Ligging en Gebouwen
Gelegen aan de Zepperenweg, vlak bij de nieuwe ring rond de stad Sint-Truiden, waren de gebouwen en het woonhuis van een landbouwuitbating.
“De Gebrande Winning” is een voorbeeld van de typische haspengouwse gesloten hoeve, waar alle gebouwen rond een binnenkoer geschaard liggen met een mesvaalt in het midden. Thans een mooie binnenkoer.
Ten noorden(langsheen de Zepperenweg) het poortgebouw met een korfbooginrijpoort, gedateerd 1784.
Ten westen(rechts van de binnenkoer): Woonhuis
Ten oosten (links van de binnenkoer): Stallen (thans ingericht als restaurant).
Ten zuiden: Ruime dwarsschuur.
In de rijgevel van de oostvleugel bevindt zich een korfboogdeurtje met een ingekraste datering 1785 en de initialen V.D.H.
Merk in de zijgevels de ronde uilegaten op. De oudste gedeelten dateren uit 1633-1634-1635;
Vanwaar de naam”Gebrande Winning”?
De naam “Gebrande of Verbrande Winning” roept wel wat vragen op. Er speelde zich inderdaad rond deze hoeve als het ware een episode af uit de tijd der Bokkerijders. Deze Bokkerijders waren eigenlijk dievenbendes die in de 18de eeuw onze streken terroriseerden. Aan het hoofd stonden dikwijls zeer ontwikkelde lieden, die het vuile werk lieten opknappen door arme drommels, die het deden uit miserie en armoe. Wanneer ze bij de bende aansloten was er een geheimzinnig inwijdingsritueel dat op weinig ontwikkelden indruk maakte. Ze moesten daar de Bokkerijderseed afleggen: “Ik zweer God af en de duivel aan, aan wie ik mijn ziel beloof”. Daarna moesten ze een kruisbeeld met de voeten vertrappelen en de stukken in het vuur werpen. Soms bevond zich daar een heer met een rood kleed aan waarvan men dacht dat het de duivel in hoogsteigen persoon was. De nieuwe leden beloofden hem alles te stelen of in brand te steken wat hem bevolen werd.
“Suske de Poep” en “Het Voorvelleken.
Twee arme sukkelaars, die de woning van Nijsken van de Hove (zie boven: V.V.H. op poortje) in brand zouden steken en daarvoor met het leven zouden boeten.
Wie zijn zij?
Suske de Poup: 60 jaar Fransiskus Martens, zo genoemd naar de bijnaam van zijn tweede vrouw “Poupke”. Op het ogenblik der feiten is hij gehuwd met zijn derde vrouw Anastasia Kaky.
Het Voorvelleken: 70 jaar: Jean Baptiste Petit: timmerman. Hij droeg steeds een klein lederen schortje, vandaar zijn bijnaam.
De Brandstichting
Op 15 juni 1784 was het Voorvelleken op bedeltocht. Hij ging ook een aalmoes vragen aan de poort van Nijsken van den Hove, maar de zoon van de pachter joeg hem weg met de bedreiging de honden achter hem aan te sturen. Uit wraak besloten Suske de Poup en het Voorvelleken het goed van Nijsken in brand te steken, wat ook gebeurde. Maar de eigen zoon van het Voorvelleken ging zijn vader en de andere daders bij de stadsmagistraat aanklagen. Ze werden gevangen genomen aan de “scherpe examinatie” onderworpen en uiteindelijk terechtgesteld “levendig” verbrand niet ver van de “Gebrande Winning” op de plaats waar nu het Sint-Jozefkerkje staat. Langs de Duifhuisstraat aan de rand van de weg staat nog een eenvoudige steen met het volgende inschrift:
“1784 – 8 oktober werden hier levendig verbrand de genaamden Suske de Poup en het Voorvelleken.
Uit de documenten van het proces blijkt dat de echte bokkerijders twee Walen waren, waar men nog lange tijd naar gezocht heeft, maar ze waren de dans ontsprongen.
Hendrik Prijs, letterkundige uit Sint-Truiden, beschreef in zijn pakkend boek “Het Zwakke Verzet” de feiten, die wij hier zeer summier vermelden.
Ben je als (oud-)Truienaar geboeid door het historische decor dat onze stad biedt?
In dit Top Twaalf-lijstje staan de "must read"-boeken over Sint-Truidens erfgoed.
Als je de hapklare, maar niet diep gravende Wikipedia-artikels al gelezen hebt.
1. Het stadhuis van Sint-Truiden. Hart van de democratie, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2018.
2. Frank DECAT, Sint-Truiden 1784. Criminele histories in een Luikse stad, Leuven: Davidsfonds, 2012.
3. Vergeet je wortels niet. Erfgoedverkenningen in Sint-Truidense dorpen en stadswijken, Sint-Truiden: Erfgoedcel Sint-Truiden, 2012.
4. Rombout NIJSSEN e.a., Op grond van Sint-Trudo. De kaartenatlas van de abdij van Sint-Truiden 1697, Sint-Truiden: Abdij, Stad en Regio vzw., 2011.
5. Wie was wie in Sint-Truiden? Bijdrage tot een biografisch woordenboek, Sint-Truiden: Stedelijke openbare bibliotheek, 2011.
6. Nathalie CEUNEN e.a., Sappig verteld. Het verhaal achter de fruitteelt in Haspengouw, Sint-Truiden: Erfgoedcel Sint-Truiden, 2010.
7. Pierre DIRIKEN, Geogidsen Sint-Truiden. Rondom (2009) en Sint-Truiden. Stad (2010) in de reeks Toeristisch -recreatieve atlas van Vlaanderen. Haspengouw, Kortessem: Georeto.
8. Thomas COOMANS e.a., In zuiverheid leven. Het Sint-Agnesbegijnhof van Sint-Truiden, (Relicta monografieën, 2), Herent: Peeters, 2008.
9. Reeks Historische bijdragen over Sint-Truiden en omgeving, uitgegeven door de Geschied- en Oudheidkundige Kring Sint-Truiden 1968-2006.
10. Sint-Truiden ingekaderd 1830-1914, tentoonstellingscatalogus, Sint-Truiden: Sint-Truiden 1300 vzw, 1998.
11. Sint-Truiden in de 18de eeuw, tentoonstellingscatalogus, Sint-Truiden: Sint-Truiden 1300 vzw, 1993.
12. Jan GERITS, Sint-Truiden, in Historische steden in Limburg, Brussel: Gemeentekrediet, 1989, p. 203-221
Om uit te vlooien:
13. Reeks Bukskes van de dialectkring 't Neigemenneke 1984 - 2017.
14. Tijdschriften 't Maendachboekje (1994) van de Koninklijke Gidsenbond Sint-Truiden ism de GOKSint-Truiden en De Bink (1998) van de Heemkundige Kring Groot-Sint-Truiden.
Om op je gemak te lezen:
15. LAVIGNE, Emiel (vert., met annotaties van JAPPE ALBERTS), Kroniek van de abdij van
Een uitgebreidere keuze vind je op op de website www.geschiedkundigekringsinttruiden.be van de Geschied- en Oudheidkundige Kring (GOKST).
Wil je zomaar grasduinen of zoek je iets érg specifiek, dan kan je uiteraard terecht in deze www.erfgoud.be, dé eigen Truiense erfgoedencyclopedie in opbouw !