Het Heilig Hartplein, tussen hoofdkerk en terrasjes

Oorspronkelijk was hier het zuidelijk deel van het kerkhof rond de hoofdkerk, later één van de kleinere pleintjes aansluitend bij de Grote Markt. Ontpleisterd hoekhuis met Luikerstraat in Maasstijl (1653 muurankers) met kruisvensters in maaskalksteen, beschermd als monument sinds 1997. Reeks van een 9-tal panden met burger- en kleinhandelshuizen uit de late 18de en 19de-eeuw. Momenteel sterke horeca-rol met zomerfestivals. Gekende handelspanden op dit pleintje waren de boekhandels Gerstmans-Tysmans-Standaard op dezelfde plek, eerste muntwassalon Wasautomaat (°1965), platenzaak Studiodisc (°1960) in vroegere café Abtskelder, bakkerij Hendricx...

De naam Heilig-Hartplein werd gegeven in 1929. Daarvoor sprak men van Achter O.L.V. kerk (bevolkingsregisterca. 1845, de ‘Botermarkt’ was toen op Groenmarkt), Botermarkt ca. 1900,ook: H. Hartplaats. Dit plein ligt oostelijk langs de Grote Markt binnen de oude stadskern, als een driehoekige verlenging van Ridderstraat naar Luikerstraat.


Kadasterplan ca. 1825

In 1929 werd op deze prominente plek naast de grote weg Luik-Brussel een H.Hartbeeld opgericht bij gelegenheid van de hernieuwde toewijding van de stad aan Christus Koning – Heilig Hart. Heraanleg 1993 aansluitend bij renovatie weggennet centrum en bijzonder Luikerstraat-Diesterstraat (project Koning Boudewijnstichting ism. Bruggen en Wegen). Ingenomen door bloeiende horeca o.m. Nieuwscafé (°1995) en Elfurenmis, en Midweekfeesten (°1995), op initiatief van Pascal Vossius, de latere schepen. Handelaarsvereniging ‘Handelaars van de Ridderbuurt’ (°1998). Put van publieke drinkwaterpomp vrijgelegd tijdens werken 1993. Beperkt archeologisch onderzoek ten oosten en ten zuiden van de kerk in 2018, naar aanleiding van de heraanleg in dat jaar. Toen werd ook het Heilig Hartbeeld teruggeplaatst op zijn oorspronkelijke plek. 

Openbare pomp




* Een slangvormig gebogen metalen buis, kaki geschilderd, als zitbank en fietsenstalling verscheen op het Heilig Hartplein in 1993, ontwerp door Marina Vandenvoordt. Deel van herinrichtingsproject H. Hartplein. Naast verplaatst H.Hartbeeld. Jury was schepencollege. ‘Rustplaats voor jongeren’ en fietsenstalling. Verwijderd bij werken in 2018. 

Vondst van de waterput bij de werken in 1993

* Hoofdkerk collegiale Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming: bakstenen kruiskerk met gotisch koor ca. 1325 en driebeukig schip begin 15deeeuw Demergotiek. Laatgotische OLV-kapel 1542. Toren in 1668 ingestort en pas vervangen in 1847-52 (arch. Louis Roelandt met leerling Isidore Gérard). Zijportalen toren uit 1878 met beelden Cornelis Jansen. Sacristie 1912 (arch. Emile Dehennin). Restauratie door arch. Piet Vanmechelen 1970-1972. Gobertange details en sokkel in kwartsiet van Tienen. Toren volledig in Gobertange en Maastrichtersteen. Beschermingen kerk als monument 30-12-1933 schip + toren 10-07-1997. Kerk in restauratie sinds 2005 (ir. arch. Hilaire en Ward Bessemans en Piet Verheyden)


Heilig Hartbeeld neemt zijn plaats terug in.

Zoals vele katholieke gemeenten was Sint-Truiden sinds 1899 (Paus Leo XIII) toegewijd aan het Heilig Hart van Jezus. In 1929 werd op een prominente plek naast de grote weg Luik-Brussel – bij een pleintje naast de hoofdkerk van Sint-Truiden - een Heilig Hartbeeld opgericht bij gelegenheid van de hernieuwde toewijding van de stad aan Christus Koning – Heilig Hart.


Het Heilig Hartbeeld is in één blok Euvillesteen uitgevoerd, de rechterarm uitgezonderd. Het vroegere kerkhof, ook Botermarkt genoemd werd Heilig Hartplein, sinds 22 september 1929. Toen onthulde burgemeester-senator Cartuyvels het beeld en bisschop Kerkhofs zegende het in. Op de voet lees je ‘Kunstatelier Bressers Gent’, dat dit Heilig Hart van Jezus beeldhouwde volgens het model ‘zegenende Kristus’ in Evergem en plannen door stadsingenieur Guillaume Govaerts. Sinds de pleinheraanleg in 1993 werd het beeld tegen de OLV-Tenhemelopnemingkerk geplaatst en vergezeld van een modern vormgegeven fietsensteun en bescherming in gebogen buisvorm.

Het beeld ademt de vlakke Art-deco van het Interbellum met gestileerde plantenfriezen en naamplaten op de twee zijkanten, o.m. stadswapen, gemeentebestuur en inhuldigingsdatum. De metalen nimbus was verdwenen en werd nu in 2018 vervangen door een vergulde messing vervanger. Oorspronkelijk was er rond een vierkant bloemenperk met boordstenen en accentstenen op de afgeronde hoeken. Dat is nu opnieuw heraangelegd.

De devotie tot het Heilig Hart sluit aan bij de Christus Koningidee, populair tijdens het interbellum. De lokale Heilig Hartbonden voor mannen en de studentenbond Erewacht van het Heilig Hart (Sint-Truiden 1899) olv. de kanunniken Goffin en Senden waren instrument van de missionerende Kerk en het Rijke Roomse leven. Het plein werd in 1929 aangelegd met ‘porfiriet’ stoepdallen en ‘Asphalt-bloc’s’ van een Brusselse firma. De heraanleg in 1993 sloot aan bij de renovatie van het weggennet in het centrum en bijzonder Luikerstraat-Diesterstraat (project Koning Boudewijnstichting ism. Bruggen en Wegen). Darbij is het beeld verplaatst en en kwartslag gedraaid naar de pleinwand aan de overkant toe. In oktober 2018, bij de vervanging van de riolering en de herinrichting van plein en straat, werd het beeld gedemonteerd, gerestaureerd waar nodig en opnieuw gemonteerd op z’n oorspronkelijke plek, met het gezicht naar de Luikerstraat. Op een zondag in oktober 2018 zegende deken ZEH Wim Ceunen het Heilig-Hartbeeld opnieuw in.

De inscripties in de pokdalige Euvillesteen zijn verweerd en moeilijk leesbaar geworden:

Opgericht door de stad St-Truiden en ingezegend door Z.D.H. M. Kerkhofs bisschop van Luik 22 september 1929.
P. Cartuyvels burgemeester, M. Van Slype schepen, E. Blavier schepen, M. Bessemans schepen. De gemeenteraadsleden A. Jadoul, E. De Jongh, E. Londoz, A. Grauls, C. Didelez, H. Benaets, A. Quintens, J. Engelbosch, L. Pletsers, J. Vanhavermaet, L. Radoux.
Kunstatelier Bressers Gent
.




Lees: Jan RUTTEN, De toren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Sint-Truiden. Enkele gegevens over de bouwgeschiedenis, in Historische bijdragen ter nagedachtenis van G. Heynen, Sint-Truiden, 1984, p. 271-288; Ward BESSEMANS, ‘Geheimen’ van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, in: Het beste van 25 jaar Open Monumentendag Sint-Truiden, OMD, Sint-Truiden, 2013, p. 27-29; Achille THIJS, De Grote Markt te Sint-Truiden, Brussel, 1965; Frieda SCHLUSMANS e.a., Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België,. 6n: Provincie Limburg. Arrondissement Hasselt, Brussel: Rijksdienst voor Monumenten- en Landschapszorg, 1980, p. 737-739; Fernand DUCHATEAU, Sintrùin vàn Achter Kàppeseneèsse tot Zwàtwoater, 3. ’t Stat: kloeësters, kommèrs en kafeis, in ’t Bukske, 3, Sint-Truiden, Neigemenneke, 1987, p. 50-65; Wie was wie in Sint-Truiden?, Sint-Truiden, 2011: TYSMANS, GERSTMANS; Stadsarchief Sint-Truiden. Fonds gemeentebestuur, nr. 5939/3; Mededeling Ferdinand Duchateau, ere-archivaris.



 





ONTDEKKING VAN DE DAG

Een sponsorbord in mergel

Een sponsorbord in mergel

Dorpskenner Hubert Hoche (+) van Kerkom liet in 2002 een raadseltje oplossen, dat de Open Monumentendagfolder in 1990 open liet. Hoog in de kerktoren zit een verweerde steen met wapenschild ingemetseld. Met hulp van een verrekijker en het wapenboek van de Belgische adel kennen we nu wel het antwoord: Hyacinthe de Chestret, Luikenaar van formaat, liet er zijn merk achter.

Zeer waarschijnlijk sponsorde hij de heropbouw van de kerktoren in 1861 naar ontwerp van Isidore Gérard. Rond die tijd werd hij levenslang burgemeester van Kerkom. Hyacinthe was oud-militair, liberaal senator én suikerfabrikant in Bernissem. Hij trouwde in 1834 met de dochter de Selys van het lokale Alsterdomein. Voor een goed begrip: het gaat om het zogenaamde ‘Rood Kasteel’, waar zijn familie in 1889 het mooie kasteeltje bouwde midden in een groot Engels landschapspark. Paul Hayen (+) legde er later zijn stoeterij ‘Darby Farm’ aan. De dreef van aan de Naamse Steenweg leidt naar het ander, ‘Wit Kasteel’ van Kerkom, eigendom van de Brouckmans en later van Porreye.

In 1852 kreeg bietsuikerbaron de Chestret van Leopold I een echte titel met kroon. Die prijkt met z’n negen parels boven op het wapenschild. De geelgrijze mergelsteen heeft intussen wat parels laten vallen, maar het familielogo is nog best herkenbaar. In heraldisch jargon luidt het: doorsneden van zilver, met een leeuw van sinopel, gekroond met goud, getongd in keel, met op azuur drie zespuntige gouden sterren. Het schil is getopt met een baronnenkroon en gehouden door twee gekroonde en omgewende gouden leeuwen. De steen op de kerktoren toont nog twee gekruiste palmen onderaan. Natuurlijk zit er geen kleur (meer) op de mergel, maar in mensentaal heeft het schild beneden een groen leeuwtje op wit en bovenaan drie gele sterren op blauw. Twee gele leeuwen houden het blazoen recht. Die zien er met hun abnormaal naar buiten gekeerde muilen vervaarlijk lelijk uit.

Mergel is versteende kalkmodder, opgebouwd uit de skeletafval van zeediertjes, 66 miljoen jaren oud en gezaagd uit groeven in Zuid-Oost-Limburg. De juiste naam is Maastrichtersteen of krijtsteen. Architect Gérard gebruikte mergel ook voor versieringen aan zijn andere gebouwen, zoals het afgebrande kasteel van Nieuwerkerken, het afgebroken casino op het huidige Europaplein of het kerkje van Ordingen. Als Henegouwse leerling van de Gentenaar Louis Roelandt vestigde hij zich in onze provinciestad rond 1848, maar verliet ze in 1861 om stadsarchitect te worden in Hasselt. Hij vertrouwde op de zachte Limburgse steen die je kan bewerken met timmermansgereedschap zoals zaag en schaaf. Maar uitstekende reliëfdetails in mergel verweren gemakkelijk, zo bleek later.



De steen in gele mergel zit boven de ingangsdeur


Overigens heeft de Sint-Maartenskerk  op de valleihelling van de Cicindria , ondanks de verwoestende brand van 11 januari 1975, nog wat leuke details in petto: jonker Laurens van Alster liet er zich in 1539 voor eeuwig verstenen in harnas, met lang ruiterzwaard en met de voeten rustend op z’n hazewind. Het kerkhof van Kerkom telt veel oude grafkruisen, al vanaf 1623, en op de hekpijlers zijn van de ingang zijn evangelieteksten gebeiteld.
Wie er het fijne van wil weten kan terecht in de stedelijke openbare bibliotheek, in het fonds Trudonensia, waar per dorp een documentatiemap is aangelegd. Over mergel is er de ‘Atlas natuursteen in Limburgse monumenten’ geschreven door Roland Dreesen en Michiel Dusar. Om wapenschilden te ontcijferen neem je best het ‘Wapenboek van de Belgische adel van de 15de tot de 20ste eeuw', in 1992 geschreven door Paul Janssen en Luc Duerloo.