staal en gewapend beton. 

ONTDEKKING VAN DE DAG

VIP-kaarten voor de Expositie 1907

Uitzonderlijk bleven persoonlijke toegangskaarten bewaard, met portretfoto, voor de prestigieuze Provinciale Tentoonstelling op de terreinen tussen station en stadspark in de zomer van 1907.

Jozef 
Govaerts (1864-1931), winkelier-handelaar, vastgoedeigenaar en gemeenteraadslid, was één van de commissarissen van de ‘expo’. Hij bezorgde zijn gezinsleden toegangsabonnementen. De normale inkomprijs was 1 frank. Abonnementen kostten 10 frank en schoolgaande kinderen onder begeleiding betaalden een halve frank. Tegen eind augustus werd de abonnementsprijs gehalveerd tot 5 frank. 

(Replica uit de collectie Jo Van Mechelen)