De inrijpoort leidt naar een mooi bebloemde erekoer. Enkel de linkervleugel, de abtsvleugel is midden 18de eeuw ontworpen door L.B. Dewez, eerste architect van Karel Alexander van Lotharingen, gouverneur-generaal van de Oostenrijkse Nederlanden te Brussel. De overige vleugels werden na 1840 in dezelfde stijl heropgebouwd naar plannen van architect L. Roelandt. Bij de abtsvleugel werd de buitenmuur tot aan de trap afgewerkt met arduinen pilasters. Zij beklemtonen het publieke gedeelte van de gelijkvloerse verdieping met de keizerszaal en de hal. In deze hal vallen vooral de 19de-eeuwse sobere eiken trap in Lodewijk-XVI-stijl op, een houten Eucheriusbeeld van de 17de- eeuwse Luikse beeldhouwer J. Delcour en een kruisafneming, werk van een leerling van P.P. Rubens. De keizerszaal was de ontvangstzaal van de abt. De plafondschildering van de Italiaan G.A. Caldelli stelt Jozef voor als onderkoning van Egypte, die zijn vader en broers ontvangt.
audio fragment; het verhaal van de keizerszaal, inhoud: Natalie Cleeren, verteller: Inge Vrancken , muziek: Telemann Partita in B-flat major,\Georg Philipp Telemann Chamber ,Paul Arden-Taylor (oboe) Keith Lewis (cello) Carol Holt (harpsichord) c.1990 under CC-licence
audio fragment; Pieter Coecke van Aelst, inhoud: Natalie Cleeren, verteller: Inge Vrancken , muziek: William Boyce 12 Trio Sonatas under CC-licence
In de kelder van de abtsvleugel bevindt zich het Historisch Centrum van de Luchtmachtbasis Brustem, een plek voor geïnteresseerden in de Luchtmacht tijdens en na de tweede wereldoorlog.
Foto’s:
Het efficiënte romeinse weggennet, zoals de ‘kassei’ Tongeren-Tienen, verviel in de vroege middeleeuwen. Waar geen bevaarbare waterlopen waren, was men opnieuw aangewezen op lokale onverharde verbindingen met diverse alternatieven naargelang de seizoensmodder. Terwijl het Luikerland in de 18de eeuw steenwegen aanlegde voor economische ontsluiting zoals de weg Luik-Sint-Truiden(-Brussel) in 1715-1740, was de Franse bezetter rond 1800 vooral militair gemotiveerd voor snelle, rechtlijnige verbindingen. De ‘Route Napoleon’ of het deel Maastricht-Tongeren van de verbinding Keulen-Duinkerken werd in 1804-1813 afgewerkt.
Het was wachten op de Hollanders en hun Waterstaat-ingenieur De Sermoise om op 9 december 1817 de eerste steen te laten leggen aan de Sint-Truiderpoort in Tongeren door de provinciegouverneur. Het tracé dwars door de velden en weiden trok al snel handel en bewoning van de opzij liggende dorpskernen aan, getuige de jaartallen op vele gevels en de verbindingen zoals de dreef te Ordingen. De oude ‘Truierbaan’ in Rijkel verviel tot veldweg. Een tolbarreel aan het kruispunt met de Houtstraat Brustem deed dienst tot in 1867 deze gebruikersbijdrage werd opgeheven.
De weg naar Tongeren startte aan de oude Brustempoort. De beginkilometers waren gekend voor het omtuinde Casino (1862), het huis Moreau (1872), de arbeidershuisjes en het koetsenatelier Vanslype op de Pinberg en later voor de Veiling Haspengouw (1939-2017) en toegangen tot de Industriezone Schurhoven.
Na deze steenweg voltooide men vanuit de stad Sint-Truiden de kasseiwegen naar Hasselt (1838), Diest (1844) en Namen (1855).
In augustus 1914 kon de Duitse ruiterij haar opmars van Tongeren naar Sint-Truiden (en Orsmaal) ongestoord uitvoeren. Ze staken huizen in brand op de Pinberg, maar ter compensatie kwamen er nog voor het oorlogseinde enkele ‘Pruisenhuisjes’ of modelwoningen langs de Tongersesteenweg.