Carnavalstad Sentruin

Het getal elf en het Truiense carnaval

Een merkwaardig schip op wielen uit het Akense vond zijn weg naar de abdijkroniek van Rodulfus. Meteen het eerste spoor van een wild uit de hand gelopen feest uit 1133 om de zonnewende te vieren. De kerkelijke veertigdagentijd vormde deze uitspatting om tot vastenavond. Bederfbare eetwaren werden feestelijk opgesoupeerd. Magistratuur en kerk zagen het met lede ogen aan. In Sint-Truiden sprak men van Verloren Maandag, traditioneel sinds minstens 1739 ook een internationale paardenmarkt.


Rudi Festraerts

De feestmaatschappij ‘Sint-Truiden vooruit’ organiseerde de eerste echte carnavalsstoet na de grote oorlog in 1919. In 1952 was er een succesrijke herstart op initiatief van liberaal senator Vreven, voorzitter van de Casino-harmonie. Een nieuw opgericht feestcomité nam in 1956 de fakkel over, maar de eerste Raad van Elf kwam er pas in 1970. Met steun van het stadsbestuur met secretaris Vandenborne en veearts Herman Beirinckx, het Feestcomité en de Verenigde Handelaars kreeg het ritueel rond de Prins en de Orde van de Commeduur op een carnavalszitting enige plechtigheid. Het nieuwe seizoen begint steevast op de elfde van de elfde om elf na vijf in de namiddag met het ontsteken van de elf lantaarns sinds 1982. De grandioze Prinsenzittingen konden volledig met eigen carnavalgroepen, dansmariekes en tonredenaars worden gedraaid. De Raad van Elf ging als ambassadeur op de Maas- en Nederlandse carnavalsevenementen acte-de-présence doen. Maar ook zieken, senioren en kinderen werden niet vergeten. Behalve een Prinses Carnaval kwam er ook een jeugdkoppel.

Joske Bronckart

Bekende oppers na Herman Beirinckx waren Jean Kerkhoffs, Marcel Smeets, Raoul Boonen, Daniël Vandijck, Ivan Duchamps en François Creten met zoon Gianni. In 2014 zorgde schepen Roger Clerinx ervoor dat de carnavalshistoriek te boek werd gesteld. Van de mannen achter en voor de schermen vermelden we enkel ‘Slisse’ Gilbert Stippelmans.


Vaste waarden bij de plaatselijke groepen waren jarenlang de Stapelino’s, de Bigaro’s, de Luikitoepers, Vlug en Vrij, de Binken, Drop en Dreuver en de Suissero’s, terwijl Christof Elen, Maria Schoenaerts, Benny de Smeidt, Renaat Everaerts en anderen de redenaarston bemanden. De Louis Willemsband en de Oppenheimers wisselden elkaar af als hofkapel. Willy Dewaelheyns sinds 1976 en Rudi Festraerts schreven de schlagers, zangers Syl en Joske Bronckart zongen ze. Schepen Marcel Gelders leverde pareltjes als As we carnaval gon viere in Sintruin – Hey, hey, hey - Ich eb de microub van carnaval - We zin arout - 't Is carnival - Twieentwintig joare. In 2014 waren deze groepen bekend bij de Orde van de Commeduur: De Amateurs, De Bigaro’s, De Binke, De Campingvrienden, De Feesboekies, De Foute Bende, De Linde Déngskes, De Parkwacht, De Pleziermakers, De Toetuilen, Drop&Dreuver, El Sportivo’s, Geweldig, Orde van de Jerretel, Orde van de Sacré Coeur.

De Raad van Elf omstreeks 1970

Historiek, regie, ideeën, promotie en dialectquotes vloeiden uit de pen van Rudi Festraerts, voor dat laatste gesteund door Danny Gennez. De hoogste Sint-Truidense carnavalsonderscheidingen zijn de Orde van het Zeegske, de Orde van het Nachtlempke en de Orde van de Groewette Nachtlamp. Carnavalsliedjes en aangepast drukwerk moesten sfeer en info brengen. Traditioneel op Verloren Maandag is het ontbijt met spek en eieren  in Café Bovy bij Mariejeanne. Om elf na twee in de namiddag gaat de ‘stoet’ uit met een twintigtal groepen, voorafgegaan door het Reclameconvooi. Op dinsdagavond worden de Elf Latjanen gedimd. 





Lees: Rudi FESTRAERTS, Roger CLERINX en Willem DRIESEN, 4 x 11 Orde van de Commeduur. Het carnavalsgebeuren in Sint-Truiden van toen en nu, met foto's en getuigenissen door tijdsgenoten, Sint-Truiden: Stadscarnavalvereniging Orde van de Commeduur, 2014.


ONTDEKKING VAN DE DAG

Het (ver)zoenkruis in Groot-Gelmen

Na een ongeval of moord plaatsen familie of kennissen vaak ter plekke een gedenkteken. Zogenaamde moordkruisen zijn al eeuwen bekend. Een bijzonder, zeldzaam kruis is een 'zoenkruis', opgericht door de partij van de moordenaar als verzoening met de familie van het slachtoffer. In Groot-Gelmen leunt er zo eentje nog tegen de kerkhofmuur:

Dit + staet ter memorie
van Jan Morbiers soon van
Leonard(us) Morbier(s) en Margareta
Bartole(yns) die van leve ter
doot bracht is deur Gysen
Vasoens, a(nno) 1643 ten 30 july
bidt voor
die ziele

In de zomer van 1643 werd Jan, de zoon van oud-schepen Leonard Morbiers, gedood door zijn dorpsgenoot Gijs Vasoens in Groot-Gelmen. De omstandigheden kennen we niet. Wel bleef een verslag bewaard van de bemiddelingsvergadering in herberg Het Klaverblad in Sint-Truiden. De twee broers van de moordenaar vroegen deze verzoening voor twee 'goede mannen', zijnde juristen-schepen van de stad. Notaris Van Nuyst stelde het contract op. Onder meer de vader van het slachtoffer, diens schoonzoon als secretaris van de rechtbank Gelinden en Christina Steukers, de moeder van de moordenaar, waren aanwezig. Die laatste nam de vergiffenis aan die vader Morbiers schonk aan moordenaar Gijs. 


Het kruis in maaskalksteen, met de ondergrondse voet

De moordenaar, zelf dus niet aanwezig, moest onmiddellijk 150 gulden laten betalen voor kosten van begrafenis en andere, en een jaarlijkse rente van 6 gulden voor een jaarmis, op een stuk akker.  Gijs moest binnen het jaar een stenen kruis oprichten op het plaatselijke kerkhof van 3,5 voet boven de aarde en met daarin de naam van Jan en zijn sterfdatum gekapt. Aan de armen van Groot-Gelmen zou hij 8 vaten koren geven en gebakken brood. Het brood was uit te delen in de week van de Sint-Maartenkermis, patroon van de parochie. De moeder van de moordenaar kreeg van de vader van het slachtoffer 3 vaten koren. Waarschijnlijk was ze onbemiddeld?
Alle notaris- en verteerkosten in het Klaverblad zijn voor rekening van Gijs of Gijsbrecht voluit, die een contactverbod van drie jaar krijgt met de kinderen en bloedverwanten van de vermoorde Jan. 

We schenken hier en nu nog altijd aandacht aan de vermoorde Jan. Wat bewijst dat deze eeuwenoude vorm van verzoening werkt. 




Jacques BROUWERS, Een zoenkruis te Groot-Gelmen, in Limburg, jg. 52, 1973, p. 61-68; Willem DRIESEN en Roger HAUBRECHTS, Groot-Gelmen via Helshoven. Wandeling, in Sint-Truiden, NATUURlijk een monument. Open Monumentendag Vlaanderen, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2004, p. 104-109 en 111; Lambert BAREE te Groot-Gelmen, website home.scarlet.be/hetoudelandvanluik/, pagina Groot-Gelmen, 2019 raadpleging.