het schip van Festraets

Het schip van Kamiel Festraets

Onderschrift bij deze foto

Het schip in Festraetstudio is 7m lang met in de romp 24 ramen. De bovenste ramen omlijsten 12 wereldhavens. Golfjes bewegen (hoog en laag water). In het raam vlak eronder zit een wijzerplaat met het uur van hoog en laag tij. Dit wordt veroorzaakt door de aantrekkings­kracht van zon en maan. Bij nieuwe en volle maan (springtij) werken zon en maan beide in dezelfde richting. In de kwartierstanden van de maan werkt de zon tegen en ontstaat doodtij.

Het panorama schuift weg. Het schip reist naar een andere wereldhaven door volle zee : golven gaan op en neer. In volle oceaan, ’s nachts, breekt een onweer los. Een bliksemschicht doorklieft de lucht, er is dondergerom­mel.


Er zijn enkel daagse getijden.

vak nr. 1 : Saigon, waar het verschijnsel zich eenmaal daags voord­oet. De andere havens hebben dubbel of half-daagse getijden. Er zijn ook gemengde getijden, wanneer het getij nu eens enkel, dan weer dubbel­daags is, hoewel in de Middellandse zee de getijden gewoonlijk niet waarneem­baar zijn. Er zijn plaatsen, zoals Marseille of Napels, waar praktisch geen getij is.

vak nr. 2 : Oostende. Is het in Oostende hoog water om 0 uur, dan is het in Londen hoog water om 1.52 uur, in Antwerpen om 3.20 uur, in Shanghai om 17.20 uur. De cijfers zijn aangebracht op al de wijzerplaten. Is het in Oostende laag water om 6.50 uur, dan is het in Londen laag water om 7.6 uur, in Antwerpen om 7 uur, in Shang­hai om 7.40 uur. De wijzers op de uurplaten draaien in de richting van de wijzers van de klok. Is de wijzer in de rode sector, dan loopt het water op; is de wijzer in de witte sector loopt het water af. Meestal heeft het water meer tijd nodig om af te lopen, dan om op te komen. 

Vak nr.3: London. In het bovenraam ziet u golfjes op hetzelfde uur als in werkelijkheid.

ONTDEKKING VAN DE DAG

Expo 1907

De ‘Expositie’

De ‘Expositie’ in 1907 was hét supermoment voor Sint-Truiden. Sinds 1860 had het de eerste plaats in Limburg moeten afgeven aan Hasselt. Maar de provinciegouverneur kwam uit Sint-Truiden en een ambitieus team wilde hier de Luikse tentoonstelling van 1905 overdoen. 




In 1907 volgde Sint-Truiden het Luikse voorbeeld van 1905 en hield een provinciale tentoonstelling op een lange strook van de braakterreinen bij het spoorwegstation tot en met het stadspark. Een brug leidde de bezoekers over de Diestersteenweg. De volkswijk De Hel had plaats gemaakt voor het ‘klein stadspark’. Bij de paviljoenen vielen vooral het Paleis de Mijnen en het bouwsel van de steenkoolmijnen van Dahlbush op. De steengroeven van de Ourthe lieten een gedenkzuil oprichten en de oude Parkschool herbergde veilig de tentoonstelling van Oude Kunst.

Een stadsgenoot, baron Henri de Pitteurs-Hiegaerts was sinds 1894 provinciegouverneur en in augustus 1901 werd in Limburg steenkool ontdekt, waar dezelfde familie belangen had. Dokterszoon en bankier Leon Debruyn nam het voortouw. Zijn zwager was notaris Nagels. Ook de ondernemers Baltus, koloniale waren, en Claes-Lekens, bouwpromotor, waren ambitieus. Het organisatiecomité bood een model arbeiderswoning aan het Bureel van Weldadigheid (OCMW), die nog steeds bestaat in de Spoorwegstraat.




Op 28 juli 1907 kon de breedgebaarde, al oudere koning Leopold II met zijn dochter prinses Clémentine vanop de tribune de trekpaarden van Clément Peten uit Velm bewonderen. Ook prins Albert bezocht de tentoonstelling. Op 22 december was het hoogfeest van de belle époque en van de durvende ondernemers in Sint-Truiden voorbij. Meer dan een half miljoen bezoekers en ‘speelreizigers’ – de toenmalige benaming voor toeristen - bezochten expo en stad. De bebouwing in de al geplande nieuwe stationswijk kon starten. Van de expo restte later enkel nog de prestigieuze Prins-Albertlaan en de Expositiestraat, in 1930 vervangen door ‘Astrid’straat. Een gedenksteen staat ingemetseld in een hekpaviljoen van het stadspark. 

Van deze ‘wereldtentoonstelling’ voor de Truienaar bleven talrijke prentbriefkaarten en een pas in 1910 rijkelijk uitgegeven ‘Guldenboek’ bewaard. Uitzonderlijk ook persoonlijke toegangskaarten met portretfoto.


Gedenksteen als herinnering aan de Expo, gemetseld in één van de ingangspaviljoentjes van het stadspark



Kathleen DIGNEF, De provinciale tentoonstelling van 1907 te Sint-Truiden: de ‘Wereldtentoonstelling’ voor de Truienaar, in: Historische bijdragen over Sint-Truiden en omgeving, Sint-Truiden: GOKSint-Truiden. 2006, p. 115-126.