Crèvecoeur Herve 01.08.1775 Sint-Truiden Terkelen 01.09.1849 x 1817 Marie Thérèse Aurélienne de Bex
Zoon van militair Georges uit Westfaalse koopmansfamilie en barones Marie Anne de Veyder-Malberg.
Officier in leger Maximiliaan van Beieren en Fransen o.a. in Spaanse veldtocht 1800-1801. Gemeenteraadslid en lid Provinciale Staten Limburg 1816. Verdediger godsdienstvrijheid. Kasteelheer Terkelen. Gemeenteraadslid Sint-Truiden 1824-1830. Lid provinciale staten 1826-1830. Liberaal en opposant te Sint-Truiden via anti-orangistische petities en pamfletten. Broer Ernest koos Nederlandse kant.
Door Voorlopig Bewind benoemd tot gouverneur Oost-Vlaanderen 1830-1834, tegen sterk orangisme in Gent en Sint-Niklaas. Wegens onverzoenlijke houding en gebrek aan diplomatie overgeplaatst. Gouverneur van Limburg 1834-1843, tegen zijn zin. Maakte de scheiding van de beide Limburgen in 1839 mee. In mei 1843 terug naar landgoed Terkelen .
In Melveren , een gehucht van Sint-Truiden, woonde een zekere X. Op zekere dag ging X met zijn vriendin naar de kermis in Kortenbos. Deze man had echter een pact gesloten met de duivel, wat betekende dat hij regelmatig enkele uren als weerwolf moest rondlopen. Omdat X op de kermis plots voelde dat dat moment was aangebroken, zei hij tegen zijn vriendin: "Als je een hond zou tegenkomen, gooi dan deze zakdoek naar zijn muil. Op die manier zal het beest je geen kwaad doen."
Omdat een weerwolf geen kruis kan oversteken, moet hij de draadjes van de zakdoek één voor één uitrafelen vooraleer hij verder kan.
Het meisje antwoordde: "Neen, blijf maar bij mij!", waarop haar vriend: "Neen, ik moet dringend even een boodschap doen."
Toen X weg was, kwam er een lelijke zwarte hond naar het meisje toe. Ze deed onmiddellijk wat haar vriend had gezegd, waarop de hond de zakdoek in stukken scheurde. Een kwartier later kwam X terug. Zijn vriendin vertelde hem dat ze doodsangsten had uitgestaan terwijl hij weg was. Wat verderop ging het tweetal iets drinken in een café. Het meisje bekeek haar vriend eens goed, en riep geschokt: "Jij smeerlap, je bent het zelf geweest, want de vezels van de zakdoek hangen nog tussen je tanden!"
X zei dat ze het zich maar inbeeldde, maar het meisje wilde hem toch nooit meer zien.
Opgetekend door F. Beckers in 1947.
Bron: volksverhalenbank.be