de Musiel, dame Margaretha ‘Régine’, benedictines

Wennig (Lux.) kasteel Bergh 05.03.1753 Nieuwerkerken kasteelhoeve 28.09.1836  

Dochter van Godefridus, uit Lorreinse adel, en Eva Neuman de Bergh . Als 18-jarige ingetreden in benedictinessenabdij Nonnemielen. Vlucht voor Franse bezetter naar Grevenbroich bij Düsseldorf en terugkeer naar kasteelhoeve de Stembier Nieuwerkerken . Gaf reliek H. Christina en kerkschatten over aan Redemptoristen Stenaertberg Sint-Truiden. Deed relaas over revolutieperikelen aan redemptoristen. Laatste overlevende zuster abdij Nonnemielen. Begraven in Nieuwerkerken 

Liet erfenis aan oud-cisterciënzer Minsart en aan dame Guillaume uit Frasnes, zuster van de abdij Woutersbrakel en stichteres van cisterciënzerinnenklooster Colen bij Borgloon. Meubilair en kunstvoorwerpen van Nonnemielen kwamen ook in Colen terecht, o.a. de Sint-Lutgardisstoel en de handschriften met de levens van de HH. Christina en Lutgardis door broeder Geraert.

Wapenschild: op zilver drie gouden bergen met rood schildhoofd, beladen met drie zespuntige gouden sterren.

Lit.: CLERINX, Christina de wonderbare. Gedenkboek 1150-1950, Leuven: Bibliotheca Alfonsiana, p. 30; Achille THIJS, Een onbekende dame in Oud Sint-Truiden of de kronijk van dame de Musiel, in De Zondag in Limburg 06.05.1962, Jules BONGAERTS, Abdij Nonnemielen Sint-Truiden, Sint-Truiden. eigen beheer, 1999, p. 36-46 en 55.


ONTDEKKING VAN DE DAG

Adalbero, abt

Sint-Truiden 964 

Ardeens gravenzoon. Bisschop van Metz 929. Invloedrijk als verwant van de keizer. Diverse stichtingen en heroprichting abdij Gorze. Zette abt Renier Sint-Truiden af en nam zijn plaats in. Abt Sint-Truiden 944-964. Strengere naleving orderegel. Uitbreiding abdijdomein o.a. met eigen goederen in Pommeren (Moezel). Bouwde en wijdde Ottoonse abdijkerk in 945, na de invallen van de Noormannen, en voegde crypte toe. Begraven in Sint-Truiden. Herbegraven in Gorze en Metz.
Eretitel: pater monachorum, vader van de monniken. Neefje en naamgenoot Adalberon werd aartsbisschop van Reims.

Foto: Kathedraal Metz

Abdijcrypte, grafnis 2004 in dodengang, opschrift Adalbero abbas episcopus mettensis ibi translatus 964  door Jos Geusens 2005.

Adalbero was de zoon van paltsgraaf Wigerik van Lotharingen en van Kunigunde van de Ardennen en was de broer van Siegfried I van Luxemburg. In 929 werd hij omwille van zijn adellijke afkomst unaniem verkozen tot bisschop van Metz. Hij deed de abdijen, die afhingen van het bisdom en die in verval waren, terug heropleven. Hiervoor kreeg hij de bijnaam vader van de monniken. Adalbero liet de vervallen gebouwen herstellen en breidde de bezittingen van de abdijen verder uit. In 933 was hij de drijvende kracht achter de heropleving van de abdij van Gorze en in 944 zette hij zich in voor de heropleving van de abdij van Sint-Truiden die eveneens afhing van het bisdom Metz.

Lees: P.F.X. DE RAM, in BIONAT, 1, 1866, kol. 30-32; RECUEIL, p. 5-6; MONBEL, p. 29-30, KRONIEK, passim; CRYPTE, p. 45 en 47.

lees ook op

lees ook opGa hier verder..