de vespers van abt Rudolphus

de Vespers van Abt Rudolphus

Rudolphus wordt op 30 januari 1108 in het refugehuis van de abdij te Luik gekozen tot 30ste abt van Sint-Truiden. Hij is geboren te Moustier aan de Samber en opgevoed te Luik. Na een korte periode in de abdij van Burtscheid, komt hij in Sint-Truiden terecht.

Abt Rodulfus is de ‘manager’ die de abdij op dat moment nodig heeft!

Hij stelt orde op zaken in de abdij en maakte komaf met de bestaande misbruiken en wantoestanden. Hij herstelt de tucht en het leven volgens de regel van Benedictus. Rodulfus is een belezen man en richt het scriptorium en de bibliotheek op. Hij behoort tot de intelligentia van zijn tijd en neemt deel aan grote theologische discussies. Verder voert hij de muziekmethode van Guido van Arezzo in die een werkelijke revolutie teweegbrengt in de muzieknotatie.

Hij componeert de vespers van Sint-Trudo. Hij is de eerste schrijver van de kroniek van de abten van Sint-Truiden (Gesta abbattum trudonensium, 628-1138). Van hem zijn ook diverse brieven bewaard, die een beeld geven van het leven in de abdij. In de abdij kroniek laat hij duidelijk zijn voorkeur merken voor abten die de regel van Benedictus strikt opvolgen en schemert zijn liefde voor muziek sterk door. Hij sterft op 6 maart 1138.

Vespers

Rodulfus’ liefde voor muziek is meer dan duidelijk aanwezig in zijn teksten.

Een verwijzing naar de “welluidendheid van klokken” vinden we terug in de kroniek, waarin hij elf klokken in de Sint-Trudo abdij beschrijft. Twee ervan worden geprezen voor hun zoete toon (scilla dulce sonora [een klokje met een zoete toon]; in dulcedine sonus nulli aliarum compar fuit [haar klank was qua zoetheid met geen andere klokken te vergelijken]).

Ook het feit dat hij de muzieknotatie van Guido van Arezzo overneemt, toont zijn interesse in (het correct uitvoeren van) de liturgische gezangen. Tot dan toe wordt deze Gregoriaanse muziek genoteerd in zogenaamde ‘neumen’ en moeten de zingende paters min of meer raden hoeveel hoger of lager de volgende noot moet gezongen worden. Guido van Arezzo geeft de aanzet tot het notitiesysteem dat we vandaag kennen (notenbalk) waarbij de afstand tussen de noten klaar en duidelijk wordt weergegeven.

tekst vzw Abdij, Stad en Regio

ONTDEKKING VAN DE DAG

Adalbero, abt

Sint-Truiden 964 

Ardeens gravenzoon. Bisschop van Metz 929. Invloedrijk als verwant van de keizer. Diverse stichtingen en heroprichting abdij Gorze. Zette abt Renier Sint-Truiden af en nam zijn plaats in. Abt Sint-Truiden 944-964. Strengere naleving orderegel. Uitbreiding abdijdomein o.a. met eigen goederen in Pommeren (Moezel). Bouwde en wijdde Ottoonse abdijkerk in 945, na de invallen van de Noormannen, en voegde crypte toe. Begraven in Sint-Truiden. Herbegraven in Gorze en Metz.
Eretitel: pater monachorum, vader van de monniken. Neefje en naamgenoot Adalberon werd aartsbisschop van Reims.

Foto: Kathedraal Metz

Abdijcrypte, grafnis 2004 in dodengang, opschrift Adalbero abbas episcopus mettensis ibi translatus 964  door Jos Geusens 2005.

Adalbero was de zoon van paltsgraaf Wigerik van Lotharingen en van Kunigunde van de Ardennen en was de broer van Siegfried I van Luxemburg. In 929 werd hij omwille van zijn adellijke afkomst unaniem verkozen tot bisschop van Metz. Hij deed de abdijen, die afhingen van het bisdom en die in verval waren, terug heropleven. Hiervoor kreeg hij de bijnaam vader van de monniken. Adalbero liet de vervallen gebouwen herstellen en breidde de bezittingen van de abdijen verder uit. In 933 was hij de drijvende kracht achter de heropleving van de abdij van Gorze en in 944 zette hij zich in voor de heropleving van de abdij van Sint-Truiden die eveneens afhing van het bisdom Metz.

Lees: P.F.X. DE RAM, in BIONAT, 1, 1866, kol. 30-32; RECUEIL, p. 5-6; MONBEL, p. 29-30, KRONIEK, passim; CRYPTE, p. 45 en 47.

lees ook op

lees ook opGa hier verder..