Behalve een gedeelte van de muur in de tuin van de paters minderbroeders, is de Brustempoort het enige gedeelte van de middeleeuwse omwalling dat de tand des tijds heeft doorstaan. De overblijfselen van de Brustempoort werden in 1897 toevallig ontdekt bij rioleringswerken. Het zou tot 1939 duren vooraleer ze werden uitgegraven. In 1968-69 werd het ondergrondse bolwerk gerestaureerd. De vesting lag hier in het midden van een diepe gracht die na de ontmanteling van de versterkingen gedempt werd. De onderbouw bestaat uit een rechthoekige ruimte (10,7 bij 4,5 m) die in twee verdiepingen verdeeld is. Op elke verdieping leiden gangen naar schietkamers met schietgaten en schoorstenen voor het afvoeren van de kruitdampen. Helemaal beneden is nog een overblijfsel van de eerste stenen omwalling in silex; het overige is uit baksteen. In een schouw waar de vuurpotten werden gevuld om de lonten aan te steken, staat een maquette van de oude Brustempoort. Voorlopig is de Brustempoort niet toegankelijk voor het publiek.
Sint-Truiden Bevingen 30.03.1886 Sint-Truiden 6.05.1959
Zoon van dagloner Gerard en Marie Gertrude Celis. Neef van pastoor Eduard Hayen.
Broeders Sint-Truiden. Via paters Fulgence en Thomas Renson intrede augustijnen Gent 1903. Priester 1908. Legeraalmoezenier WO I, bij Belgische vluchtelingen in Amersfoort, en in Saffraanberg. Prior De Haan-aan-Zee 1919. Onderpastoor Sint-Stefanus Gent 1921. Definitor Augustijnenprovincie. Bevriend met pastoor Peeters en burgemeester Paul Cartuyvels in Bevingen. Huishoofd in enkele gehuurde sociale woningen.
Oprichter Sint-Augustinusparochie in de tuinwijk Nieuw Sint-Truiden 1928, bouwer noodkerk en kapelaan OLV-kerk. Bouwer lagere jongensschool en kleuterschool 1930 en lagere meisjessschool 1932. Provinciaal 1932-1946 met stichtingen in Bouge, Marchienne-au-Pont en Kontich. Prior en pastoor parochie Nieuw Sint-Truiden 1947 en kerkbouwer 1952-1955. Gouden priesterjubileum 1958 . Begraven in familiegraf in Bevingen.