Verloren Maandag groeide uit de traditie om net voor de veertiendaagse vasten, op vastenavond, alle bederfbare waren op te eten. We mogen spreken van Italiaanse-Germaanse import. Bandeloos en gemaskerd feesten. De dag erna was ‘verloren’. Het getal elf was het gekste priemgetal uit de geordende cijferwereld en zal een prominente rol gaan spelen in het carnavalritueel. Volksgebruiken die aan Vastenavond worden gekoppeld zijn vastenavondjagen door kinderen, huis-aan-huis bedelend. Ook zwaarddansen, pannenkoeken bakken en haringeten horen er bij. Zelfs de vrij deftige Truiense rederijkerskamers speelden rond Vastenavond kluchtige stukken zoals ‘Le Malade Imaginaire’ of een Turkse comedie.
In elk geval was er een niet-religieuze pauze in het strenge arbeidsritme en die dag konden er veel klanten bereikt worden door de handelaars.
Kroniekschrijver Debruijn vermeldt de eerste jaarmarkt met paarden begin februari 1739. De zaterdagmarkt is al vermeld in 1418, de zondagmarkt werd afgeschaft in 1452 en de augustuskermis van de met jaarmarkt is vastgelegd in 1480 door de prinsbisschop. Die markten zijn aangevuld met de Sint-Michielskermis van de abt in 1481 en de Sint-Marcoenspaardenmarkt, nog opgericht in 1859 door de Truiense gemeenteraad. In 1935 stimuleerde het stadsbestuur een wekelijkse fruitmarkt. Van al deze commerciële hoogdagen bleef vooral de jaarmarkt van Verloren Maandag toppen scoren. In 1739 uitgerold op de Grote Markt op de drie dagen voor Aswoensdag, maar in de Franse Tijd tot één dag beperkt. Veel Franse en Duitse paardenkooplieden, maar ook zigeuners, verbleven een paar dagen in de stad. In 1864 telde men nog 1150 paarden, maar in 1896 bepleitte gemeenteraadslid Goffin maatregelen om de verschillende jaarmarkten, vooral die van ‘Verloren Maandag’, hun oude vermaardheid terug te bezorgen. De concurrentie van overal opduikende jaarmarkten werd met succes bestreden door premies vanwege het stadsbestuur. Toch trappelden er in 1909 nog maar 400 op de kasseien van de Truiense jaarmarkt. Door het gunstige weder uitgelokt bezochten vele vreemdelingen onze stad. Een groot getal kramers waren dit jaar opgekomen om allerhande waren uit te venten. Voor het stadhuis bemerkten men eene schoone verzameling landbouwgereedschappen van de welgekende firma van Gembloux. De trekpaarden en veulens kregen concurrentie van state-of-the-art landbouwalaam. Die trend zou zich die eeuw verderzetten.
Gelinden 15.07.1900 Hasselt hosp. 30.03.1986 Paula Vanham
Zoon van kleermaker-herbergier Jean Leopold en Marie Josephine Clémentine Vlekken. Grootvader van publicist Jan Flamend.
Regent. Speechschrijver voor Fred Bertrand en burgemeester Thenaers. Leraar Frans, geschiedenis en muziek middenschool Koninklijk Atheneum. Zanger van op de stadhuistoren. Organist kerk Nieuw Sint-Truiden. Houtstraat. Pilotenhulp tijdens WO II.
Even dienstdoend burgemeester bij bevrijding WO II. Later medewerker Jules Boden, fabriek Trudo-fruitsappen voor franstalige briefwisseling, geleide bezoeken en druivenaankoop in Frankrijk. Correspondent fruitteelt in La Libre Belgique. Artikels in De Standaard en Ons Volk. Artikelenreeks Oud-Sint-Truiden in De Tram. Meerdere edities van gids over Sint-Truiden, aanvankelijk gebaseerd op gidsencursus Polyd. Daniëls.
Medestichter stedelijke dienst voor toerisme. Bevriend met senator de Marneffe, Fred Bertrand, zanger Mansouck, schoonbroer Paul Blavier, schilder Tysmans, commissaris Lambeets, gebroeders Stultjens, dokter Jammaers e.a.