Behalve een gedeelte van de muur in de tuin van de paters minderbroeders, is de Brustempoort het enige gedeelte van de middeleeuwse omwalling dat de tand des tijds heeft doorstaan. De overblijfselen van de Brustempoort werden in 1897 toevallig ontdekt bij rioleringswerken. Het zou tot 1939 duren vooraleer ze werden uitgegraven. In 1968-69 werd het ondergrondse bolwerk gerestaureerd. De vesting lag hier in het midden van een diepe gracht die na de ontmanteling van de versterkingen gedempt werd. De onderbouw bestaat uit een rechthoekige ruimte (10,7 bij 4,5 m) die in twee verdiepingen verdeeld is. Op elke verdieping leiden gangen naar schietkamers met schietgaten en schoorstenen voor het afvoeren van de kruitdampen. Helemaal beneden is nog een overblijfsel van de eerste stenen omwalling in silex; het overige is uit baksteen. In een schouw waar de vuurpotten werden gevuld om de lonten aan te steken, staat een maquette van de oude Brustempoort. Voorlopig is de Brustempoort niet toegankelijk voor het publiek.
Millen 28.10.1823 - Morelia (Mex.) 06.11.1865
Molenaarszoon Wintershoven. Priester 1851, jongere broer van pastoor Hendrik Coenegrachts van Wilderen-Duras. Kapelaan hoofdkerk en eerste rector van Sint-Marten 1855, woonde op het huidige Sint-Maartenplein tegen het vroegere kerkhof. Leraar middelbare school. Geesteszorg voor soldaten van nabijgelegen kazerne.
Werd na tussenkomst van Mgr. De Ram, rector Leuven, aalmoezenier van Belgisch expeditiekorps als steun voor Maximiliaan, keizer van Mexico en schoonzoon van Leopold I in 1864. Scheepsreis met ‘Tampico’ van Saint-Nazaire naar Vera Cruz jaarwisseling 1864-1865 met het derde detachement. Nederlaag in Tacambaro 1865.
Richtte met enkele geneesheren militair hospitaal op in Morelia. Bij tyfusepidemie zelf bezweken in huis van notabele. Wegens verdiensten uitzonderlijk begraven in koor van Sint-Antoniuskapel nabij OLV-kerk van Morelia. Kelk geschonken door parochianen van Sint-Marten in 1864 werd in 1866 terugbezorgd aan de Sint-Maartenkerk ST